van de Zee Neptunus; die rol werd
vertolkt door Wim van Lutterveld,
de zoon van de toenmalige burge
meester. Voor degenen die geen
abonnement (zes gulden) hadden
was er op woensdag en vrijdag
avond na 7 uur "het halve stuiver
zwemmen". Omkleden moest je
met z'n allen in het grote hok. De
eerste badmeester was meneer
Schrijver; hij had ook al die functie
in het oude Berkelzwembad achter
Hotel Stad Lochem en achter de
molen van Reudink. Dat was een
modderbad; als je daar even wa
tertrapte kwam de blauwe modder
naar boven. Had je afgezwommen
dan mocht je in de Berkel. In het
Stijgoordbad was het op zondag
erg druk met bezoekers uit Twente.
Wij gingen dan vaak in de Berkel
achter aan de roeiboten van Reu-
dink (die verhuurde ze) hangen.
Op een woensdagmiddag (geen
school) luidde de brandklok in de
toren. De rijwielzaak van Nijland
(toen in de volksmond Derk van
den Ezel genoemd) stond in brand.
Vrijwillige brandweerlieden kwa
men met hun materieel, er werd
begonnen met blussen uit slangen
die werden aangesloten op de wa
terleiding. De stoomspuit kwam
in de Achterstraat te staan. Het
brandende pand was op de hoek
van de Blauwe Toren- en Ach
terstraat. Voordat de stoomspuit
water kon geven duurde nogal en
de dakspanten brandden al toen de
stoomspuit eindelijk water gaf. Het
hele pand brandde uit.
In de Achterstraat was ook het
snoepwinkeltje van Zandwijk.
Buikie Zandwijk duwde met zijn
vrouw een handkar met wat groen
te en fruit door Lochem om die te
verkopen.
Een andere "straatfiguur" die ik me
herinner was bakker Van Assel(t).
Een oudere man; hij liep naast zijn
fiets met een mand met broden die
hij hier en daar bezorgde. Als wij,
kwajongens, hem zagen, vroegen
we hem: "Van Assel waor plak ie
de banden met?" Het steevaste
antwoord was dan: "Met je..je..
jenever."
Een andere bijzondere man woon
de in een oude bouwvallige boer
derij in de Walderstraat, ongeveer
tegenover (voormalige) drogisterij
Koning, dat was Gosje Schekman.
Hij verzorgde een of twee keer per
week met, in mijn ogen, een oud
paard en dito wagen een vracht-
dienst op Zutphen.
De drankenhandel Nieuwenhuis
aan de Tramstraat had als eerste
een taxibedrijf. Met twee kleine
groene Willy's1 reden zij naar het
veraf gelegen N.S.-station. Voordat
het Twentekanaal er was moest
men de Goorseweg op tot paar
denhandelaar Wiegers, daar linksaf
langs de leerfabriek van Postel
en de boterfabriek, over een brug
over grote vijverachtige plassen en
dan doorgaan tot de spoorlijn en
daar rechtsaf. Ik dacht dat er vóór
de boterfabriek en verderop nog
eikenbomen van die weg staan.
Een andere taxi-ondernemer was
de heer Trip.
Naast de voetbalclubs Blauw-Wit,
Koolhazen, achter het café Von-
kerman aan de Barchemseweg en
Klein Dochteren, floreerde in de
jaren dertig ook het zomeravond
voetbal met onder meer elftallen
van bedrijven en een Mulo-elftal.
De opvallendste ploeg was "De
Belegde Boterham", bestaande uit
bakkers, slagers en werkers van de
boterfabriek. Verder ontstonden er
spontaan jongensclubs met namen
als Vitesse en Lochemse Boys. En
kele namen: een zoon van bakker
Ten Broeke aan de Zutphenseweg,
Maup Koopman(s) uit de Em-
mastraat, mijn broer Bertus, Derk
Zeijpveld en Buys Hofstee.
Op de Lochemse Berg had het
Verfraaiingsgezelschap, voorloper
van de VVV, verschillende banken
geplaatst. Achter Huize De Enk
was een doorgang afgesloten door
een balk (om paarden en wagens te
weren?) maar er stond een bordje
bij met de tekst:
"Bukt u maar en kruipt er door,
U krijgt er geen bekeuring voor."
Ook de Belvédère was van het
Verfraaiingsgezelschap. De ex
ploitatie daarvan werd gedaan door
Hoekman met zijn vrouw (nog
familie van Hoekman's Vishandel,
Oosterbleek 55?). Zij trokken met
paard en wagen de berg op om daar
verfrissingen te verkopen.
Nog een paar weetjes.
Aan de Nieuwe School gaf in de
7de klas les: meneer Ockels, de
grootvader van onze astronaut.
Hij woonde op de hoek van de
Barchemseweg en de Hessenweg.
Zijn huis heet(te) "De Dageraad",
hij kon elke morgen de zon over
de enk zien opkomen. Wel was dat
huis omgeven door een hoge heg!
De ambulance was een handkar,
maar dan heel comfortabel met
twee hoge houten wielen en de
draagbaar was daartussen verend
opgehangen. Twee mannen trans
porteerden de patiënt zo naar het
ziekenhuis aan de Zwiepseweg.
Zou dat unieke vervoermiddel nog
ergens staan?
In het voorjaar van 1935 verhuis
den wij naar "Het Onland" aan
het begin van de Schoneveldsdijk,
waar mijn vader tuinman werd bij
de familie De Wit. Met Kerst 1944
is de villa, toen bezet door de S.D.
in vlammen opgegaan en nooit
herbouwd.
1 Jeeps (noot van de redactie)
15
Gosje Schekman
Land van Lochem 2004 nr. 2