De rekening van de Stadsrentmeester Adolph Nijman
vermeldt op 18 januari 1736: Volgens ordre en kwi
tantie aan de Krakerse vroetvrouw voor het assiste
ren bij het in kraam komen van Jan Zwaben vrouw
gegeven 3.3.-
Deze vroedvrouw, die hier de naam "de Krakerse"
heeft, is in werkelijkheid de oude mevrouw Heins.
In het Burgerboek wordt op 24-08-1739 het volgende
verzoek ingeschreven:
Leonora Heins, verzoekende voor haar oude moe
der Heins, als zijnde vroetvrouwe dezer stadt, dat
dezelve voor haar levenlang mogen gauderen (genie
ten) van het Burgerregt. Haar verzoek wordt
geaccordeerd. Met de "oude moeder Heins" wordt
hier bedoeld Christina Volers, vroeger huisvrouw
van Godfried Hein, gardenier op de Ehze te Almen.
Maria Oortmarsen, vrouw van Jan Swavink (ook
genoemd Swaben, Swabe, Swavijnk, Zwavink,
Zwaben, Zwabe) is op 9 januari 1736 bevallen van
een drieling. Vader Jan Swavink, van beroep mili
tair, wonende te Lochem, is door de slechte econo
mische situatie in de republiek der "zeven Provincien",
niet in staat te zorgen voor de drieling en hij doet een
beroep op het stadsbestuur om hem financieel te on
dersteunen. Gezien de vrij hoge kosten van levens
onderhoud was het in de dertiger jaren van de 18e
eeuw moeilijk voor gezinnen van de arbeidende klasse
om het hoofd boven water te houden. Loonsverho
ging was in die tijd onbekend. Het stadsbestuur ho
noreert het verzoek, met de eis, dat de drie kinderen
worden vernoemd naar de zeven burgermeesteren.
Op 11 januari daaropvolgende wordt de drieling in de
Nederduitsch Gereformeerde Kerk te Lochem ge
doopt. In het doopboek staat vermeld, dat de getui
gen waren: de Wel Ed. Agtb. Magistraet der stadt
Lochem. Het moet een prachtig gezicht geweest zijn.
Jan vooraan met de gulden en de tien stuivers in zijn
hand voor de collecte, de drieling en daarachter die
zeven deftige heren van het stadsbestuur. Na afloop
van de dienst zal er nog wel "kindelbier" gedronken
zijn. Dat was een gebruik na de doop van kinderen.
Jan Swaben heeft op 2 november 1733 het burger
schap aangevraagd en betaalt daarvoor 25 gulden.
De stadsrentmeester Adolph Nijman ontvangt op 03
10-1733 via de secretaris Harmen Thomasson "we
gens burgerwinning van Jan Swabe: 12.10.-.". De
andere helft was inkomen voor de burgermeesters.
Op 11 mei 1738 treedt Jan Swavink, weduwnaar, in
het huwelijk met Berentje Lammertink, daaruit con
cludeer ik, dat Maria Oortmarsen tussen 11 januari
1736 en 11 mei 1738 is overleden. Uit twee huwelij
ken had Jan Swavink tien kinderen (namelijk vier in
het eerste en zes uit het tweede huwelijk). Alleen doch
ter Adriaana wordt genoemd als lid van de
Nederduitsch Gereformeerde Kerk in 1762. Van de
andere negen kinderen en dochter Adriaana na 1762
is verder niets gevonden in het archief van Zutphen.
Jan Swaben is op 06-05-1765 borg voor de nieuwe
borger Garrit Tieselink, schoenmaker, op 15-10
1770 voor Johannis Paulus Snell en op 23-05-1782
voor Hendrik Meutstege en Anneke Elsman. Met
die laatste twee sluit hij op 15-12-1783 een contract
van alimentatie af, wat inhoudt dat zij Jan verzorgen
tot aan zijn dood en zorg dragen voor een ordentelijke
begrafenis, waarvoor zij als tegenprestatie, met goed
keuring van de kinderen van Jan, eigenaar worden
van zijn huis in de Smeestraat te Lochem. Uit deze
akte van alimentatie blijkt, dat er minimaal twee en
maximaal negen kinderen nog in leven zijn. Helaas
weten we niet welke kinderen eind 1783 nog in leven
zijn. Op 13 januari 1786 wordt Jan Swavink in Lo-
chem begraven.
iïf
Naast de nieuwe ingang van het Lochemse stadhuis,
welke in 1741 gereed kwam, staan de familiewapens
van de dan residerende acht burgemeesters. Behalve
Jan Oortwijn Westenberg, die in 1738 is overle
den, zijn dat onze zes peetvaders en de twee nieuw
gekozen tussen 1736 en 1741 nl: Bernard Rudolph
Westenberg en Mr. Johan van Schuijlenborg.
Bijgaand hierbij de genealogische gegevens van Jan
Swavink en de zeven Lochemse burgermeesters uit
1736. Indien niet vermeld heeft de doop plaatsgevon
den in de Nederduits Gereformeerde Kerk.
Jan Swavink, zoon van Arent Swabe en Gerritjen
7
r.
V
Land van Lochem 2004 nr. 1