en Jansen, die zelfs een tijdlang gezamenlijk bureau voerden, die de landhuisstijl bekend maakten. Tussen
1916 en 1930 ontwierp Postel talloze huizen in deze trant, waaronder huis Beukenstein aan de Ampsenseweg
(1917), landhuis De Wievenkuil aan de Lochemseweg (1920), het Woodbrookershuis in Barchem (1922) en
het pand Marinus Naefflaan 36 (1929). Het belangrijkste ontwerp van architect A.J. Jansen in deze stijl is het
vernieuwde landhuis De Ehze in Almen, uit 1918. In 1919 verrezen aan de Veldhofstraat zeven arbeiders
woningen in de vorm van cottages naar ontwerp van Jansen.
Amsterdamse school
Als reactie op de sobere, rationele architectuur van Berlage, die wel een erg somber en zwaar karakter bezat,
kwam tussen 1910 en 1920 in Amsterdam een nieuwe expressieve baksteenarchitectuur tot bloei. Deze
plaatste niet zozeer de constructieve en functionele aspecten op de voorgrond, maar benadrukte juist het
effect van de zeer plastisch vonn-
gegeven buitengevels. Men vond
de bouwkunst van Berlage te star
en koel en men miste er beweging
en romantiek in. Een aantal jonge
architecten, zoals M. de Klerk, P.L.
Kramer en J.M. van der Mey ont
wikkelde een bijzonder schilder
achtige en expressieve stijl van
bouwen, die al gauw de naam
"Amsterdamse school" kreeg, ge
noemd naar de bakermat en de
plaats waar de architecten alle kans
kregen zich te uiten. Het eerste
grote gebouw in deze stijl was het
Scheepvaarthuis in Amsterdam
(1911-1916). Bij het expressio
nisme van de Amsterdamse school
is de uiterlijke vorm, op drie
dimensionale wijze uitgevoerd in
baksteen, allesbepalend. Het gebouw werd gezien als een groot beeldhouwwerk. Omwille van de schoonheid
van de uiterlijke vorm moesten zowel de indeling van de plattegrond als de constructie zich maar aanpassen.
Erkers, ingewikkelde hoekoplossingen en geveluitstulpingen bepaalden het rijke, expressieve karakter van de
architectuur. De architecten maakten uitbundig gebruik van baksteen in allerlei verbanden en patronen, dak
pannen als gevelbekledingsmateriaal en bijzonder vormgegeven natuurstenen en smeedijzeren ornamenten.
Ook glas-in-lood en ongewone venstervormen waren populair. In ramen ziet men vaak laddervormige roeden-
verdelingen. In de Amsterdamse schoolarchitectuur zijn vaak motieven en symbolen uit de scheepvaart ver
werkt, zoals gevels en erkers in de vorm van scheepsboegen, hoge vlaggenmasten, schoorstenen en allerlei
maritieme decoraties zoals gestileerde golfpatronen en zeedieren.
De Amsterdamse school kon zich
zo goed ontwikkelen, omdat en
kele grote Amsterdamse woning
bouwverenigingen er toe overgin
gen de jonge architecten in te scha
kelen voor hun grote woning
bouwprojecten in onder meer Am
sterdam-Zuid. Ook buiten Amster
dam werd de stijl populair, maar
vaak wel in een eenvoudiger inter
pretatie ervan. Vooral de dominante
pannendaken met grote schoorste
nen, de rijke baksteendecoraties en
de roedenramen vonden veel na
volging. Vaak werden deze elemen
ten gecombineerd met de meer za
kelijke, gematigd moderne bouw
stijl met zijn kubistische vormen,
die in het Interbellum tot ontwik
keling kwam onder invloed van het
22
Postkantoor in het complex van woningbouwvereniging Eigen Haard in de Amster
damse Spaarndammerbuurt, naar ontwerp van Michel de Klerk (1916-1918)
Winkelpui in Amsterdamse schoolstijl, Bierstraat 6 in Lochem
Land van Lochem 2007 nr. 2