Excursie naar het Rheinland
Focko de Zee
Op zaterdag 28 april om 08.03 uur togen 40 belangstellenden, met gids Jan Berends en Tine
Kampen die de groep begeleidde namens de evenementencommissie, naar het Rheinland.
Voor dat we daar waren zorgde Jan Berends al
voor de nodige informatie. Over b.v. de vroe
gere bewoner van Kasteel Ruurlo, de baron
die nu achter het Kasteel woont.
Ook over de vele kastelen langs de oude IJssel, waar
schijnlijk omdat op die plaatsen, de vroegere grens
van het Romeinse rijk, al de wachttorens stonden.
Maar goed, bij Radstake stond geen afgehakt hoofd
op de staak en konden we met een rustig gemoed de
grens over bij Isselburg en verlieten het aangeharkte
Nederland. Via Dingen, Ringeberg (met het zuster-
kasteel van Slangenburg, Ampsen en Vorden) en o.a.
Diersfordt op de oude Romeinse weg naar Xanten.
Wij namen de doorwaadbare plaats voor Diederik niet
maar de brug bij Rees op weg naar Kalkar, langs de
vele koolzaadvelden voor de biodiesel en de wind
molens voor de groene stroom.
Kalkar, bekend door het Wunderland van Henny van
der Most, had voor ons wat anders in petto: de Sankt
Nicolai Kirche, met ongekend mooi houtsnijwerk,
zowel in het vaste interieur als in een 8-tal gilde-alta
ren. Arend van Kalkar en als hij in Zwolle was, Arend
van Zwolle, heeft als belangrijkste houtsnijder in de
15de eeuw een topprestatie geleverd.
De kerk, een drieschepige pijlerbasiliek, werd in de
tweede helft van de 13de eeuw gebouwd. Dat was
een hele opgave voor de 2000 inwoners van Kalkar.
In 1409 werd de kerk na een verwoestende brand in
baksteen en tufsteen herbouwd, want de stad was
rijk geworden door de lakenweverij en het bier-
brouwen.
Ook het gat in het plafond, voor de Hemelvaart, is
nog aanwezig. Maar toen het Christusbeeld eens uit
de touwen gleed en een been brak, heeft men dat
gebruik maar opgeheven.
Maar weer verder, richting Walbeck, over rivier de
Niers, langs kasteel Wissen, naar Kevelaar. Dit
bedevaartsoord bleef in de oorlog gespaard, in te
genstelling tot de omringende plaatsen, waar soms
90% of meer van de gebouwen verwoest werden.
Maar ja, als je op haar eigen verzoek, een kapelletje
voor Maria hebt gebouwd is dat ook logisch.
Bij Walbeck langs de kastelen Stepreadt en Walbeck
gereden. En dat langsrijden was geen straf, want Jan
Berends hoefde bij elk kasteel maar even in zijn ge
heugen te graven om ons een volledige familie- en
gebouwchronologie voor te schotelen.
Na de lunch bij Eickmann in Walbeck de Luziakapelle,
bij de Sankt Luziakirche, bezocht. Dit is, nu nog,
een van de vele verzamelpunten voor de tocht naar
Santiago de Compostela.
Op naar het volgende wonder, want zo hadden we
de kerk in Kalkar wel ervaren.
En dat is er, nl de tuinen van klooster Kamp bij Lint
fort. Natuurlijk, Cistirciënzer monniken zijn nijver en
besteden minder tijd aan denken en bidden dan b.v.
hun Dominicaner collegae op Slangenburg. Maar dan
hoef je toch niet perse de terrastuinen van Slot
Sanssouci bij Potsdam na te bouwen zou je zo den
ken. Nou, dat hebben ze wel gedaan.
De stichting van het klooster in 1150 kwam voor
rekening van de Keulse aartsbisschop von
Schwarzenberg, een vriend van Bernard van
Clairvaux.
Abt Franciscus Daniëls was verantwoordelijk voor
de bouw van de barokke terrassentuin in 1740, met
fonteinen, beelden, geschoren bomen, exotische plan
ten, enz. Enfin, zoals u het origineel in Potsdam kunt
zien, maar zonder zover te hoeven reizen.
Dat alles kostte niet niks, hetgeen het nodige onbe
hagen opleverde bij Vader-abt en tot verwikkelingen
in het bisdom. Klooster Kamp is dan ook drie keer
verwisseld van Bisdom.
Het laatste opmerkelijke fenomeen waar we mee ge
confronteerd werden was de "Fossa Eugeniana" We
zijn er langs gereden, een onooglijk slootje, maar een
gigantisch project in de 17de eeuw. Wat was er toen
aan de hand? Omstreek 1624 was Zuidelijk Neder
land in handen van de Spanjaarden, inclusief Ant
werpen. Maar de Nederlandse schepen hielden de
Schelde bezet. Dus Antwerpen zat op slot. De oplos
sing die de Spanjaarden bedachten: een kanaal van
de Rijn (Rheinberg), via de Maas (Venlo) naar de
Schelde (Antwerpen). Op 21 september 1626 ging
de eerste schep de grond in.
Maar toen de Hollandse troepen een verrassingsaan
val op fort Walbeck uitvoerden betekende dat het einde
van het project. In 1628 werd het "Grande Canal du
Nord" stopgezet.
Laatste stop was het volgens Romeinse "uitleg" ge
bouwde vestingstadje Orsoy. Vierkant dus, met een
straat van west naar oost en een straat van noord
naar zuid.
Daar was het bier goed en dat was zo langzamer
hand ook wel nodig op deze voortreffelijke, zonnige
dag.
Om 18.38 kwamen we weer in Lochem aan, geheel
kompleet. En dat laatste, kompleet, was bijna niet
gelukt, maar hoe dat zat is een ander verhaal.
In elk geval was de reis te bijzonder om er slechts 40
deelnemers van te laten genieten, dus wie weet,
nog een volgende keer!
10
Land van Lochem 2007 nr. 2