een monogram bevestigd te zijn met de letters DC, die staan voor De Cloese. Tenslotte wordt het hotel met uitspanning in 1907 overgedragen aan de pach ter en bewoner van dat moment, de hotelhouder Gerrit Willem Kloosterboer en wel voor het bedrag van 35.000,gulden. De verdere eigendomsgeschiedenis is ons bekend van de eerder genoemde Jan Klein Egelink. De bewoning vanaf de 17de eeuw Het verpondingsregister geeft ook de oudste blik op de bewoning van het erf Boevink. Vermeld wordt dat 'Herman op de Snijdersgaerden bout', d.w.z. deze persoon was de bouwman aldaar. De eerstvolgende vermelding die ik heb gevonden was in het doopboek van Lochem en is tegelijkertijd een interessante: '29-8-1685 Jan in die Swaene, alias Dollenhoett in Berchem, sijn sone'. De naam van de zoon wordt niet vermeld maar belangrijker is dat hier, voorzover althans uit mijn onderzoek blijkt, voor het eerst de naam 'Dollenhoett' wordt gebruikt en wel als andere naam voor 'die Swaene'. Deze laatste be naming werd vroeger wel (en soms nóg, zoals blijkt uit een recente foto die ik onlangs heb gemaakt) ge bezigd voor herbergen of cafés. Mogen we hieruit concluderen dat er in 1685 een herberg was gevestigd die tot dan toe 'die Swaene' werd genoemd (ik heb die naam daarna ten minste in geen enkel archiefstuk meer gevonden) en dat men daaraan vervolgens de naam 'Dollenhoett' is gaan geven? Ik denk het wel, maar dan onverminderd het gegeven dat 'Boevink' de boerderijnaam was en bleef. Ik kom op de herberg nog afzonderlijk terug. Vervolgens komt er wat lijn in de bewoning als de navolgende geboorten worden ingeschreven: 15-4-1690 Margaretha Elisabeth, dochter van Gerrret op Groot Boevinck in Berchum. 25-7-1691 Berendt, zoon van Gerrit op den Dollenhoet in Berchum. Gerrit's vrouw moet kort daarna zijn overleden want op 30-6-1694 wordt het huwelijk ingeschreven van 'Gerrit Berendtsen wed. van sal. Trientien Henricks en Elsken Swickelers uit Nettelhorst". Uit dit tweede huwelijk komen opnieuw kinderen: 24-10-1697 Margarijt Elijsabeth, dochter van Garrit Dollenhoet uijt Berchem. 27-08-1699 Catharina, dochter van Garrit Dollenhoet, Berchem. 21-08-1701 Evert, zoon van Garrit Dollenhoet, Berchem. 30-05-1705 Jenneken, dochter van Gerrit Dollenhoet, Berchem. De naam Dollenhoet wordt deze periode vaker ge bruikt dan de naam Boevinck; betekent dit dat de herberg toen belangrijker was of waren beide namen eigenlijk al synoniem? Het valt trouwens op dat bij huwelijken de man Boe- vink wordt genoemd, maar bij dopen meestal Dollenhoet. Ook weet ik niet of er voor de herberg destijds een aparte 'waard' was of dat de boer te vens als herbergier optrad. Daarna kom ik Boevinck pas weer in 1731 in het huwelijksregister tegen: 06-05-1731 Garrijt Bovink, zoon van wijlen Berent Bovink in Barchem, en Derkjen Lammerts, dochter van wijlen Lammert Voshaer onder Ruirlo. Hieruit wordt geboren: 06-02-1732 Geertjen, dochter van Garrijt Dollenhoet en Derksken Voshaer. Ook nu een vroeg overlijden van de vrouw, immers hij sluit een tweede huwelijk: 16 Land van Lochem 2006 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2006 | | pagina 16