De middeleeuwse vesting Lochem in beeld CeesJan Frank In 1881 ging de Lochemse Blauwe Toren tegen de vlakte. Het was het laatste bovengrondse restant van de middeleeuwse vestingwerken, die Lochem eens omringden. Het gebouw, waarvan de oudste delen bestonden uit de restanten van een zware 14de-eeuwse muurtoren, verdween na 550 jaar trouwe dienst voorgoed uit Lochems stadsbeeld. Men beschouwde het monumentale bouwwerk als een sta-in-de-weg, een nutteloos relict uit het verleden, dat niet langer paste bij de moderne ontwikkelingen, die overal in het stadje waarneembaar waren. De toren had in de laatste eeuwen van zijn bestaan nog allerlei nuttige functies gehad, zodat voorlopig van sloop werd afgezien. Met de middeleeuwse muren, de drie stadspoorten en de andere muurtorens was het al veel eerder definitief afgelopen. Ze werden in de 17de en 18de eeuw geleidelijk aan grondig gesloopt. Van de oorspronkelijke dubbele gracht werd de buitenste gedempt. De binnenste vestinggracht bleef intact tot in de jaren twintig van de 20ste eeuw. In 1927 verdween de gracht aan de noordzijde van de stad en begin jaren dertig werd ter plekke van de zuidoostelijke gracht een moderne verkeersweg aangelegd. Wat nog resteerde van de vesting is in de jaren zestig gelukkig als rijksmonument beschermd. Herinneringen aan de oude vesting Hoeveel er ook verdwenen is, het karakter van de oude vesting is toch niet hele maal verloren gegaan. De histo rische binnenstad van Lochem onderscheidt zich van de jongere buitenwijken door zijn ligging binnen de gedeeltelijk bewaarde grachtengordel en de wallen, die zijn beplant met oude bo men. Het stadscentrum is compact en wordt bepaald door een eeu wenoud stratenplan met smalle bochtige straatjes, het centrale marktplein en de dichtopeenstaan- de huizen rond de middeleeuwse Gudulakerk. Verschillende straat namen verwijzen naar de oude vestingwerken, zoals de Blau we Torenstraat, de Walsteeg en de Noorder-, Zuider-, Ooster- en Westerwal. De stad Lochem werd onder graaf Reinoud II in 1330 ommuurd, waarmee een belangrijke stap werd gezet in de stedenbouwkundige ontwikkeling: de grenzen van de stedelijke nederzetting werden definitief afgebakend, er kwam een strikte scheidslijn tussen "bin nen" en "buiten" de stad. Nu, bijna zeven eeuwen later is deze histo rische ruimtelijke ingreep ondanks het feit, dat poorten en muren al sinds mensenheugnis zijn ver- dwenen, nog steeds allesbepalend voor het karakter van de Lochemse binnenstad1. Over hoe de middeleeuwse vesting er oorspronkelijk heeft uitgezien is al veel gespeculeerd en gefanta seerd. Af en toe licht archeologisch onderzoek een tipje van de sluier op, maar onze belangrijkste bron blijft nog steeds het historische beeldmateriaal, waarop de vesting stad is vereeuwigd. Er bestaan ver schillende interessante oude kaar ten, stadsplattegronden en enkele historische prenten en tekeningen, die ons veel kunnen vertellen over de middeleeuwse stadsmuur en de latere veranderingen aan de verde digingsgordel rond Lochem. Aan de hand van deze historische bronnen nemen we een kijkje in Afb. 1. De stadswal in Lochem, door C. F. Roos, penseeltekening in de collectie van het Gemeentemuseum Arnhem, GM 9491. Sterk geromantiseerde voorstelling van de Lochemse gracht en walrestanten, vermoedelijk in de omgeving van de Smeepoort getekend. Rechts op de achtergrond is namelijk de windmolen te zien, die op de Oosterwal heeft gestaan. Land van Lochem 2004 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2004 | | pagina 4