proefde stijlen uit het verleden, zoals dat in de 19de eeuw volop was gebeurd, geen heilzame weg was om tot een goede "moderne" architectuur te komen, die was toegesneden op alle wensen van de 20ste-eeuwse mens. Vernieuwingen in de bouwkunst rond 1900 Na alle op de historisehe bouwstijlen geïnspireerde stromingen in de 19de eeuw was de tijd rijp geworden voor vernieuwende tendenzen in de bouwkunst. Deze vernieuwingsdrang manifesteerde zieh wereldwijd en moet in samenhang worden gezien met de bovengeschetste ontwikkelingen op maatschappelijk en technisch gebied. In Engeland, waar de stormachtige industrialisatie en vooruitgang eerder in gang waren gezet dan in Neder land, waren rond 1850 al ideeën ontstaan over nieuwe wegen in de kunst. De Engelse wijsgeer John Ruskin en zijn leerling, de schrijver en ontwerper William Morris waren belangrijke schakels in de bewustwording, dat de in de 19de eeuw opgekomen massaproductie naast voordelen ook zijn negatieve kanten had. In de bouwkunst en de productie van bijvoorbeeld meubels en interieurvoorwerpen kwam dit tot uitdrukking in de overvloedige productie van bedenkelijke ornamenten in allerlei historiserende stijlen en inferieure materialen. Ze zagen met lede ogen aan dat het kunstzinnige ambacht en de liefde voor detail verloren gingen. Uit deze bezorgdheid ontstond de Arts Crafts beweging, die zich toelegde op het vervaardigen van ambachtelijk handwerk en kunstzinnige vormgeving. Daarbij werd bewust de historiserende vormentaal ontweken en gezocht naar nieuwe wegen. Ook de architectenwereld werd hierdoor beïnvloed. De "nieuwe kunst" richtte zich in Engeland in het begin vooral op de ambachtelijke en decoratieve kunst nijverheid uit de Middeleeuwen. Het eerlijke, eenvoudige materiaalgebruik ervan werd hoog gewaardeerd, evenals ook de decoratieve kwaliteiten van bijvoorbeeld glas-in-lood, middeleeuwse verluchte handschriften, stoffen en houtsnijwerk. In de natuur zag men een belangrijke inspiratiebron. Allerlei motieven uit de planten en dierenwereld werden toegepast in de ontwerpen van aardewerk, sieraden, stoffen, boekbanden, deco ratieve elementen ten behoeve van de bouwkunst (deurbeslag, lateien), etc. Het grondmotief, de natuur, werd tot in het oneindige gevarieerd en gestileerd. Ook liet men zich inspireren door de oosterse kunst. Door de intensivering van de handelscontacten waren oosterse kunstuitingen zeer gewild. Japanse prenten en houtsnedes beïnvloedden de nieuwe stijl met hun sierlijke lijnvoering en ontbreken van zwaarte en diepte. Gestreefd werd naar het zogenaamde Gesamtkunstwerk, waarin bouwkunst en kunstnijverheid samengin gen. We zien in deze periode in de bouwkunst dan ook een grote opleving in de toepassing van allerlei soorten en kleuren baksteen, tegeltableaux, glas-in-lood, wandbeschilderingen, alles in dezelfde stijl. Hierbij werd echter de in de 19de eeuw verworven kennis rond moderne constructiemethoden en nieuwe bouwmaterialen niet uit het oog verloren. Jugendstil Ook het vasteland raakte geïnte resseerd. Zo werd in 1895 in Pa rijs de kunsthandel "Salon de l'art nouveau" opgericht, waar de producten van de nieuwe kunst werden gepresenteerd. Exposities, tijdschriften en kunsthandels maak ten de stijl internationaal bekend, waarbij ieder land zijn eigen variant ontwikkelde en deze stroming een eigen naam gaf. In Nederland ge bruiken we meestal de termen "Nieuwe Kunst" of "Jugendstil", genoemd naar een in 1896 in Duitsland opgericht tijdschrift "Die Jugend", die de ook in Nederland geliefde sobere variant van deze stijl propageerde. In tegenstelling tot de nogal uitbun dige art nouveau die in België en Frankrijk ontstond, was de Neder landse variant wat ingetogener van aard. We hebben hier te maken met een vrij sobere vaak geometrisch opgezette Jugendstil, waarin symmetrische vormen een belangrijke rol spelen. Maar ook hierin staat de sterk gestileerde planten- en dierenwereld in de decoraties centraal. We zien langgerekte, stengelachtige motieven, bloemen en bloemknoppen, vlindervormen en vogels als pauwen, kraanvogels e.d. toegepast op allerlei sier en gebruiksvoorwerpen, stoffen, behang, maar ook in de architectonische vormgeving en decoratieve afwer king van gevels. De Jugendstilarchitectuur kenmerkt zich door het gebruik van lichte bouwmaterialen, log- 15 Detail van een winkelpand in Art nouveaustijl in Nancy, Frankrijk Land van Lochem 2007 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2007 | | pagina 15