m
11
gleuven (cannelures) op de poten en de tussenregels
van de panelen, terwijl de cirkels op de panelen door
boring ontstaan zijn. Een metalen stempeltje zorgde
door inslaan met een hamer voor sterretjes die dien
den als vlakversiering. Een tuugkist uit de omgeving
van Laren, voorzien van de ingekerfde initialen IIPM
(voer voor genealogen) en het jaartal 1742 op de lin
ker hoekstijl is bijna gelijk van grootte; een breedte
van 1,15 meter plus een hoogte van 70 centimeter.
De oudste gedateerde Achterhoekse kist is een meu
belstuk uit Gelders Laren. Dit voorbeeld is gedagte
kend ANNO 1682 Qua vormgeving lijkt het front
sterk op de eerstgenoemde kist uit Neede, die uit het
laatste kwart van de zeventiende eeuw dateert.
Uit de buurt van Lochem komt een tuugkist van het
welbekende pannenkoekenrestaurant erve Brooks,
stammend uit de voor de landbouw gunstige periode
1750-1800. Heel bijzonder is een uit de hogere kunst
afkomstig driehoekig intarsiamotief van ebbenhout,
dat in de panelen toepassing vond. Een kettingfries
geleedt de bovenste regel (plank), terwijl een be
kwaam gehanteerde guts van de boerentimmerman
annex meubelmaker zorgde voor een pittige kerfsne-
deversiering. In het streekmuseum de Lebben-brugge
bij Borculo, nog tijdig gered door meester Heuvel
en de Oudheidkundige vereniging de Graafschap,
wordt goed bewaard een sledekist met vier panelen
en een schuin geplaatste, geprofileerde basisplank.
Volkskundigen zeggen dat dit kisttype samenhing
met kleinere en grotere vertrekken in de boerderij,
toen het los hoes in onbruik raakte: een burgerlijke
invloed. De hoekstijlen van de oudere kisten zorgden
dat de kistbodem van planken op veilige afstand bleef
van de soms vochtige vloer van leem of keitjes. Bij
de sledekist was deze afstand veel kleiner.
bestelling. Uit Twente kennen we huwelijkscontrac
ten die bij de bestelde kisten horen. Dat zal ook in
noordelijke Graafschap het geval zijn geweest. Nader
archiefonderzoek door heemkundekringen moet dit
nog hard maken. De sleutel tot genealogische na
speuringen zijn natuurlijk de namen op de kisten, en
een gelokaliseerde stijl van het front. Wie weet wat
er nog uit de bus komt!
Verder onderzoek
Volkskundige Adriaan Buter bezat een kist uit Neede,
1,42 meter lang en 78 centimeter hoog, die in dit pro
testantse gebied uitsluitend met gutssteekjes versierd
werd (gij zult u geen gesneden beeld maken- uit de
theologie). Het bergmeubel was voorzien van hoek
stijlen en een voorfront van vier panelen. Tussen
pootuiteinden en sokkelplank zijn barok aandoende
hoekvullingen van eikenhout aangebracht. Er waren
ook tuugkisten met drie panelen bekend. Duidelijk
is, dat het kisttype uit Markelo en omringende buurt
schappen (Stokkum, Elsen, Herike) verwant was
aan de noord-Achterhoekse tuugkisten. Dat is ook
merkbaar aan de kabinetten in Gelselaar en Geesteren
met opgerold linnen, in rozetvorm: een invloed van
de Markelose plattelandsculuur. Belangrijk is het ook
dat het hier gaat om protestantse gebieden, met een
sterk op elkaar lijkende streektaal.
Nader onderzoek kan nog meer tuugkisten uit de
noordelijke Graafschap in particulier bezit aan het
licht brengen, die dan opgemeten of gefotografeerd
kunnen worden voor vergelijkend onderzoek. Voor dat
doel kunnen bezitters hiervan contact opnemen met
de auteur, die in Lochem woont, sinds april van dit
jaar (tel. 0573-257752). Bij voorbaat dank!
Het door dr. Lex Schaars samengestelde Achter-
hoekse woordenboek, dat als thema-aflevering over
"'t huus" gaat (1984) zegt: "Eenvoudige kisten waren
van vurenholt of soms van grenenholt. Disse kisten
wodn vaak zwart of broene evarfd. Mooier en duur
der waren de kisten van ekenholt". Het verhaal gaat
dat ze ook wel op jaarmarkten werden verkocht. De
boerentimmerman maakte ze, net als lijkkisten, op
tJQÜ
ÜQÜ
Literatuur:
E. Jans, H. Piepenpott en A. Eiynck, in Oost-Neder
land. Versiering en typologie, Oldenzaal 1994, met name hoofdstuk
10: "Tuugkisten in de Gelderse Achterhoek", p. 55-62 en
hoofdstuk 11 "Tuugkisten rond Markelo", p. 62-68.
Tuugkist op de deel van het erve Brooks in
Gelselaar. Periode 1750-1800. Intarsiamotief
(ebbenhout) van donkere driehoekjes boven
en onder in de panelen. Kerfsnedeversiering,
kettingfries (komend uit de renaissance).
Opmeting: E. Jans.
Land van Lochem 2007 nr. 3