Prentbriefkaarten Er is voor vermogens aan prentbriefkaarten weggegooid door mensen die niet konden be vroeden dat de hartelijke groeten van tante Mien nog wel eens financiële waarde konden krijgen. In de loop der jaren zijn er door de PTT miljoenen prentbrief kaarten en wenskaarten ver stuurd. Toch is de belangstelling voor prentbriefkaarten niet zo den plaatjes echter alleen in de weinige geïllustreerde boeken en zeldzame tijdschriften, slechts be taalbaar voor de betere stand. De prentbriefkaart voorzag daarom in de prentbriefkaarten al begonnen. In Duitsland en Oostenrijk woon den twee heren Schwartz, die al lebei beweerden de uitvinder van de prentbriefkaart te zijn. Toeval- K W E R K. groot als tijdens de vorige eeuw wisseling. Door verzamelaars van dat soort kaarten worden de jaren 1900-1919 zelfs 'De Gouden Tijd' genoemd. Elke aapjeskoetsier had prentbriefkaarten in zijn hoge hoed om aan zijn passagiers te verko pen. Op de spoorwegstations vent ten jongens bij de treinen prent briefkaarten uit. De kopers kon den hun beschreven kaarten op het volgende station afgeven aan de man met het spiegelei. Op de top van het Rigigebergte, boven op de Eiffeltoren en op vele andere bouwwerken stonden schrijftafels ten behoeve van toe risten die thuis wilden laten weten en zien waar zij waren. Speciale koeriers hielpen de kaarten op weg, Die vroege kaartenrage is gemak kelijk verklaarbaar. Onze behoefte aan afbeeldingen van verre oorden en gebeurtenissen ver van ons bed wordt ruimschoots bevredigd door televisie, tijdschriften, boe ken, kranten en het internet. Omstreeks de eeuwwisseling ston- een behoefte aan beeld en was vooral een uitkomst voor degene die anderen wilde laten zien waar hij verbleef. De uitvinders van de ansicht kaart De mogelijkheid daartoe ontstond in 1871. Toen werd bij Koninklijk Besluit de briefkaart ingevoerd. De PTT kreeg het monopolie van uit gifte, maar maakte alleen standaard briefkaarten, iets kleiner dan de huidige en met de frankeerzegel er al op gedrukt. Dus zonder afbeel ding. Wie er een wens of plaatje op wilde zetten moest de kaarten eerst bij de PTT kopen. Kantoor boekhandel Koster in Amsterdam was in 1873 de eerste die ze met een rijmpje verkocht, in 1883 even eens de eerste die een illustratie op de beeldzijde liet drukken. De PTT noemde ze de geïllus treerde briefkaarten maar de volks mond sprak van ansichtkaarten, een leenwoord uit het Duits. Daar was immiddels de opmars van lig hadden zij ook dezelfde naam. De eerste geïllustreerde kaarten waren wenskaarten voor het nieuwe jaar. Meestal met vrome teksten. Menige dominee had er een aardige bijverdienste aan. De ver maarde dominee-dichter Ten Kate maakte zo'n tweehonderd nieuw jaarswensen per jaar. Daarna kwa men de topografische kaarten die dorpen, steden en gebouwen lie ten zien. Aanvankelijk in tekenin gen, maar allengs steeds meer in foto's. Ze gingen grif van de hand en toen in 1892 de PTT zijn mo nopoliepositie verloor, was het hek van de dam. De ene uitgever na de andere stortte zich op de nieuwe markt. Zij leverden kaarten die po litieke gebeurtenissen in beeld brachten, oorlogen, natuurrampen, toeristische attracties en uitvindin gen. Maar ook kaarten met be roemde personen erop, dieren, ge tekende moppen, bladmuziek, re clame, spelletjes, verkiezings propaganda en erotische voorstel lingen. Prentbriefkaarten werden 8 niiiiiir jvtfrrtrjrrrrf AAN Naam en adres desverkiezende in te vullen. Land van Lochem 2006 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2006 | | pagina 8