naren van Rijkswaterstaat en nog meer van derge
lijke figuren waar je toen nog verschrikkelijk hoog
tegenop zag. Veel toespraken, soms moeilijk bij te
houden. Ik had dan wel les in stenografie gehad (sys
teem Grote) maar dat gebruikte je niet. Dat gebruikte
in feite niemand want dan noteerde je veel te veel en
dat kon je toch niet kwijt in de toen nog tamelijk
kleine kranten. Ik kreeg mijn verslag op papier en liet
het meteen Grade lezen. Als zij het goed vond en het
begreep, wist ik dat het snor zat. Dat is altijd zo ge
bleven, ook veel later toen ik bijvoorbeeld toneel
recensies schreef.
Trouwens, zonder haar steun en zorgzaamheid zou
ik het waarschijnlijk niet gered hebben. Ze kon uit
stekend organiseren en dat kan ze nog. Ze had graag
door willen leren, bijvoorbeeld voor onderwijzeres
en dan zou ze het ongetwijfeld heel goed hebben ge
daan voor de klas. Maar doorleren zat er voor een
meisje vroeger niet in. De huishoudschool kon nog,
maar verder moest er gewerkt en geld verdiend wor
den.
Praktisch kwam het er in die beginperiode thuis op
neer dat de kinderen stil werden gehouden als er
's zondags voor de sport gebeld moest worden.
's Avonds was ze bijna altijd nog op als ik laat van
een vergadering thuis kwam. Vaak deden we dan nog
een spelletje en dronken wat. Tenzij het helemaal de
spuigaten uitliep wat ook nogal eens gebeurde als
een raadsvergadering lang duurde en het verslag
's nachts nog gemaakt moest worden. Kortom, de
krant ging altijd voor, behalve in de vakanties. Maar
dan moesten we ook wegwezen, want anders werd
er nog gebeld over het een of ander dat in de krant
moest.
Een moord
In Lochem hebben zich gedurende mijn loopbaan
geen geweldig schokkende dingen voorgedaan, op
een uitzondering na en dat was een moord. In welk
jaar die precies is begaan, weet ik niet meer, maar
het was in ieder geval in de jaren tussen 1950 en '60.
Op de dagen dat de GOC uitkwam ging ik iedere
ochtend naar het politiebureau om te horen of er nog
nieuws was.
Op zekere dag werd mij verteld dat in het Twen
tekanaal bij de Klein Dochterense brug het lijk van
een jonge vrouw gevonden was. Er werd nogal ge
heimzinnig over gedaan, zodat ik ging doorvragen,
maar veel meer werd me niet meegedeeld. Enige da
gen later kreeg ik te horen dat de fiets van de vrouw
ook in het kanaal was gevonden en weer kreeg ik het
vermoeden dat adjudant Reinders van de rijkspolitie
niet het achterste van zijn tong liet zien. De weken
daarna bleef ik doorvragen, waarom weet ik eigen
lijk niet, al had ik wel een vaag vermoeden dat er iets
bijzonders aan de hand was. Na een week of zes,
zeven werd ik 's ochtends vroeg door de heer
Reinders gebeld met de mededeling dat de jonge
vrouw vermoord was en dat de dader was gearres
teerd. Voor nadere bijzonderheden moest ik me tot
de officier van justitie, mr. van Buren in Zutphen,
wenden. Het was op een krantendag, er was dus
haast geboden, maar mr. van Buren was pas na ne
gen uur bereikbaar. Toen ik in het gerechtsgebouw
aankwam, bleek mij dat er ook andere (concurre
rende) collega's waren. Mr. van Buren deed zijn ver
haal. De moordenaar was 's nachts aangehouden en
had bekend. Het slachtoffer, een verstandelijk gehan
dicapt meisje, was van hem in verwachting. Door
haar uit de weg te ruimen, dacht de dader dat hij van
alle verdere problemen verlost was, maar dat pakte
anders uit.
Het verhaal kwam nog dezelfde dag in de krant en
's avonds werd ik gebeld door mr. van Buren, die me
een compliment maakte voor de wijze waarop ik zijn
uiteenzetting had weergegeven. Geen sensatieverhaal,
zoals in sommige andere kranten.
De rijkspolitie had het ook nog op een andere manier
druk in Lochem, namelijk op Oudejaarsavond. Enige
jaren achtereen werd op die avond de Nieuwstad
onveilig gemaakt door grote groepen jongeren, die
vuurwerk afstaken, autobanden in brand staken, bar
ricades opwierpen van rijwielrekken enz. Het kanon
bij de schouwburg werd zelfs een keer versleept.
Het waren niet uitsluitend Lochemse jongelui die zich
hieraan schuldig maakten. Ze kwamen overal van
daan omdat in Lochem wat te beleven viel. Toeschou
wers waren er ook in overvloed en dat maakte het
allemaal nog interessanter. Herman Langeveld en ik
gingen op zo'n Oudejaarsavond ook even kijken. Ik
weet niet meer welk jaar het was. We waren op de
fiets, maar kwamen niet ver want toen we vanuit de
Smeestraat de Nieuwstad opreden werd Herman een
in benzine gedrenkte brandende lap tussen de stan
gen van zijn fiets gegooid. We hebben toen maar
rechtsomkeert gemaakt.
Het districtsbureau van de rijkspolitie was destijds in
Doetinchem gevestigd. De districtscommandant
kwam een oudejaarsavond hoogstpersoonlijk in
Lochem kijken, maar moest ijlings de benen nemen,
want hij werd midden op de Nieuwstad door een
groep jongeren bedreigd. Later hoorde ik dat hem dit
bezoek hoogst kwalijk was genomen. Zoiets hoorde
het opperhoofd van de politie niet te doen. Dit inci
dent had echter wel effect. Er kwam een nieuwe
politiefunctionaris in Lochem en die verzekerde al op
voorhand dat het afgelopen moest zijn met de relle
tjes. De politie stelde zich op oudejaarsavond in de
zijstraten verdekt op en toen de jongelui probeerden
herrie te schoppen werd de Nieuwstad vanaf de ver
keerslichten tot voorbij de Schouwburg in een klap
schoongeveegd.
ME was er toen nog niet, maar de rijkspolitie ging op
dezelfde manier te werk. Daarna was het geruime
tijd rustig in Lochem en uiteindelijk werd speciaal
voor de jongeren op het Graafschapterrein een hap
pening georganiseerd, waarin ook de politie een be
langrijk aandeel had. En dat gebeurt tot dusver (2005)
nog steeds.
29
Land van Lochem 2008 nr. 3