Schouw
Henriëtte Marsman-Slot
Schouw voeren is waterschapswerk. Al in de oudste waterschapsakten wordt het schouwen
vermeld. Hoewel de eerste waterschappen werden opgericht in het westen des lands, werden toch ook
in Gelderland al heel vroeg waterschapsbesturen in het leven geroepen. Doorgaans is de landsheer
initiatiefnemer ten gunste van zijn onderdanen. Dat was in het westen zo en dat was in Gelderland niet anders.
De oudste Gelderse dijkbrief is van 1316, de zgn. Boutesteijnse weteringbrief. Het eerste echte Gelderse
waterschap dateert uit 1321, dat van de Betuwe.
Ook in het werkgebied van het huidige Waterschap Rijn en IJssel, dat de Achterhoek en de Liemers omvat,
evenals een deel van de Veluwe en een stukje van Overijssel, is al in de middeleeuwen een waterschapsbestuur
opgericht.
Wij Reinout greve van Gelre ende Dyderic greve van Cleve doen cont alle
den ghenen de desen brief zoelen zien of horen lesen
Zo begint de oprichtingsakte van de Lijmerse Schouwpolder op 2 februari 1328. Of zoals onderaan de akte
staat vermeld:
Gegeven int jair ons heren Dusent driehondert acht ende twintig, op
onser liever vrauwen dach lichtmissen.
Met het uitvaardigen van deze akte was de waterschapsregeling voor het gebied van de Liemers een feit.
De beide graven deden dit expliciet voor de verkrijgers van 26 hoeven,
dat slach van Duvenrebroek ende Groesenrebroek
(het gebied gelegen onder Doesburg, meer precies bij Duiven en Groessen).
De ambtman van de Liemers zal als dijkgraaf met heemraden de schouw van de dijken en de weteringen
voeren:
ende onse amptlude doen toe schouwen opten dijken ende opter
weteringen nae des landts urbar mitten heymrade, alse dat dijckrecht
ende die schouwe in Bethue is gelegen.
Er wordt in deze dijkbrief dus naar het hierboven genoemde Betuwse waterschapsrecht verwezen.
Hoewel in de akte van 1328 nog veel meer geregeld is, wordt de verdere inhoud hier buiten beschouwing
gelaten. Het gaat in dit verband enkel om het voeren van schouw.
Jammer genoeg is het origineel van de akte verloren gegaan1. In het waterschapsarchief is gelukkig wel een
vidimus uit 1607 bewaard gebleven2.
Wat is het voeren van schouw?
De schouw is de inspectie door het waterschapsbestuur over de toestand, waarin dijken, watergangen,
bermen en alles wat daar zo bij hoort zich bevinden.
Tijdens het voeren van schouw wordt gekeken of de ingelanden wel aan hun verplichtingen ten aanzien van
het onderhoud van dijken en watergangen hebben voldaan.
Er waren vele soorten schouw.
Zo werd op de dinsdag na Beloken Pasen (week na Pasen) cierschouw, ook loofschouw genoemd, gehou
den. Dan werd bepaald of een dijkvak verbeterd moest worden. Soms ook moesten de dijkplichtigen beloven
de dijk overeenkomstig de ciering (een bestek met begroting) te maken. Op St. Johannisavond (23 juni) werd
de aardschouw gevoerd.
Er werd bekeken of de dijk met aarde moest worden aangevuld. De bermschouw gebeurde op St. Jacobi-
avond (24 juli). De term spreekt voor zich. De ruwaardschouw vond plaats op St. Victorieavond (9 oktober).
Dan werd de dijk op ruwaar gecontroleerd, d.w.z. dat het rijshout, dat aangebracht was ter versteviging van
de dijk, zorgvuldig werd geïnspecteerd.
6
Land van Lochem 2007 nr. 2