bekleedde allerlei andere functies. Vergaderingen on der zijn leiding duurden meestel niet lang, want de voorstellen waren altijd goed voorbereid. Beusekamp was nogal kort van stof en duldde weinig tegen spraak. Hij was erg gesteld op orde en regelmaat en je moest hem wel respect betonen. Onder zijn lei ding kwam wel heel wat tot stand, waardoor met name de werkgelegenheid werd bevorderd. Boven dien kreeg Lochem landelijk meer bekendheid, het geen weer bevorderlijk was voor het toerisme. Intussen was er een eind gekomen aan de samen woning met de familie Hofs. We voelden ons daar al veel vrijer dan aan de Haitsma Mulierlaan, maar de voorkeur ging toch uit naar een eigen huis. En dat kregen we aan de Prinses Margrietlaan 2. Als ik me goed herinner was dat in 1951. Bij alles wat ik op schrijf ga ik af op mijn geheugen. Zelf heb ik geen archief. Kranten heb ik niet bewaard, behalve dan die van mijn afscheid als redacteur-verslaggever van de Gelders Overijselse Courant. Om archieven te kun nen raadplegen zou ik naar het archief in Zutphen moeten. Daar berusten ook de leggers van de voor malige Lochemse Courant en van de GOC. De me dewerking aan het boek 'Een Eeuw Burgerzin' (Wer ken en welzijn in Lochem 2002) heeft me echter ge leerd dat het raadplegen van archieven een zeer tijd rovend karweitje is. Voor dat boek deden anderen dat en zij waren daar weken en maanden mee bezig. Ik ga dus uitsluitend af op mijn geheugen, maar naar mate ik vorder, merk ik dat de herinnering aan mijn jeugd en de jaren direct daarna het levendigst zijn. Misschien ligt dat aan de leeftijd. Terug naar de jaren vijftig. Bewogen jaren mag ik wel zeggen. Eerst nog niet. We hadden even tijd no dig om ons aan de Margrietlaan te installeren. Grade besteedde veel tijd aan het opvoeden en de verzor ging van haar beide dochters. Er moest bovendien veel kleding gemaakt worden. Ik had de handen vol aan mijn werk op de drukkerij, wat toch altijd nog tamelijk nieuw voor me was en daar kwam ieder weekend de sport bij: verslagjes maken of corrige ren, voetbaluitslagen verzamelen en verder ook vaak s avonds nog op pad naar vergaderingen van de Middenstand, de Gelderse Maatschappij van Land bouw, het Veefonds, het Paardenfonds en ga zo maar door. Die verslagen brachten extra geld op en dat konden we in die tijd enorm goed gebruiken. Het kostte soms een beetje moeite om de centjes binnen te krijgen, want als ik met een nota bij de boekhou der kwam, keek hij of hij het uit eigen zak moest betalen en soms ging hij zelfs eerst verhaal halen bij de redactie of alles wel klopte. De Gelders-Overijselse Courant De vijftiger jaren waren een belangrijke en beslis sende periode voor mij. De Lochemse krant met nevenedities voor de plaatsen in de Achterhoek kreeg direct na de bevrijding een verschijningsverbod om dat ze gedurende de bezetting was verschenen. Bo vendien mochten de heren Scheen gedurende een aantal jaren niet de directie en de redactie voeren. Voor mijnheer Postel (oom Pem) gold dat niet of nau welijks, omdat naast de Lochemse courant in het laat ste jaar van de bezetting ook een illegale editie van Trouw van de pers rolde en voor zover mij indertijd ter ore is gekomen, was dat een zaak die uitsluitend Postel en zetter Altena aanging. Om de leemte van een streekblad op te vangen werd de Stichting Gel ders-Overijselse Courant opgericht en die stond on der beheer van Jo Hofs, een onderwijzer uit Ruurlo, verzetsman en op de een of andere manier betrokken bij de illegale pers. Er was nog een tweede beheer der, een zekere mijnheer van Veen, maar die was maar zeer tijdelijk bij de redactie van de GOC betrokken. Het was al enige tijd bekend dat Jo Hofs zijn vleugels verder wilde uitslaan. Het leiden van een streekkrant was hem in feite een beetje te min. Misschien had hij ook wel gehoopt en verwacht deel uit te kunnen maken van de directie van de Lochemsche Handels- en Courantendrukkerij, maar dat zat er niet in, want het liep allemaal niet zo erg lekker. Ook niet in de relatie tot enkele burgemeesters en anderen met wie Hofs als journalist te maken had. Er was nogal eens verschil van mening en dat was bepaald niet bevor derlijk voor de GOC als streekblad. Voor alles gold in die dagen dat je als journalist objec tief moest zijn. Die objectiviteit was vanzelfsprekend nogal betrekkelijk, maar de schijn moest in ieder ge val opgehouden worden dat je onpartijdig was. Jo Hofs liet echter nogal eens zijn eigen mening prevale ren. Intussen had de firma Scheen de krant weer geheel naar zich toetrokken, omdat de uitsluiting van zowel Jan als Nico Scheen voorbij was. De Stichting Gel ders- Overijselse Courant werd opgeheven en de GOC werd weer gewoon een onderdeel van de Lochemsche Handels- en Courantendrukkerij. Ob jectiviteit en onpartijdigheid zijn betrekkelijk en dat gold ook voor de GOC want directie en redactie waren de beginselen van de na de bevrijding opgerichte Partij van de Arbeid toegedaan. De GOC werd dan ook nog wel eens aangemerkt als de 'rooie krant', maar iedereen in Lochem en wijde omgeving wilde haar toch graag iedere maandag, woensdag en vrijdag in de bus hebben. Opening brug Twentekanaal In 1952 nam de familie Hofs het besluit om naar Australië te emigreren. Voor mij een zeer welkome gelegenheid om te solliciteren als journalist. Aan wie ik het precies te danken heb weet ik niet: aan mijn heer Postel of Nico Scheen of wellicht aan beiden, maar ik werd snel aangenomen. Voorlopig een jaar op proef. Nou dat hebben Grade en ik geweten. Dat werd een jaar van hard werken, maar ook een jaar van twijfel: Kan ik het wel aan? En altijd weer de bemoediging van Grade: 'Je kunt het best'. Dat be gon al bij de opening van de nieuwe brug over het Twentekanaal in Almen in de weg naar Harfsen bij café De Aanleg. Het was een warme zomerdag. Veel hoogwaardigheidsbekleders, burgemeesters, ambte- 28 Land van Lochem 2008 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2008 | | pagina 28