minder over de doden - hoogstens
hun leeftijden - dan over de nabe
staanden: "only son of...; we
cannot God Thy purpose see...;
unknown British soldier known
unto God". Een naam, een num
mer, anders ben je zelfs op zo'n
begraafplaats niet terug te vinden.
Op de militaire begraafplaats Hol
ten zullen we de elf Britse militai
ren niet vinden die bij de bevrij
ding van Lochem sneuvelden. Zij
zijn begraven op het Barchemse
kerkhof. Van hen weten we meer
dan namen en nummers, door de
verhalen van 'mates' die het over
leefden. Ter gelegenheid van de
herdenking van onze bevrijding lijkt
het me zinvol deze verhalen door
te geven. Om niet te vergeten.
All Fools' Day '45
Ze waren rond middernacht uit
Varsseveld vertrokken: twee batal
jons infanterie, namelijk de Somer
set Light Infantry en het Wiltshire
Regiment, en twee afdelingen
tanks van de Sherwood Rangers
en de 4/7th Royal Dragoon
Guards, en enkele ondersteunende
legeronderdelen.
Doel was de bruggen over het
Twentekanaal bij Lochem in han
den te krijgen. Na wat schermut
selingen onderweg en sterke tegen
stand bij Ruurlo werd Barchem
bereikt. Hier werd besloten dat de
Wiltshires met de Sherwood
Rangers de hoofdweg naar Lo-
chem zouden volgen. De Somer
sets met de Dragoon Guards zou
den via Zwiep oprukken. Naarmate
men Lochem naderde nam de kans
op tegenstand toe. De infanterie,
die vaak kon meerijden op de tanks,
moest nu onder dekking van die
tanks, zoals dat heet, voorwaarts
gaan. Daarbij moest de infanterie
mogelijke Panzerfaust-schutters
uitschakelen. De voorhoede was
de Zwiepse molen gepasseerd. De
voorste tank was ter hoogte van
huis nr 140 'Burink' -. 'Private'
(soldaat) Swarbrick liep er naast,
langs de berm.De dekking van een
tank is maar betrekkelijk. Boven
dien maakt de motor zoveel lawaai
dat je niet hoort of en vanwaar er
geschoten wordt; je hebt geluk als
je op tijd kunt reageren. Dat geluk
had Swarbrick niet. Een kleine
honderd meter in de richting Lo-
chem, tegenover Erve Harkink zat
een Duitser in een eenmansgat aan
de slootkant en schoot hem neer.
Meteen werd er van veel kanten
op de kolonne geschoten, de infan
terie zocht haastig dekking op de
boerenerven langs de weg, de
tanks beantwoordden het vuur en
na enige tijd werd de opmars lang
zaam voortgezet. Als we bedenken
dat over de afstand Harkink-
Lunsink 3 a 4 uur werd gedaan
moet de conclusie zijn dat de
Duitse tegenstand erg sterk is ge
weest. De dode Swarbrick kreeg
een tijdelijk graf bij de inrit van De
Weerd. Toen de Engelsen De
Cloese en het monument van
Sickesz waren gepasseerd kwa
men de eerste huizen van Lochem
in zicht.
Onuitwisbaar
Tegenover het - brandende - Lun-
sink kreeg sergeant Dicky Brew de
opdracht met zijn sectie, negen
man, een hoek af te snijden en het
huis met het rieten dak (S) te be
zetten. Maar in het roggeland had
den de Duitsers zich ingegraven en
langs de Hoge Enk en de trambaan
- tegenwoordig Somerset - lag de
Duitse hoofdweerstandslijn. Ze
hadden een prima schootsveld.
Brews sectie verliet de Zwiepse-
weg en in een paar seconden sneu
velden vijf van de negen man.
Brew, die over prikkeldraad was
gestruikeld en ongedeerd bleef kon
een langskomende Dragoons tank
attenderen op de plaats van de
Duitsers, die zich overgaven. Dicky
raakte de beelden van deze gebeur
tenissen nooit meer kwijt. "I can't
get it out of my system". Met kor
poraal Dave Evans had hij veel
opgetrokken. Vaak vertelde Dicky
dat ze samen ergens bij Mook of
Malden hadden gelopen, in de win
ter 44/45 en dat Dave hem had ge
vraagd: "Well Dicky, we've come
all the way from Normandy now.
They will get us no more now, will
hey?" En Dicky had gezegd: "No,
but be careful". Dave was bont
werker van beroep en niet zo han
dig in het soldatenvak. Op het
roggeland, zonder dekking, op 150
meter afstand van de vijand kom
je zelfs met voorzichtigheid niet ver.
Tank brewed
Terwijl de Somersets en Dragoon
Guards via Zwiep oprukten trok
ken de Wiltshires samen met de
tanks van de Sherwood Rangers
Yeomanry over de Barchemseweg
richting Lochem. Ter hoogte van
Villa Musch was er een viaduct
over de trambaan Deventer-
Borculo. Dit viaduct was door de
Duitsers opgeblazen en van de hui
zen aan de rand van Lochem werd
hevig geschoten. De opmars
kwam tot stilstand. De infanterie
groef zich in aan de bosrand. Er
lag een groot open terrein, de Enk,
werk voor tanks zonder infante
rie. Peter Mellowes was comman
dant van een 'troop' tanks. Een
troop bestaat uit vier tanks, maar,
maar omdat er eerder een tank was
uitgevallen werd de aanval op de
Duitse loopgraven met drie tanks
ingezet vanuit de bosrand achter
het huis De Enk.
Bij de tank van korporaal Spoors
ontplofte een Duitse mortier
granaat, waardoor Spoors half
blind werd. Hij kreeg opdracht te
rug te keren. De tanks van Mel
lowes en sergeant O'Pray gingen
door tot dicht bij de Duitse loop
graven. Mellowes' tank kreeg een
Panzerfaust aan de onderkant,
maar door snel achteruitrijden bleef
de tank intact. O'Pray maakte een
- verkeerde - bocht om opnieuw
een aanval uit te voeren en kon
daardoor aan de zijkant getroffen
worden door een Panzerfaust, die
de tank inwendig in brand zette.
O'Pray, McCracken en Graham
sprongen brandend uit de koepel
van de tank en werden meteen
neergeschoten. Belton was nog
geen 24 uur tevoren als verster
king bij de bemanning gekomen.
Hij zat bij de plek waar de granaat
insloeg en was onmiddellijk dood.
De vijfde man, tankbestuurder
Tommy Potts, zat wat lager voorin
en kon door het luik boven zijn
stoel uit de tank springen. Hij rende
naar de Duitse loopgraven, schoot
een paar Duitsers dood met zijn re
volver, greep een van hun gewe
ren en sloeg er op los. Intussen
kwam Mellowes met zijn tank te
hulp en pikte hem op. Ze maakten
100 Duitsers gevangen nadat ze
het huis Enkhorst in brand hadden
26
Land van Lochem 2005 nr. 1