dent ingeschreven aan de Gronin
ger hogeschool. Julius was de
gene, die haar voorstelde aan haar
hoogleraren.
Ontslag van Julius
Maar Julius zelf moest in het voor
jaar van 1872 de Groninger hoge
school verlaten. Hem was name
lijk door de Curatoren ontslag aan
gezegd vanwege 'onbetamelijk
heden als assistent op de afdeling
verloskunde'. Uit het proces-ver
baal dat door de commissaris van
politie was opgemaakt, blijkt dat
dr. Jacobs, samen met drie studen
ten, de 15-jarige dochter van de
baker, die in het ziekenhuis
woonde, 's nachts in haar slaap
kamer had opgezocht. De heren
hadden de dames wijn opgedron
gen. Op een gegeven ogenblik
wilde dr. Jacobs haar de hand rei
ken, maar was daarbij uitgegleden
en over een patiënte gevallen, die
bij het meisje in dezelfde kamer lag.
Dit alles was met veel geluid ge
paard gegaan. Volgens een van de
oppasseressen had dr. Jacobs wel
vaker met de bakersdochter ge
stoeid.
Het ontslag was een grote tegen
slag voor Julius. Het maakte een
verdere wetenschappelijke carrière
voor hem onmogelijk.
Julius is daarop uit Groningen naar
Arnhem vertrokken, waar hij waar
schijnlijk bij zijn broer Sam in huis
kwam. Deze had er sinds 1868 de
apotheek en drogisterij Boerhave.
Op 6 mei 1874 liet Julius zich in
het Lochemse bevolkingsregister
inschrijven met als beroep 'genees
kundige'. Later heeft hij dit laten
veranderen in 'verloskundige'.
Waarschijnlijk nadat hij in 1874
voor de tweede keer aan de
Groningse hogeschool promo
veerde met stellingen over een
verloskundig onderwerp. Het is
aan te nemen, dat hij in Lochem in
het ziekenhuis heeft gewerkt. Hij
was in ieder geval inwonend bij een
weduwe aan de Molenstraat en zal
daarom wel geen praktijk aan huis
hebben gehad. Zeker niet als ver
loskundige. Opmerkelijk is nog, dat
bij 'Aanmerkingen' op het blad van
het bevolkingsregister vermeld
staat, dat Julius eigenlijk Israël
heette en dat de Arrondissements-
rechtbank te Zutphen hem op 8 juli
1875 vergunning had verleend om
zijn voornaam te veranderen in
Julius Karel. Op 19 oktober 1876
trouwde hij met Antonia Wilhelmina
(Anna) Bosch. Zij staat niet op het
familieblad van Julius Jacobs in het
Lochemse bevolkingsregister bij
geschreven, bijna zeker omdat het
echtpaar kort na hun trouwen, op
31 december 1876 naar Neder-
lands-Indië vertrok.
Julius had er een baan als officier
van gezondheid bij het KNIL aan
genomen. Hij werd echter pas op
31 december 1877 uit het Lo-
chemse bevolkingsregister ge
schreven!
Verblijf in Lochem
Aletta is tijdens Julius' verblijf in
Lochem twee keer voor enige
maanden bij hem geweest om aan
te sterken. Ze schrijft in haar boek
Herinneringen, dat de periode
waarin ze zich voorbereidde op het
kandidaatsexamen in de medicij
nen, de moeilijkste en onaan
genaamste tijd van haar leven is
geweest. Ze had in die tijd heel veel
van zichzelf geëist voor wat be
treft de studie, waardoor ze haar
gezondheid had ondermijnd. Na
haar kandidaatsexamen in 1874
kreeg ze het advies van "verande
ring van lucht en algeheele
vacantie". Met de belofte tot sep
tember niets meer te zullen uitvoe
ren, vertrok ze naar Lochem, naar
broer Julius. Na drie maanden
waren de koortsaanvallen verdwe
nen: dank zij de Geldersche
lucht voelde ik mij aanmerkelijk
gezonder en sterker dan toen ik te
Lochem aankwam." De studieboe
ken werden weer te voorschijn
gehaald en Julius gaf wat leiding
aan haar werk, zodat ze in septem
ber goed voorbereid de colleges
kon gaan volgen.
Twee jaar later, in de zomer van
1876, was het weer zo ver. Ze had
weer te veel van zichzelf gevraagd
en ze was weer ziek. Een van haar
hoogleraren onderzocht haar en
adviseerde haar de studie te sta
ken. Mocht ze al voor de nog
wachtende examens slagen, dan
zouden haar krachten niet toerei
kend zijn om later haar medische
praktijk uit te oefenen. In een brief
aan haar vader schreef hij dat ze
longtuberculose had, voor die tijd
een fatale ziekte. Helemaal ontdaan
pakte ze haar spullen en vertrok
naar Sappemeer. Daar sloop ze
midden in de nacht naar de gifkast
van haar vader om een eind te
maken aan haar leven. Waarom zou
ze het langer rekken? Haar vader
vermoedde blijkbaar iets en kwam
op tijd tussenbeide. Omdat destijds
het stellen van een diagnose voor
longtuberculose in het begin
stadium nog moeilijk was, advi
seerde hij haar zich door hun vriend
professor Rosenstein, die onder
tussen werkzaam was in Leiden,
opnieuw te laten onderzoeken en
naar zijn mening te vragen. Dat
heeft ze gedaan. Rosenstein kwam
tot een geheel andere conclusie:
haar hoest was een zenuwhoest.
Ze moest maar eens flink aan het
werk gaan om zo spoedig moge
lijk haar doctoraal te doen. Daarna
raadde hij haar luchtverandering
aan. Dan zou ze zich wel weer ster
ker en gezonder gaan voelen.
Dat advies heeft Aletta opgevolgd
en nog voor de grote vakantie heeft
ze met goed gevolg het doctoraal
examen gedaan. Ze vermeldt ver
volgens in haar boek Herinnerin
gen: "Twee dagen later ging ik naar
Lochem. Dit keer bleven alle stu
dieboeken thuis. Ik wilde nu ter
dege met mijn gezondheid in het
reine komen. Reeds in die dagen
mocht ik ervaren hoe spoedig het
eenvoudige publiek zich er mee kon
vereenigen, dat een vrouwelijke
deskundige hulp aan het ziekbed
kwam verleenen. In spoedgeval
len kon ik herhaaldelijk mijn broer
vervangen en nooit gaf dat tot
moeilijkheden aanleiding, onver
schillig of het om een kraamvrouw,
een jongen, dan wel om een meer
bejaarden patiënt ging. Met het
grootste vertrouwen werd ik ont
vangen, en meer dan eens is het
gebeurd dat men mij vroeg om de
zieke nu ook maar verder te be
handelen."
Frederike van Uildriks
In het dagboek van de destijds in
Lochem wonende schrijfster en
publiciste Frederike van Uildriks is
te lezen, dat Aletta Jacobs na 1876
nog een paar keer in Lochem is
20
Land van Lochem 2006 nr. 1