- eentje maar op de brug over de Swalm in Swalmen, vlakbij Roermond. Het is een moderne Nepomuk, gestileerd en met een vinger op zijn mond (vanwege het biechtgeheim). Voor de Tweede We reldoorlog stond er ter plekke een meer traditionele Nepomuk, maar dit beeld heeft het oorlogsgeweld niet overleefd. In Boxmeer en Thorn staan Nepomukkapellen. In de Thornse kapel staat een beeldschoon veelkleurig beeldje. In de kapel van Boxmeer is onze zuster vereniging gehuisvest. De historische vereniging draagt zelfs zijn naam. Nepomuk op onze reizen Nepomuk mag in ons land dan wel niet zo bekend zijn, in zijn thuisland Tsjechië staat in elke stad of dorp van enige betekenis wel een en soms meerdere beelden van hem. Er zijn ook particulieren, die een beeld van Nepomuk in de tuin hebben. Ook in andere Midden en Oost Europese landen kan men hem re gelmatig tegenkomen. Oude, versterkte bruggen heb ben zijn voorkeur, maar hij voelt zich ook prettig in een klein kapelletje. Pompeus is zijn beeld in Heidelberg aan de Neckar, heel lieflijk daarentegen zijn beeltenis in een kapelletje in Heilbronn. In Oostenrijk wil men nog wel eens een dakje boven zijn hoofd plaatsen, zoals in Bach aan de Lech. Dan heeft hij iets een paraglijder. In het Luxemburgse Vianden bewaakt hij de brug over de Our, in het Zwitserse St. Ursanne de brug over de Doubs en in Brugge bij onze zuiderburen de brug over de Dijver. In Frankrijk komt men Nepomuk nauwelijks tegen. Wel in Kaysersberg op de brug over de Weiss en in Chemilly op de brug over de Durgeon. Beide in het oosten van Frankrijk. Bijzonder is de geschiedenis van de Nepomuk in Sibitu in Roemenië. Al jaren stond het beeld midden in het centrum van de stad, tot het op een bepaald moment op last van de communisten moest verhuizen naar een minder prominente plaats, ergens aan de rand van de stad. Veel inwoners willen nu hun Nepomuk terug op de markt. Tot op heden heb ik in 17 Euro pese landen Nepomukbeelden getraceerd. De meeste beelden dateren uit de achttiende eeuw, maar het is opmerkelijk dat er laatste jaren weer een opleving in het oprichten van beelden van Nepomuk te zien is. Zo kan men in het ene dorp een beeld in de barokstijl tegenkomen en in de volgende plaats een uiterst modern gestileerde Nepomuk. Ik noemde al het moderne beeld in Swalmen, maar met name in de Eifel vindt men nogal wat nieuwe Nepomukken. Heel mooi, zij het enigszins moeilijk als Nepomuk te her kennen - alleen de plek pal aan de Niers is een duide lijke verwijzing - is het beeld in Kevelaer. In Polen aan de Oder staat een wel heel moderne, bijna futuristische uitgave van Nepomuk. Het oude beeld was aan vervanging toe en men heeft er een beeltenis van iemand van een andere planeet voor teruggeplaatst. Vraagje tot slot Mocht u op uw trektocht door Europa een Nepomuk tegenkomen en heeft u een digitale camera zou u dan alstublieft een plaatje voor mij willen schieten? Zo'n 25 jaar geleden kwam ik Nepomuk voor het eerst tegen in Vreden. Jan de Vries maakte me er opmerkzaam op. "Dat is de beschermheilige tegen de gevaren van het water". Wij konden toen niet be vroeden dat die beschermheilige veel van mijn vrije tijd zou gaan opslokken. Hoewel, misschien is dat overigens toch niet zo vreemd voor een waterschaps archivaris. Mijn collectie foto's en plaatjes e.d. is de 400 Nepo- mukbeelden allang gepasseerd. Bij mijn afscheid als voorzitter van het Historische Genootschap kreeg ik van het bestuur een Duits icoontje met mijn illustere vriend. André Reincke had die in Keulen op de kop getikt. En nog maar onlangs kreeg ik van Jan Reudink vanuit Oostenrijk een Roem eense Nepomuk toegestuurd. Hij houdt mij bezig, Johannes van Nepomuk. Bij Waterschap Rijn en IJssel is mijn heilige onderhand een bekende geworden. Van veel collega's heb ik al een of meer Nepomukken gekregen. Als mijn colle ga's maar niet teveel op Nepomuk vertrouwen en er voor blijven zorgen dat een goede waterbeheersing en waterkering in onze regio toch vooral in hun han den ligt. 26 Praag - foto E. Vredenberg Land van Lochem 2008 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2008 | | pagina 26