jaar lang hadden getracht Neder
landers te doen zwoegen aan een
West-Wall, o.a. een verdedi
gingsgordel van zogenaamde"Drei
Minuten-Stellungen", ten oosten
van de IJssel omvattende. De
wildheid der geruchten, welke ach
teraf toch niet overdreven wild ble
ken te zijn geweest, hield gelijke
tred met het opschuiven van het
front.
Nu ik niet meer op reis wilde gaan,
besteedde ik mijn dagen zo nuttig
en zo aangenaam mogelijk door
mijn diensten aan te bieden bij mijn
vrienden, de Haytinks op 't oude
"Schoneveld"; daar kon ik hele
dagen eggen, aardappels poten,
paarden en vee verzorgen, enfin
alle werkzaamheden verrichten,
welke nodig zijn om de schoot van
Moeder Aarde vruchtbaar te hou
den.
Duitsers aan de deur
De eerste tekenen van een min of
meer overhaaste terugtocht van het
Duitse leger kreeg ik persoonlijk
op Goede Vrijdag te zien. 's Mid
dags was ik even naar de Haytinks
gegaan voor een genoeglijk praatje.
Alleen Johanna en Gerrit waren
thuis. Plotseling zagen we twee
Duitsers het raam van de achter
keuken passeren en even later werd
aan de deur geklopt. Gerrit ging
door de waskamer naar buiten om
ze te woord te staan. Toen het nog
al lang duurde voor hij terugkwam
rukte ik uit ter assistentie en nu
bleek, dat de heren een paard kwa
men vorderen, d.w.z. Gerrit moest
's avonds om 7 uur met paard en
wagen voor de pastorie komen om
30 rugzakken op te laden en naar
Goor te vervoeren. Stemde hij toe,
dan moest hij zijn persoonsbewijs
als zekerheidstelling meegeven, zo
niet, dan moest hij zelf meegaan
naar de Commandant.
Gerrit deed of hij er niets van be
greep. Toen ik, zijn tolk, kwam op
dagen, kon die politiek niet wor
den voortgezet en zaten we even
met de handen in het haar. Geluk
kig brachten de Tommies uitkomst.
Er verschenen n.l. enige Engelse
jagers, welke zich op de zij legden
om het gezichtsveld op vijanden af
te zoeken. De moffen, ca. 20 jaar,
reageerden onmiddellijk en zoch-
ten dekking achter de waskamer
muur. Gerrit en ik kregen dus ge
legenheid even ruggespraak te hou
den en we besloten mee te gaan
naar de Commandant om te pro
beren Flora, welk paard begin april
een veulen zou behoren te baren,
vrij te houden, terwijl we Nellie,
een 22-jarige van het Gelderse type,
niet zouden noemen.
Toen het "luchtgevaar" geweken
was, doken onze bezoekers weer
op en ik legde hun uit, hoe wij het
geval wilden behandelen. Vermoe
delijk hadden zij opdracht gekre
gen in ieder geval en wel zo spoe
dig mogelijk met een persoonsbe
wijs terug te komen, want na mijn
verhaal ging de wind meteen lig
gen. We hoefden vooreerst niet
mee te gaan naar de Commandant.
Ze zouden eerst proberen in de
omgeving een ander slachtoffer te
vinden en zouden, mocht dit niet
lukken, voor 5 uur terug komen.
De knapen waren nog niet buiten
zicht toen Gerrit en ik al bezig wa
ren de oude Nellie tot simulante als
lijdster aan zware verkoudheid te
degraderen door haar een paarden
deken om te binden. Voor Flora
moesten we maar op haar duide
lijk zichtbare zwangerschap blijven
bouwen.
Onder belofte, dat ik na 5 uur nog
even zou komen informeren, ging
ik om 4 uur weg voor het afleg
gen van een bezoek aan Johanna's
ouders, de "Torenmans". Toen ik
zo tegen half zes weer langs kwam,
kon ik de verleiding niet weerstaan,
Gerrit en Johanna even een angst
stuip te bezorgen. Het enige, dat
daartoe nodig bleek te zijn, was een
ferme roffel op de waskamerdeur,
welke, na enig dralen een hevig
ontstelde Johanna te voorschijn
toverde. Haar opluchting en, na ons
lachen die van Gerrit, waren groot.
De Duitsers waren gelukkig weg
gebleven. Later bleek dat "Von-
kert"'s Jan Eggink, een zwager van
Gerrit, het slachtoffer was gewor
den.
Paardenvordering
De volgende morgen, dus van de
zaterdag voor Pasen, was ik al
vroeg bij de Haytinks. Na het dren
ken van paarden en vee werden
Flora en Nellie voor de weidesleep
gespannen om molshopen en mest
in de weiden in 't "Nieuwe" uit el
kaar te trekken. Dat was voorlo
pig de laatste morgen, die zonder
schokkende gebeurtenissen ver
liep. Toen een weide klaar was, liep
het tegen twaalf uur. De sleep be
staande uit drie aan elkaar geklon
ken ijzeren ringen, heb ik toen bij
de tweede weide afgekoppeld en
met de losse paarden ging het toen
huistoe voor de middagmaaltijd.
Nauwelijks waren we klaar met
eten of er kwam weer een Duitse
soldaat opdagen om paarden te
vorderen. Gerrit vertelde hem, dat
de paarden al door de Wehrmacht
waren opgehaald, hetgeen eigen
lijk ook waar was. De vorige dag
hadden enige soldaten n.l. een paar
door hen meegebrachte paarden in
de weide gedaan; die waren nu
even te voren weer opgehaald. De
soldaat haalde het gelukkig niet in
zijn moffenhersenen om de deel op
te stappen en in de stallen te gaan
kijken, maar verdween in de rich
ting van "Wuestman"
Als de weerlicht hebben Gerrit en
ik de paarden toen weer ingespan
nen. Via het roggeland en een ach
terpad zijn we naar 't "Nieuwe"
gegaan, waar ik, prachtig verscho
len achter de bomen van de "Den-
nendijk", weer aan het weideslepen
ben gegaan. Tegen de tijd, dat ik
klaar zou zijn, zou Gerrit komen
waarschuwen of de kust veilig
was.
't Was betrekkelijk goed weer, ik
had van Gerrit nog wat eigenbouw
in m'n tabaksdoos gekregen, twee
paarden had ik aan de lijn; het le
ven was dus waard geleefd te wor
den. Om een uur of drie kwam
Gerrit vertellen, dat de kust nog
lang niet veilig was, aangezien de
wegen naar het noorden vol wa
ren van terugtrekkende Duitse au
to's en, wat voor de paarden het
gevaarlijkst was, terugtrekkende
soldaten te voet, op fietsen met en
zonder banden, met trekwagentjes
enz.
Ik was dus gedoemd de weiden
beter te slepen en de paarden lan
ger en vaker te laten rusten, dan
strikt genomen nodig was.
Jagers boven de velden
Ook nu weer brachten de Tom-
29
Land van Lochem 2005 nr. 2