Graven en ploeteren in stadsafval Onderzoek op de Molengronden Ben de Graaf Bij het ontgronden en bouwrijp maken van de Molengronden, het gebied aan de Koedijk en Larenseweg, ben ik op een oude stortplaats van stadsafval gestoten. De storting vond plaats in de 19de eeuw, ik denk in de periode 1870 tot ca. 1900. Er werd onderzoek gedaan naar bodemverontreiniging op het terrein van de gemeentebestrating. Er stond daar een houten werktuigenloods aan de Nieuwe Beek en ernaast lagen de sportvelden van Sportclub Lochem. Hier werden een paar kuilen gegraven, men trof hier een dikke laag afval aan van wel 1,5 meter dikte en hierin vond ik ontzettend veel glas- en aardewerk. De gronden moesten worden gesaneerd van de provincie Gelderland. Besloten was om alles tegelijk te doen, dus ook op de locatie van de sportvelden. Bijna alles werd afgegraven en in depot gezet. Er lag een berg grond van wel 15 meter hoogte en een lengte van ca. 50 meter. Deze grond moest allemaal over een trommelzeef en het personeel van de firma Rekro uit Raalte stond toe dat ik daar bij aanwezig was. (Uiteraard met speciale toestemming want het ging tenslotte om verontreinigde grond.) Bijzondere vondsten Het materiaal dat hier op de zeef achter bleef was geweldig. Een greep uit het materiaal: jeneverkruiken, mineraalwaterkruiken uit het Rijnland, glazen inktpotjes in alle modellen en kleuren glas, zalfpotjes en bakjes van porselein. Deze waren vaak bestemd voor de tandpasta, porselein was toen in de mode als verpakkings materiaal. Ook flesjes voor hoestdrank waren veel aanwezig, ze kwamen uit Engeland en Frankrijk met prachtige merken erop afgebeeld. Een ander materiaal was aardewerk in de vorm van kleine kruikjes (porse lein), sommige hadden een opschrift, bijvoorbeeld "Japan soya". Deze dienden als verpakking van soyasaus, de voorloper van onze ketjap. Het is veelvuldig ingevoerd vanuit Japan, het was een smaakstof. De uitvoer- haven was Decima, waar de VOC in de 17de eeuw was begonnen met de export. Gemberpotten waren ook in de mode, de rijkere inwoners konden zich deze luxe permitteren. Het zijn prachtige beschilderde potten met meest Chinese afbeeldingen. Ook zijn er veel stremselflesjes van aardewerk gevonden, deze waren van gres, een hard gebakken soort aardewerk. Enkele hadden een merkje uit Frankrijk en Engeland. Stremsel werd op de boerderij gebruikt voor de productie van kaas. Al het materiaal valt nu onder de noemer Industriële archeologie. Het merendeel is machinaal gemaakt en geeft een leuk beeld van wat er toen al als verpakkingsmateriaal in de handel was. Een greep uit de verschillende andere vondsten Er zijn zelfs enkele ijzeren kanonskogels gevonden, het is niet uitgesloten dat deze er al gelegen hebben. Ze zijn op een diepte van ca. 60 cm op de overgang van stortmateriaal naar het eigenlijke zandpakket gevonden. Uit welke periode ze zijn, is niet met zekerheid te zeggen. 28 Diverse inktpotjes ca. 1890-1930 Zalfpotjes 1850-1900 Land van Lochem 2008 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2008 | | pagina 28