lijk stuk lever. Dit werd snel ge braden, twee stoelen werden aan de tafel geschoven en de kok zei, mijn vrouw enigszins vraatzuch tig aankijkende: "ein Gabel". Nora liep rood aan van woede en deed of ze gek was. Ik kon me niet lan ger inhouden en vroeg of hij niet vragen kon in plaats van bevelen. Hij deed net of hij me niet begreep, doch zijn vriend hielp hem uit de droom. Daarna kreeg hij zijn vork. De lever kwam ter tafel, de kok sneed er een groot stuk af, pootte het over op een bord, goot er een sloot jus over, sneed daar enige sneden oud brood in en vrat, ont zettend. Zijn vriend bediende zich van het overgebleven stuk lever, sneed brood en begon op meer menselijke wijze te eten. Het var kensvlees was inmiddels weer op het vuur gezet. Blijkbaar wist de kok de "Kameradschaft" niet zo ver door te voeren, dat hij zelf ook bedorven spullen ging verorberen. In de keuken Een voor een kwamen de moffen nu in de keuken, zodat wij zelf praktisch geen plaats meer over hielden. Dominee en zijn vrouw, die voorlopig de grote voorkeuken als dagverblijf hadden aangewezen gekregen brachten uitkomst door zich zeer vroeg ter ruste te bege ven, zodat de kinderen konden gaan slapen, voor een deel in ge- noemde keuken op een veldbed. Ook Opoe en Opa ruimden spoe dig het veld, zodat als enige civilis ten in de achterkeuken, de jonge Haytinks, de Zwartsen en de Wee- ninks overbleven, geboeid door het schouwspel, geboden door honge rige en slaperige Teutonen. Ze vra ten het halfgare vlees en om beur ten mochten ze het diepe bord met vette jus gebruiken. Daar werden dan steeds twee sneden kuch in- gebrokkeld, gesopt en verzwolgen. Inmiddels werd geprobeerd een enigszins vervallen radiotoestel tot geluidgeven te brengen. Dat lukte in zoverre, dat iemand, die het hoofd dicht voor de kast hield en zich terdege inspande, af en toe een of ander Germaans woord kon opvangen. Ondertussen begonnen de man schappen - de officier was in de waskamer nog steeds bezig met het dicteren van een verslag over hun veldtocht - een vrij lusteloos ge sprek. De een vertelde, dat hij "überhungert" was en het vette eten niet meer kon verdragen. Ik maakte de opmerking, dat zij er best van aten, waarop er een me dedeelde:" Sie sehen, was wir jetzt essen, doch nicht, was wir in der vergangenen Woche nicht geges- sen haben". Om een uur of elf begaven zij zich drupsgewijze naar de hilde om hun slaap, welke ze in ongeveer een week vergaard hadden, te gaan consumeren. De finale werd die avond verzorgd door de officier met zijn staf, be staande uit de joviale kwartier maker en een enigszins sukkelig en slungelig uitziende soldaat, die on danks het feit, dat hij een nikkelen brilletje met sterk gebogen glazen droeg, de indruk van hevig kippig te zijn maakte. Deze laatste bleek echter niet gek te zijn, want hij to verde uit een kistje een viertal eie ren te voorschijn, welke hij op een stevige onderlaag van schijven spek bakte en vervolgens met ver strooide bewegingen smakelijk ging opeten. De officier liet middels zijn oppas ser-kwartiermaker beleefd verzoe ken om een bord en bestek, want "Ich habe jetzt lang genug aus der Hand gefressen". Het vlees bleek verdwenen te zijn en de staf moest zich tevreden stellen met kuch en spek. Het liep tegen middernacht toen dit drietal zijn slaapplaats ging opzoeken, de officier minzaam groetend. Eindelijk naar bed Eindelijk konden wij dan ook naar bed gaan. Het front was betrek kelijk rustig. Wel richtten vijf grote schijnwerpers hun bundels via Lochem naar onze dreven, zodat de omgeving behoorlijk verlicht werd, maar het geschut zweeg. Wat hebben we een plezier gehad, die avond laat. Nora sliep bij Willy, Jan, Henny Zwarts en Gerrit Hay- tink in de kamer van Johanna en Gerrit, terwijl de grond van de voorkeuken beslapen werd in de volgorde: Gerrit, ik, Zwarts, Juffr. Zwarts, Pieter Zwarts, Johanna, allen broederlijk, gekleed en al in één veldbed. En we sliepen nage noeg allen betrekkelijk goed. Wel waren we maandag, dus tweede Paasdag weer vroeg wakker, maar dat moest ook, want de koeien moesten, oorlog of geen oorlog, worden gemolken. Wij stonden dus ook vroeg op, vol vertrouwen in een spoedig komen opdagen van het Canadese leger dat, volgens zeggen van de joviale kwartiermaker, maandag, uiterlijk dinsdag Laren zou binnenrukken. Wij, in onze naïviteit, geloofden 33 De kerk en pastorie die volledig werden vernield na een bombardement in de laatste oorlogsdagen. Pastorie en Kerk Leren Land van Lochem 2005 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2005 | | pagina 33