BRörCK Hij is drie keer gehuwd geweest, uit welke huwelij ken hij in totaal 18 kinderen heeft gekregen. Het eer ste huwelijk was in 1571 met Agnes van Haeften (van Verwolde), het tweede in 1589 met Jasperina van Raesfelt en het derde in 1592 met Henrica van Bevervoorde. Vanaf 1575 verschijnt Joost in de Ridderschap van de Graafschap namens Diepenbroeck. Wanneer haar broers jong overlijden, vererft Diepenbroeck (en Roderlo) op dochter Agnes, die in 1606 trouwt met Wigbold de Rode van Heeckeren van de Heest, waar door Diepenbroeck in handen komt van dit geslacht. Men heeft het bezit voortvarend aangepakt want al snel rees er een geschil met De Cloese. Diepenbroeck met die weinige daer onder gehorende parcelen met eenige schulden en capitalen sodanigh beswaert sijnde, dat de jaarlixe revenues van dien naueliks suffisant waren om daermede de jaerlixe rent- hen uitstaende stedigheden, nevens de ordinaire ext. Verpondingen te kunnen betalen dat men sich verplight gevonden heeft om van tijd tot tijd naer een bequame coopman van vorens gemelte Havesate uit te zien, gelijcker dan nuw eindelick sodanigh een opgedaen heeft etc. om de havesate den Diepenbroeck te mo gen verkoopen". De familie Sloet Met de hier bedoelde 'bequame coopman' wordt be doeld de H.W.Geb.Heer Adriaen Sloot, Heer tot Oije, Kerssenborg, Westerholt etc. en zijn huisvrouw de H.W.Geb.Vrouwe Margrita Elisabeth van Hattum van Reinenstein. Per dezelfde datum vindt het transport plaats. Zoals vermeld was deze Adriaen Heer van de Kerssenborg, dat vrij wel tegenover Diepenbroeck, aan de andere zijde van de Zwiepse- weg, is gelegen. Hij kocht het goed dan ook om zijn zoon Wolter Her man een Havezathe te verschaffen. Adriaen Sloot (later werd dit ge slacht meestal Sloet genoemd) was in 1674 in Zutphen gehuwd en zijn zoon Wolter Herman werd aldaar in 1676 geboren. De Sloets vormden in Zutphen een vooraanstaande regentenfamilie, maar Adriaen kwam naar Lochem en werd hier burgemeester in 1678. Hij bleef dit vele jaren en stierf in Lochem op 17 maart 1723. Zijn zoon Jan Adriaan Joost volgde hem als Heer van Diepenbroeck op, trouwde een dochter uit het huis Nettelhorst maar werd bur gemeester van Zutphen. De zoon van Wigbold, Joost genaamd, die gehuwd was met Gerhardina van der Lawick, nam het goed in 1674 na overlijden van zijn vader over terwijl hij op zijn beurt werd opgevolgd door zoon Wigbold die op 4 februari 1683 beneden zijn stand trouwde met het burgermeisje Johanna toe Winckel, dochter van Esken toe Winckel. Dit echtpaar heeft in ieder geval ook op Diepenbroeck gewoond want de geboorten van hun kinderen zijn steeds in het Lochemse doopboek inge schreven. Dan komt deze tak van de Rode van Heeckeren in geldnood en is men genoodzaakt Diepenbroeck te verkopen. Volgens een akte van 30 dec.1710 hebben de nagelaten kinderen van Wigbold en Johanna aan de Stadholder en Righter van het Scholtambt Lochem "gedienstig versocht, hoe de havesate den Ook diens op Diepenbroeck opvolgende zoon Adriaan Wolter Willem Sloet bekleedde dit ambt. Hij huwde Johanna Helena van Rhemen, vrouwe van Sinderen. Uit een kaart van het jaar 1763 blijkt dat op Diepenbroeck dan inmiddels het Herenhuis is verdwe nen en aangezien Sloets echtgenote in 1789 Sinderen erfde van haar ouders nam het echtpaar toen zijn in trek in dat huis. Kennelijk werd het al snel heel moeilijk beide huizen in bezit te houden want in 1791 wordt er een bedrag van f 10.000geleend van het Doetinchem's Gees telijk Rentampt waarbij Diepenbroeck met de onderhorigheden Ikkink, Mensinck of Scholtenplaats, de caterstede Stroonhuisken en half Wiemelink of Buerink werden bezwaard. Men heeft het nog kunnen rekken tot 1809 maar toen 15 Kaart naar aanleiding van grensgeschil tussen huis Diepenbroeck en huis De Cloese (N.van Geelkercken 1639) Land van Lochem 2006 nr. 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2006 | | pagina 15