mies uitkomst, zij het minder gentlemanlike dan de vorige dag. Ik had de menlijn op ploegers manier over mijn linkerschouder en onder mijn rechter arm doorgesla gen en liep te peinzen, welk stuk ik in mijn overtollige tijd het beste, nog eens kon bewerken, toen enige eskaders "Jabo's" overbrulden die ik in gedachten een "hallo boys" toeriep. De wolken hingen tame lijk laag en de jagers vlogen op hoogstens 150 meter hoogte. Daar ik gehoord had, dat bij Bath- men een paar paarden voor de ploeg waren beschoten, nam ik het zekere voor het onzekere en riep "ho". Door de meeste paarden wordt dat woordje nooit misver staan. Ineens kwamen van de rich ting dorp drie jagers aanduiken, kennelijk met een doel op de De- venterweg, waar ik betrekkelijk dicht bij was, in het vizier. Flora hield het hoofd rustig, maar Nellie vertrouwde het geval blijkbaar niet en begon al enige angstsymptomen te demonstreren. Ik kon de vlieg tuigen goed volgen, zag, dat het niet op ons gemunt was en had dus geen angst voor ons trio. Toen het eerste salvo losbarstte sprong Nellie plotseling vooruit. Ik dacht haar wel te kunnen houden, maar waarschijnlijk werd Flora aangestoken door een vlaag van solidariteit en sprong mee. Ca. 10 meter heb ik meegehold, maar toen werd het me te benauwd om het harte en liet ik het spul schieten. Ze renden door het scheidingshek tussen eerste en tweede weide, Nel lie, die rechts was voorgespannen vlak langs de sloot, de weidesleep hotsend en botsend er achteraan. Bij de uitgang naar de Dennendijk kregen zij blijkbaar verschil van mening, want Nellie vloog door het openstaande hek en Flora rukte zich los en rende de weide weer in. Nellie was door de schok weer enigszins bij zinnen gekomen en bleef onder de bomen hijgend en trillend staan, terwijl Flora na een ererondje rustig begon te grazen. Zo hard mijn benen mij dragen wilden ben ik toen naar het hek gerend. Na het gesloten te hebben heb ik Nellie wat verder proberen te kalmeren en ben toen met haar de Dennendijk opgegaan op weg naar de boerderij. Zover lieten de Tommies me echter niet komen. Weer kwam er een aangieren, ook van de richting dorp, nu echter recht op mij af. In mijn reeds ge schokte gemoed realiseerde ik me niet, dat Nellie en ik geen doel kon den zijn, al was het alleen maar omdat de dennen voor een prach tige schuilplaats zorgden. Ik had juist de tijd Nellie aan een boom te binden met het overblijf sel van de lijn en zelf in de nage noeg droge sloot te duiken, voor het salvo losbarstte. Nellie schrok weer hevig en rukte zich los, waar na ze, eerst in galop, daarna in draf, huiswaarts toog. Toen het gevaar geweken was, ik met han gende pootjes achter haar aan. Op het erf stond Gerrit Nellie al af te tuigen, letterlijk natuurlijk; mij vertelde hij, dat het schieten op de Holterweg gemunt geweest was en dat ik maar gauw naar huis moest gaan. Ik schrok hevig en vloog naar huis via het erf en de weide van "Vonkert", waar de familie Hiddink al vluchtend aankwam, o.a. met de ontstellende mededeling, dat domi nee gewond was. Bij ons thuis was alles gelukkig volkomen in orde. Vrouwen en kinderen waren, ge leid door Zwarts, in de kelder ge gaan, waar zich ook twee Duitse soldaten ophielden, die hun auto, welke vlak voor ons huis stond, ontvlucht waren. Dat ongelukkige ding kon maar niet weer op gang komen. De beschoten auto, die voor de huizen van Van der Veen en Hiddink stond, was wel weer weggereden. De "Jabo's" cirkelden nog rond, zodat we nog in grote spanning zaten, of de wagen nog zou wor den opgemerkt. Eindelijk vertrok ken de jagers en het was een vera deming, toen de Duitsers ook het voor ons huis staande militaire ob ject op gang kregen en er mee wegreden. Toen zijn we de schade eens gaan bekijken. De huizen van Van der Veen en Hiddink waren doorzeefd van kogels, maar Goddank waren er geen doden of ernstig gewon den. Alleen dominee Noordmans was door glasscherven licht aan het voorhoofd gewond. Gevaar De weg bleef inmiddels bezet door terugtrekkende Duitsers met en zonder rij- of voertuigen. Verder kwamen er geregeld Engelse jagers rondneuzen, zodat oppassen de boodschap bleef. Zwarts en ik hiel den de wacht en als de situatie ge vaarlijk dreigde te worden werd "kelder" geschreeuwd en verdwe nen vrouwen en kinderen "onder de aarde". In ieder geval bleek wel duidelijk, dat de Holterweg een "weg terug" zou worden, zodat ook 's nachts gerekend zou moeten worden op aanvallende vliegtuigen. Vooral na dat we andere buurtbewoners de rimboe zagen intrekken, besloten we ook onze eega's en nazaten, zo mogelijk bij Haytink de nacht te laten doorbrengen. Ik op de fiets erheen om "plaats te bespreken". Het huis was eigenlijk volgeboekt, want ook dominee en mevrouw Noordmans hadden er hun bivak opgeslagen. Onze aanhang mocht echter gerust komen en kon dan op veldbedden in de voorkeuken overnachten. Op mijn terugtocht naar huis had ik nog een spannend half uurtje, toen de Tommies au to's op de Deventerweg met raket- bommen bestookten. Met verschillende anderen had ik tussen de zaadbergen bij Poesse een prachtige plaats om het spec taculaire schouwspel te aanschou wen. Steeds zagen we de jagers hun aanvalspositie innemen en dan schoten ze bliksemsnel schuin omlaag, sommige roffelend met de machinegeweren, andere hun raketbommen afvurend. Toen ik thuis kwam kropen mijn huisgenoten juist weer uit de kel der. Even later kwam ook onze hospita, die haar uitgeleende kin derwagen was gaan ophalen, weer binnen. Staande hebben we toen wat brood gegeten, onderwijl de kinderwagens volpakkend met beddengoed enz. Om ca. 7 uur heb ik vrouwen en kinderen naar hun nachtasiel gebracht. Zwarts en ik installeerden ons in de voorkamer, waar we, een onrustige nacht ver wachtend, hoopten toch ook nog wat te kunnen slapen. Eerst keken we een paar uur naar de terugtrek kende overblijfselen van wat eens 30 Land van Lochem 2005 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2005 | | pagina 30