In 1626 is Johannes Xylander (veel te jong) gestor
ven aan de pest.
Joachim Neander 1638-1650
Zijn werkelijke achternaam was Nieman (of Nijman),
hij was afkomstig uit het graafschap Bentheim en
werd in 1638 beroepen in Lochem. Zijn echtgenote
heette Anna Duimen.
Joachim heeft een aanzienlijk nageslacht in het Lo-
chemse gekregen waarvan er ook heden ten dage
nog veel nazaten hier ter plaatse voorkomen.
Als eerste vonden we Adolph Nemans gehuwd met
Grietien Rodentoerns, (eerder gehuwd met Derk van
Eps), die al in 1653 weduwe van hem blijkt te zijn.
Bij het ontbreken van kerkelijke registers is uit die
periode wat dat betreft verder niets te vinden.
Adolph blijkt in ieder geval twee zoons te hebben
gekregen, namelijk Joachim en Henrick. Joachim
huwt op 7 november 1680 met Hester van Eps en
Henrick trouwt op 28 juni 1685 met Hender sken
Hambuyrden.
De tak van Joachim heeft onder andere schoolmees
ters en ambtenaren voortgebracht, terwijl de nako
melingen van Henrick vooral koopman werden of
een ambacht als beroep kozen.
De familie was wel historisch bewust, dit blijkt bij
voorbeeld uit een zeer bijzondere inschrijving in het
doopboek van Lochem op 1 februari 1778, die hier
onder is afgebeeld.
Als tweede naam krijgt de dopeling dus in feite de
achternaam van zijn Nederlandse stamvader. Uit een
reconstructie heb ik kunnen nagaan dat de kleine
Joachim Neander zoals aangeduid inderdaad de zesde
generatie na zijn illustere voorvader vertegenwoor
digt; na de predikant waren het achtereenvolgens:
Adolph, Henrick, Adolph, Garrijt, Adolph Jan, en nu
dus Joachim Neander.
Johannes Ludovicus Olmius 1652-1684
Deze werd geboren in Arlon (Luxemburg). Hij was
eerst predikant in Vreden, daarna in Gelselaar en in
1652 werd hij beroepen in Lochem.
Uit zijn huwelijk met Margaretha Gerverdinck kreeg
hij zeven kinderen, waarvan Gerhard de belangrijk
ste voor Lochem zou worden. Deze Gerhard huwde
in 1689 Johanna van Dam, dochter van Bruno van
Dam, burgemeester van Lochem en stadhouder van
het Scholtambt van die naam.
Gerhard Olmius volgde zijn schoonvader op als stad
houder wat inhield dat hij de plaatsvervanger was
van de Scholtis (dit is de adellijke vertegenwoordi
ger van de landsheer). Als woning koos hij het adel
lijke goed Dedingsweerd of Westerholt.
De familie Olmius was zelf niet van adel, dus kon
Gerhard ook niet namens het goed Dedingsweerd
verschreven worden in de ridderschap.
Een van de kinderen van Gerhard was Nicolaas Her
man Olmius, die burgemeester werd van Lochem.
Zijn wapen prijkt op de gevel van het oude stadhuis
als een van de bestuurders die midden 18de eeuw
besloten tot modernisering van het pand, waarbij onder
andere de ingang aan de marktzijde werd verplaatst
naar de gevel aan de kerkzijde.
Een andere tak van de familie is in Doetinchem te
rechtgekomen alwaar ze reeds in de 17de eeuw een
belangrijke rol heeft gespeeld bij de ijzerwinning. Een
nakomeling is in de 18de eeuw opgeklommen tot
burgemeester van Doetinchem en had later zelfs zit
ting in de Staten-Generaal.
Wilhelmus Schomaker 1652-1696
Hij werd te Lochem geboren in december 1621 als
zoon van burgemeester Bartold Schomaker en Hen-
rica Klumpers. Zijn voorouders komen hier al in de
15 de eeuw uit de archieven naar voren en hebben
hun naam mogelijk ontleend aan hun beroep, dat oor
spronkelijk schoenmaker kan zijn geweest.
In de 17de en 18de eeuw zijn ze vooral bekend ge
worden door hun ambt van burgemeester waarvan
men de indruk krijgt dat het voor de familie in een
bepaalde periode zelfs erfelijk was geworden.
Deze voorbeelden laten zien dat de predikant in
hoog aanzien stond, immers uit hun geslachten
kwamen óf burgemeesters voort óf men werd
predikant nadat het geslacht was opgeklommen
tot burgemeester.
Eerst één, later twee predikanten
Zet men de eerder vermelde naamlijst in chronologi
sche volgorde dan blijkt dat er tot 1652 één predikant
optrad, maar dat er vanaf dat jaar twee in functie
waren. Dit zal te maken hebben gehad met een vrij
sterke bevolkingstoename medio 17de eeuw. Men had
de Tachtigjarige oorlog immers achter zich gelaten
en was de grote stadsbrand van 1615 te boven geko
men. Er werd weer volop gebouwd, getuige de jaar
tallen (ca. 1640) op enkele nog bestaande gebouwen,
waarvan het stadhuis en raadhuis wel de bekendste
zijn.
Waar woonden de Dienaren des Gods Woord
(en hun voorgangers)?
In het Gelders Archief te Arnhem bevinden zich on
der het hoofd 'Staten van het Kwartier van Zutphen'
de rekeningen van de rentmeester over de jaren 1609
tot 1804. Hierin zijn de ontvangsten en uitgaven op
genomen die betrekking hebben op de Geestelijke
Goederen uit het Kwartier.
Wat Lochem betreft heb ik uit enkele over de jaren
verspreide steekproeven kunnen opmaken waar, in
elk geval de eerste, predikant heeft gewoond en wie
dat was. Aan de ontvangstenzijde worden namelijk
onder andere ontvangh steeds vermeld die "van
de pastorie"; dat waren de inkomsten uit de destijds
15
tfoüCJlL/n nó^^dca/ldcldiiij/trt Jnn. A,,',,,,
c/lriotln*. At„,,
fit' aeAnjttnLilt vAn-Jua-ckiittuS êtórtfJik ut -t* xjitJtMLl d-
(Ct*)S min' —H*tortf—gra*t-
Land van Lochem 2007 nr. 1