De berging van een Me 109G-14/
AS te Eefde
De Stichting Aircraft Research Group Achterhoek (ARGA) stelt zich ten doel de luchtoorlog
boven de Achterhoek, Liemers, Over-Betuwe en de grensstreek Emmerich-Bocholt tijdens
de Tweede Wereldoorlog te onderzoeken en te documenteren. Dit doet de stichting door
archiefonderzoek in binnen- en buitenland, onderzoek van crashlocaties en het uitvoeren van
vliegtuigbergingen. Verder worden ooggetuigen ondervraagd en probeert men in contact te
komen met oud-vliegers en familieleden. Een belangrijke taak is ook het archiveren en docu
menteren van al het historische materiaal. In dit artikel wordt verslag gedaan van een be
langrijke ontdekking bij Eefde. Het begin van een uitermate boeiend verhaal, dat ons ook in
Lochem zal brengen.
Ontdekking in Eefde
ijdens onderzoek in de regio Eefde is de Aircraft Research Group Achterhoek (ARGA) getipt over het
feit dat zich in een perceel bouwland tussen Eefdese Enkweg 17 en 19 nog een Duits jachtvliegtuig in
de grond zou bevinden. Volgens een ooggetuige, de heer H.J. Regelink uit Eefde, zou dit toestel in 1945
zijn neergestort. Na bestudering van luchtfoto's uit 1944 en 1945 bij de topografische dienst in Emmen zijn
we er achter gekomen dat dit toestel tussen 29 november 1944 en 23 januari 1945 is neergestort aan de
Eefdese Enkweg.
Een andere aanwijzing werd gevonden in een rapport van de luchtbeschermingsdienst van Zutphen van 14
januari 1945. Hierin vonden we het volgende citaat: Boven de stad woedt een luchtgevecht omstreeks 13.50
uur. Een vliegtuig stort in de Gemeente Gorssel neer. De
piloot drijft met zijn valscherm in de richting Brummen af".
Tijdens een locatieonderzoek met een metaaldetector vond de ARGA kleine vliegtuigdelen op het betreffende
stuk land. Ook de peiling met een dieptezoeker leverde een positief resultaat op: een Duits jagerwrak bevindt
zich sinds 14 januari 1945 in Eefdese bodem!
14 januari 1945 was een heldere koude winterdag met een oostenwind en zeven graden vorst. Op het gebied
van de luchtoorlog was het een zeer hectische dag boven Oost-Nederland. De dag begint met mist en pas
tegen 11 uur in de morgen kan de 1ste Gruppe van Jagdgeschwader 1 opstijgen van de vliegbasis Twenthe
voor een verplaatsingsvlucht naar Oost-Duitsland. De toestellen zijn net in de lucht, als ze worden aangevallen
door de Canadese Spitfires van 401, 411 en 442 squadron. Zij schieten maar liefst elf Fw 190 jagers naar
beneden tegen een eigen verlies van 1 Spitfire. Tien Duitse vliegers komen om het leven.
Even later wordt de 4e Gruppe van (Sturm) Jagdgeschwader 3 met twaalf Fw 190 jagers in een luchtgevecht
met Amerikaanse P-51 Mustang uit de lucht geschoten. Twee toestellen komen terecht op Duits gebied, de
andere tien komen neer in het gebied Zieuwent-Lichtenvoorde. Vier vliegers worden gewond opgenomen in
het Lazaret in Bocholt en vier komen er om het leven.
Even na de middag stijgen er vier Me 109 jagers van de 7e Staffel van Jagdgeschwader 77 op van de
vliegbasis Bönninghardt-Süd voor het onderscheppen van aangeschoten Amerikaanse bommenwerpers bo
ven Oost Nederland. Een toestel keert al snel terug vanwege motorschade en de andere drie vliegen door en
bereiken tegen kwart voor 2 in de middag de regio Zutphen. Daar worden ze plotseling aangevallen door
Engelse Spitfires en vermoedelijk ook Tempest jagers. Het toestel met daarin Leutnant Walter Hekel wordt als
eerste neergehaald, waarbij de piloot sneuvelt. Dit toestel komt enkele kilometers ten noorden van Zutphen
neer. Hekel wordt in Zutphen begraven en in 1951 overgebracht naar Ysselsteyn(L). Daarna wordt het toestel
van Oberfeldwebel Erich Ett getroffen. Hij raakt daarbij zwaar gewond aan zijn rechter arm, volgas trekt hij
zijn toestel omhoog en springt eruit op een hoogte van 6000 meter.
Hij is in staat om met zijn linkerhand de parachute te openen en zweeft zo hevig bloedend naar beneden.
Ondertussen komen de Spitfires voorbij vliegen en "groeten" hem door met de vleugels te bewegen. Ook het
derde toestel haalt de basis niet, het toestel van Leutnant Hans Kaiser wordt ten zuiden van Diepenheim
Karl Lusink
Winter 1945
24
Land van Lochem 2006 nr. 3