Canadees waar vader mee sprak riep: Hensup, maar dat deden ze niet, ze schoten direct en de Cana dees viel direct neer. Wat een schrik, vader heeft geluk gehad, hij is niet geraakt en kwam in het voorhuis en riep: allemaal de kel der in, het is helemaal fout. On dertussen dat de Duitsers begon nen te schieten kwamen een groep buurlui richting onze boerderij. De Canadezen waren bij hen geweest, maar verder getrokken met als eindpunt Klein-Veldkamp. Men was blij en zong, maar toen de Duit sers begonnen te schieten en de Canadezen, kwam een gedeelte van de buurlui bij ons in de kelder, maar ook een gedeelte kwam bij de Duit sers terecht achter de roggeberg, paniek verschrikkelijk, ook enkele gingen de achterdeur van de boer derij binnen waar toen heftig werd geschoten. Door de Duitsers is met een Panserfuist (Panzerfaust) bo ven achter in de boerderij gescho ten, na een klein tijdje brandde de boerderij. In de kelder, welke prop vol zat, werd op een bepaald mo ment gezegd: de loze brandt. We zouden allemaal maar rustig naar boven komen, maar met het naar boven gaan, zag je de boerderij branden door het kleine zijraam. In de keuken zat een gewonde Cana dees en in de gang werd je langs een schietende mitrailleur geduwd. Er werd haast niet gesproken, de onderduikers Jan en Henk pakten je aan de gang door naar buiten de voordeur uit. En toen maar krui pen naar de bergen van Groot-Veld kamp, daar even geweest. Vader, moeder, Gerrit en ik waren bij el kaar, we waren hier betrekkelijk veilig, nog steeds kwamen er men sen uit onze boerderij via de voor deur. Mientje van Dongeren gaf het op. Vader zei: dat gaat niet goed, ondertussen waren Jan en Henk ook bij ons; vader vroeg hun om Mientje op te halen, dat hebben ze gedaan dat was een heel gevaar lijke omstandigheid, want je moest een open plek over. Ook wij, ach ter de berg, konden onder aan de enk achter de bomen, dat is op 250 meter afstand, de Duitsers zien schieten in de richting van onze boerderij. Daarna verder terugtrek ken met enkele Canadezen en buurtgenoten bij Groot-Veldkamp, daar was een gewonde Canadees die maar wees naar de grond, de meest veilige plek bedoelde hij. Toen naar de schuilkelder gekro pen, ook helemaal vol, maar ver der richting Nieteman al kruipend naar binnen. Daar hadden ze de koeien net naar buiten gedaan. Al lemaal in de koestal tussen de mu ren, daar waren ook enkele Cana dezen die van de zolder de Duitsers onder vuur hielden. De onderdui kers wilden helpen verdedigen maar daar werd een stokje voor gestoken, dat heeft zo enkele uren geduurd, de Duitsers bleven ach ter de bomen aan de Enk in onze richting schieten maar bleven wel op afstand. Op een bepaald moment om half elf breekt er paniek uit, men denkt dat de Duitsers zullen terugkomen, want men telt de Canadese solda ten, dat is gering van aantal. En kele vluchten naar buiten en wor den beschoten door Canadees vuur vanaf de Slootsmid, dus door ei gen vuur. Tante Hanna en Toosje van Groot-Veldkamp zijn daar ook bij die vluchten. Direct grijpt de officier in, tenminste hij heeft en kele blokjes op zijn jas, en werkt ons allen bij Nieteman de kelder in en neemt zelf plaats op de trap. De toestand blijft uren zo, er wordt wel wat geschoten maar op afstand, in de kelder wordt weinig gepraat, omdat we moe zijn en angstig dut ten we wel eens in. De officier deelt eerst wel snoep uit maar is er een keer door. Om ruim vier uur auto's om de boerderij van Nieteman. Het gezicht van de officier begint te stralen, daar zijn de kameraden van hem en onze bevrijders. Veel soldaten en materiaal komen tegelijk, zijn we nu echt bevrijd? De taal is gebrek kig maar we begrijpen elkaar toch wel. Ze bedoelen: te veel volk bij elkaar, er moet een groep naar Groot-Veldkamp en zij gaan mee, onder hun geleide vertrekken we, vader en moeder zijn er ook bij. Langzaam lopen we naar buiten, we zijn nog maar net aan de weg en ontdekken in een éénmans- gat bij de berg, Tante Hanna met Toosje op de arm en met één meter water er in, ze was daar met Toosje in gesprongen om half elf in de morgen. Ze werd er uit gehaald en zijn naar Groot-Veld kamp gewandeld. Daar aangeko men waren heel veel soldaten en materiaal, ze waren aan het kanon nen plaatsen om de boerderij, ook kregen we te horen dat er nog wel eens granaten van uit Holten terug konden worden geschoten. Bij Groot-Veldkamp werden de fa milies samengesteld, dus wie bij wie hoorde, dat lukte niet helemaal want in de morgen waren er ook wat naar Tjoonk gevlucht. We kwamen er ook achter dat niet al leen de boerderij verbrand was, maar ook de schuur was in vlam men op gegaan, zover we na kon den gaan vanaf Groot-Veldkamp. Wat een ramp, men praatte er met elkaar over. We hebben uit onze boerderij niets mee kunnen nemen, ik meen te weten één tas. De Canadezen waren nog steeds op onderzoek uit en kwamen er achter dat de bevrijding nog een grotere tol dan de boerderij had op geëist, namelijk dat Tante Dina van Koeslag op onze boerderij was ver brand en twee van hun kamera den, Canadezen dus. De avond van de 5de april 1945 was een trieste bedoe ning Ondertussen was er een groot aan tal soldaten met materiaal aanwe zig. Ik zag voor het eerst zwarte en gekleurde jongens, ze waren vriendelijk voor ons. De kok stak zijn branders op olie aan en we kregen te eten, daar was de hele dag nog niet van gekomen. Het was bij Groot-Veldkamp een druk te, de soldaten gingen hun slaap plaats maken, met ons als burgers werd overleg gepleegd waar we die nacht zouden slapen. Kinderen en ouden van dagen in de kelder en verder in de grote keuken op de vloer en slaapkamers. Vanuit La ren kwamen mensen die hun zoon hadden verloren, ook dat er nog bij. Het was de familie Kuiper, bak ker uit Zutphen. Gerrit Jan oom en Hanne meuje boden direct aan dat Hendrik en Hanna van Klein- Veldkamp en hun kinderen Toos en Jan op hun boerderij konden blij- 20 Land van Lochem 2005 nr. 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2005 | | pagina 20