t.
ri
M W'Kj)c\i
ypi/tvP fz<£cfa<tuK.
tm/x/fnt <k WdtHi
ctCf :'\c k~
ctntufk riL
p1>\
CdttWi-
27-07-1732 Garrijt
Boevink wed. wijlen
Derksken te Vos-
haer, en Trijntjen
Veltkamp.
Ook nu volgen weer
kinderen, waarbij de
vader steeds Garrijt
Dollenhoet wordt
genoemd, maar om
te voorkomen dat
het voor de lezer saai
wordt, zal ik die niet
allemaal opsommen.
Ik zal me ook ver
der beperken tot wat
losse genealogische
gegevens.
Op 28-11-1762 trouwt
Berent Groot Bo-
vink, zoon van
Garrijt Groot Bovink
in Barchem met
Geertjen Aestman uit
Aexel.
Hun eerste kind is: 29-04-1764 Geertruy, dochter
van Berent Bovink en Geertjen Aastman op den
Dollenhoet, Barchem.
Van deze Geertruy vond ik de volgende huwelijks
inschrijving:
23-12-1781 Hendrik Lindenschot en Geertruid Groot
Boevink
Omdat Berent toen al was overleden heeft dit echt
paar de bewoning op Boevink voortgezet.
Kinderen worden geboren tussen 1783 en 1797,
waarbij als plaatsbepaling wisselend Groot Boevink
en Dollenhoed wordt gebruikt.
Alleen bij de inschrijving van het laatste kind op 31
3-1797 wordt vermeld dat de vader dan inmiddels is
overleden en dat de geboorte plaats vindt op het erf
Onijs, dus kennelijk heeft de weduwe het erf Groot
Boevink verlaten.
Welke pachter het roer op Dollenhoed toen heeft
overgenomen weet ik niet maar uit het oudste bevol
kingsregister van ca 1820 blijkt dat het waarschijn
lijk Jan Willem Runneboom en Dirksken Nijhof zijn
geweest. Ook voor hen wordt als beroep 'landbou
wer' opgegeven. De verdere bewoningsgeschiedenis
is weer te lezen bij Klein Egelink.
Een vroege aanduiding als herberg
De Scholtis van het Scholtambt van Lochem, een
figuur die tot 1795 namens de landvorst was belast
met de openbare orde en veiligheid in ons gebied,
hield ook een rekening bij van de 'breucken' of boe
ten die hij op mocht leggen voor overtredingen van
de destijds geldende voorschriften. In de rekening
van Herman Schimmelpeninck van der Oye over de
periode 1691-1695, vond ik de volgende opmerke
lijke boete:
fdj} -ten
01)
t/J
'f
'/•ioHj't
Cfi&iccflti -4 c VfóêzF 4oUc} L
n, 0
H
nu
"~iïi)'accwPien-2)£
ftciWü
a^
Utó u in
-ilvc'cïc. ojf.
o
K
j c cl av en
0
ij U. COi\
dtjicfa/.
de q&K
6
<2 5 -
Hoewel de tekst goed te lezen is geef ik toch nog
even de transcriptie:
Den 15 September 1694 den Weerdt op den Dollen
Hoedt om dat hij tegens Landtsplaccaet te vroegh
totten bijslaaep met sijn tweede off toecoomende
vrouw sigh hadde begeven, aengeslaegen op 25 gul
den.
Waarschijnlijk betreft het hier de door mij onder het
hoofd 'bewoning' genoemde
Gerrit Berendtsen die op 30-6-1694 voor de tweede
maal is getrouwd.
De inhoud spreekt verder voor zich, maar over vroe
gere normen en waarden gesproken!
Je kunt je trouwens ook afvragen hoe men zoiets
dan wel controleerde!
Het Zutphens Liedboek van 1537
Zoals ik in mijn inleiding al aanduidde, heeft Mevrouw
Von Meyenfeldt in 1996 een boeiend artikel geschre
ven over het in dat boek voorkomende lied 'Den dol-
lenn hoett'. Gezien de inhoud blijkt het een oud drink
lied te zijn geweest, maar wat betreft de betekenis
van de titel houdt de schrijfster het op meerdere mo
gelijke verklaringen.
Nu ik bewijzen heb gevonden voor het bestaan van
een reeds in de 17de eeuw zo genoemde herberg ter
plaatse van het thans geheten hotel Bon'Aparte, voel
ik het meest voor de stelling dat er destijds een uit
drukking moet hebben bestaan (hoewel de schrijf
ster deze in geen enkel boek heeft kunnen vinden)
die in de taal van toen luidde 'den dollenn hoett
auffsettzen' met de betekenis van 'eens flink door
zakken', en dat men die uitdrukking in de naamge
ving van de herberg heeft laten voortleven.
17
t>ii
CvlV
CLC ii
Land van Lochem 2006 nr. 3