was, sprong men snel van de fiets om vervolgens vrolijk fluitend de ambtenaar te passeren. Er werden zelfs kamervragen gesteld hoe om te gaan met iemand die steppend op een fiets zonder geldig fietsplaatje werd aangehouden! Tot 1934 moest het plaatje persé op de fiets zijn aangebracht. Men mocht het niet op de jas dragen of in de portemonnee hebben. Nadat in verband met de diefstallen er jarenlang op was aangedrongen, mocht tenslotte vanaf oktober 1934 het plaatje toch op de kleding gedragen worden en wel op de 'linker-borsthelft' (hiervoor werden zelfs leren fietsplaatjeshouders gemaakt en ook nu weer met een voor elk jaar afwijkende uitsparing). Het aantal diefstallen nam vanaf dat moment drastisch af. In het hele land werden in 1936 934 plaatjesloze fietsers gevonnist en in 1938 nog maar 117. fiet^plaatjeJ In de crisisjaren, toen het aantal werklozen onrustbarend steeg, werd besloten aan werklozen een gratis fietsplaatje te verstrekken. In zo'n plaatje was een gat aangebracht. Ook dat was een bron van veel kritiek: alsof werkloos zijn niet erg genoeg was, moest men er ook nog mee te koop lopen door middel van een plaatje met een gat. 9 Leren houders voor Rijwielbelastingplaatjes Twee clips voor in een knoopsgat Polsriem met metalen plaatjesbevestiging I VOOR HET Twee lederen houders Ook bij deze houders voor ieder jaar een andere uitsparing Een luxe uitvoering Kostenloos plaatje voor het belastingjaar 1937-1938 Afmetingen: 31 x 56 mm, gemaakt van messing 0,32 mm. Middenopening: 7 mm. Geldigheid: 1 augustus 1937 t/m 31 juli 1938 Aantal in omloop gebrachte exemplaren: 454.156 Land van Lochem 2008 nr. 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2008 | | pagina 9