In december 1907 stapten beiden dus op het Berlijnse station Friedrichstrasse op de Noord Express naar St. Petersburg. In hun gezelschap bevonden zich ook haar manager Maurice Magnum, haar meisje voor alles Fanny Hubin en haar chef d'orchestre Moritz Keller. Maurice Magnus heeft na zijn dood op Malta in 1920 een manuscript achtergelaten met als titel 'Memoirs of Golden Russia', waarin hij over zijn ervaringen met het land en met Isadora en de mensen in haar omgeving verhaalt. Hij is degene, die ons de volle dige naam van Pim Noothoven van Goor heeft nage laten. Magnus' manuscript is nooit gepubliceerd, maar Louise E. Wright en Peter Kurth hebben er gebruik van gemaakt, zij voor haar artikel 'Through Russia with Isadora; Maurice Magnus' Account' uit 2000) en hij voor zijn boek Isadora, a sensational life (uit 2001). Dank zij haar artikel en zijn boek is er duide lijkheid ontstaan over de achternaam van de Pim uit haar boek en is er ook wat meer informatie over het doen en laten van Pim tijdens de reis. Dankzij Magnus weten we nu, dat Pims familie voor zijn vertrek naar Rusland geweigerd had hem geld te geven, in een poging te voorkomen dat hij met Isadora mee op reis zou gaan. Hij moet dus niet vrij over het familiekapitaal hebben kunnen beschikken en dus ook zonder voldoende geld met haar mee zijn gegaan. Volgens Magnus heeft hij gedurende de reis volledig op haar kosten geleefd! Kurth vermeldt daarnaast, dat de groep op hun weg naar Rusland in Warschau stopte en dat Isadora daar over aan Craig in een brief schreef: "Het was hier één constant feest - champagne en dansen - het was voor mij het enige alternatief voor zelfmoord. De enige manier om stand te houden was door con stant dronken te zijn." Volgens Maurice Lever, in zijn boek Isadora Duncan, de danseres, moet Isadora tijdens de tournee door Rusland van Pims aanwezigheid hebben genoten. "In Pims nabijheid ervoer Isadora voor het eerst dat het leven luchtig en een beetje dwaas kan zijn. Ze ervaart het genot zonder dweperij, de liefde zonder berouw, gewoon het plezier om het plezier, vluchtig, als belletjes van klein geluk. Ze had nog nooit ge danst met een dergelijk licht gevoel. Het was een openbaring en een soort therapie: precies wat ze no dig had." Zelf schreef ze er over in Mijn leven: "Pim gaf mij pret - zuivere, zalige pret - op een moment dat ik er de meeste behoefte aan had, want zonder zijn bij stand zou ik zijn ondergegaan in een hoopeloze neurasthenie." De Ruslandtournee van Isadora moet een groot suc ces zijn geweest. Volgens Magnus danste ze voor uitverkochte huizen. "Aisadora", zo spraken de Rus sen haar naam uit, veroorzaakte een ware rage, waar ze ook optrad. Haar afbeelding verscheen op allerlei voorwerpen, zoals lucifers- en bonbondoosjes. De tournee duurde een half jaar. Uit het manuscript van Magnus weten we nu ook, dat Pim maar een Mijn leven als een vlucht met een achtervolging door een minnares van Pim, moeten we bijna zeker als dichterlijke vrijheid beschouwen. Ze vertrokken pas in december 1907 naar dat land, terwijl ze Pim al in april of mei had leren kennen. Bovendien vertrokken ze niet op een overhaaste manier vanuit Nederland, maar rustig vanuit Berlijn. Of Pim na hun kennisma king in Amsterdam in de tussenliggende tijd met haar meetrok op haar verdere tournee door Nederland en daarna door Zweden, Duitsland, Zwitserland, gevolgd door nog eens Duitland, Nederland en Polen, is niet bekend. Maar ze zullen elkaar zeker een aantal keren opgezocht hebben. Isadora Duncan is door veel kunstenaars getekend en geschilderd, o.a. door Picasso en Rodin. Abraham Walkowitz, die bevriend was met de beeldhouwer Rodin en die Isadora bij hem leerde kennen, heeft haar tussen 1906 en 1927 vele malen tijdens haar dans uitgebeeld. Gedurende zijn leven heeft hij meer dan 3000 tekeningen van haar gemaakt. Tijdens een expositie van zijn werk over haar dans heeft Isadora tegen hem gezegd: "Walkowitz, je hebt mijn biografie in lijnen geschreven zonder een woord nodig te hebben." Land van Lochem 2008 nr. 1 19

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2008 | | pagina 19