gebouwen, die om een statusversterkende, traditionele vormgeving vroegen. Interessante voorbeelden zijn te
zien in het werk van het beroemde Gorsselse architectenbureau van J.J. van Nieukerken en zijn zoons J. en
M.A. van Nieukerken. Het bureau werd in het begin van de 20ste eeuw dé leverancier van imposante traditio
nele landhuisontwerpen door heel Nederland. Ook voerden zij veel restauraties uit van oude landhuizen en
kastelen. Aan de Joppelaan in Gorssel ontwierp J.J. van Nieukerken in 1904 het Huis te Werken en in 1927
werd door het bureau een ingrijpende verbouwing van Huis Verwolde bij Laren uitgevoerd. Nog twee goede
voorbeelden van "Um 1800-stijl" in de gemeente Lochem zijn het grote herenhuis "De Hertenkamp" (kort na
1910) in villapark Berkeloord in Lochem, en het gemeentehuis van Gorssel, dat in 1914 werd gebouwd naar
ontwerp van architect A.J. Jansen, die zich liet inspireren door het Hollandse Classicisme uit de 18de eeuw.
Cottagestijl
Ook de in Lochem en Gorssel in de jaren 1915-1930 erg populaire landhuizen met rieten kappen kunnen we
onder de noemer van de nieuw t_
historiserende stijl rangschikken.
Het schilderachtige landhuistype
ontstond begin 20ste eeuw als apart
fenomeen binnen de brede ontwik
keling van het landhuis en de her
oriëntatie op de traditionele bouw
stijlen. Het "buiten wonen" stond
sterk in de belangstelling en de
cottagemet zijn traditionele rus
tieke uitstraling, waarvoor men de
inspiratie vond op het Engelse plat
teland, was wel de meest roman
tische woonvorm, die men zich
kon bedenken. Allerlei elementen
en bouwmaterialen, die karakteris
tiek waren voor de landelijke
bouwkunst werden tot een schil
derachtig geheel samengesmeed:
lage bakstenen gevels, soms in
rustieke misbakselstenen gemet
seld of voorzien van imitatie
vakwerk of gepotdekselde delen;
kleine vensters met glas-in-lood
ramen en luiken, erkertjes met
glas-in-lood, en bovenal dominant
aanwezige rieten kappen met di
verse dakkapellen, aankappingen
en grote schoorstenen. Het feno
meen beperkte zich niet tot kleine
zomerhuizen, maar betrof ook
grote, gecompliceerd opgezette
landhuizen, horecageledenheden of
verenigingsgebouwen op tennis-
of golfparken. Ook hierin waren
de Engelse ontwikkelingen van
groot belang. De Engelse wonin- Landhuis aan de Marinus Naefflaan in Lochem, 1929
gen op het platteland, zowel de
kleine cottages als de grote landhuizen kwamen in het begin van de 20ste eeuw sterk in de belangstelling door
het werk van onder meer Herman Muthesius. Hij was van 1896 tot 1903 als attaché verbonden aan de Duitse
ambassade in Londen en kreeg van de Duitse regering de opdracht om een studie te maken van de Engelse
woonhuisbouw, die vooral in de tweede helft van de 19de eeuw interessante ontwikkelingen had doorgemaakt
en van betekenis zou kunnen zijn voor vernieuwingen in de bouwkunst op het Europese vaste land. In 1903
publiceerde Muthesius zijn indrukwekkende boekwerk Das Englische Haus, waarin hij een uitgebreid over
zicht geeft van de geschiedenis van de beroemde Engelse wooncultuur en de zeer gerieflijke én moderne
huizen die daaruit waren voortgekomen. Traditie, functionaliteit en woongenot waren bepalend voor de
vormgeving en de indeling van deze huizen. Daarbij speelden ook de ligging en het omringende landschap een
belangrijke rol. Het boek was een enorm succes en de "Engelse landhuisstijl" met al zijn (deels ook rationele)
kenmerken werd dat ook op het vasteland. Rond Lochem en Gorssel waren het vooral de architecten Postel
21
Huis Beukenstein aan de Ampsenseweg in Lochem, naar ontwerp van G.J. Postel
Land van Lochem 2007 nr. 2