jesschool in gebruik was genomen,
nogmaals verbouwd en enigszins
vergroot. Vijf jaar later volg-
de opnieuw een bescheiden uit
breiding. Bij rioleringswerkzaam
heden in 1999 kwamen restan
ten van de fundamenten van het
gebouw tijdelijk bloot te liggen.
Lochems laatste bolwerk deed nog
één keer van zich spreken15.
Tenslotte
Misschien wel juist doordat de
middeleeuwse vesting tot op de
laatste steen is afgebroken, heeft
de Lochemse stadsmuur altijd
veel tot de verbeelding gesproken
(afb.13). Tijdens de festiviteiten
rond het 700-jarig en 750-jarig
bestaan van Lochem als stad in
respectievelijk 1933 en 1983 ver
rezen replica's van de stadspoor
ten aan de ingang van de Smee-,
Molen- en Walderstraat. In 1933
werd op de Markt het middel
eeuwse Lochem nagebootst in een
door gemeentearchitect Wessels
ontworpen decor van trapgevelhui
zen, een stuk stadsmuur met poort
en een raadhuis. Ook in de grootse
optochten in deze jubileumjaren
werd de herinnering aan Lochems
vestingverleden opgeroepen. Toen
in 1932 opnieuw een gedeelte van
de stadsgrachten moest worden
gedempt voor de aanleg van een
verkeersweg, kwam er van ver
schillende kant veel protest. Tever
geefs, maar de Lochemers hebben
zich nooit helemaal verzoend met
het verkeer, dat nu over de plek
van de stadsgracht raast. Velen
koesteren nog altijd de wens, dat
er ooit weer grachtwater stroomt
romdom de hele stad.
11
Afb. 12. Voor- en achterzijde van de Blauwe Toren, eind 18de eeuw. Vermoedelijk
betreft het de weergave van de bestaande toestand, vlak voor de verbouwing
van 1782 naar plannen van W. van Ommeren. Bij de verbouwing werd niet alleen
het interieur veranderd, maar ook de voorgevel. De ingang werd naar het midden
verplaatst en er is een venster bijgemaakt. Bovendien werd het gebouw enigs
zins verhoogd (Archief Gelderse Rekenkamer, inv. nr. 1662, kaartnr. 288, blad 1).
Afb. 13. Deze tekening werd door G. Prop in 1931 gemaakt op basis van de 16de- en 17de-eeuwse stadsplattegronden en geeft
een goede voorstelling van de stad Lochem in de late middeleeuwen. Bij de viering van het 700-jarig stadsrecht in 1933 werd
het middeleeuwse Lochem tot leven gewekt in onder andere een gedetailleerde maquette en bijna levensgrote replica's van de
Smeepoort en het middeleeuwse raadhuis en woonhuisgevels op de Markt.
Bronnen
1 Zie voor meer informatie over vestingwerken en hun geschiedenis in: J.H. Sevenhuijsen-van Genderen, P.W van Wissing en J. A.
van Kruijssen, Gelderse steden omsingeld.Zutphen 1989. Voorts: N.de Roy van Zuydewijn, Neerlands Veste. Langs vestingsteden, forten,
linies en stellingen's-Gravenhage 1988.
2 G.B. Janssen, "Lochem in het defensief", in: Over stad en scholtambt Lochem. 1233-1983. Een beschrijving na 750jaar, Lochem 1983,
p. 111.
3 In 1986 is in de bouwput van de nieuw te bouwen Rabobank op de hoek van de Markt en de Walderstraat archeologisch onder
zoek uitgevoerd door Ben de Graaf. Hierbij is onder meer een sloot of afvoer aangetroffen, die min of meer evenwijdig liep aan
de Markt en aan de voet van de dekzandhelling, waarvan de Markt het hoogste punt is, was aangelegd. De Graaf vermoedt dat
deze sloot de uiterste begrenzing vormde van "de eerste stadsuitbreiding" van Lochem, waarvoor hij een ruime datering hanteert
Land van Lochem 2004 nr. 2