Archieven betreffende de kerk van Lochem Bennie te Vaarwerk Bewerkte versie van de lezing op zaterdag 23 angnstns 2003 in de Gndnlakerk te Lochem ter gelegenheid van de presentatie van het boekje De kerk van Lochem in woelige tijden, 1608 1628, geschreven door Feike Reitsma. Het is een bijzonder genoe gen vandaag een kleine bijdrage te mogen leveren aan deze bijeenkomst. Bijzonder omdat ik in de jaren 1996-1999 in het Lochemse gemeentearchief werkzaam ben geweest. Het was in die jaren dat ik Feike Reitsma heb leren kennen en waarderen als een enthousiast en gedreven genealoog en historisch onderzoe ker. En sinds vandaag ook als Lochems kerkhistoricus. Toen Feike me vroeg om een korte inleiding te houden over de archieven van de kerk van Lo- chem, heb ik gevraagd of dat in een wat breder kader mocht, zo wel wat de tijd als de bronnen betreft. Want er zijn meer vind plaatsen dan alleen het lokale kerkarchief. Wanneer je een archief inventa riseert, probeer je eerst inzicht te krijgen in de organisatie van de desbetreffende instelling. In de loop van de tijd verandert de orga nisatiestructuur, van binnenuit of van buitenaf opgelegd. En bij al die veranderingen moet je steeds letten op de gevolgen voor de archiefvorming. Ik wil proberen een beeld te schetsen van de structuur van de Lochemse kerk organisatie in de loop van de tijd en de gevolgen die dat heeft ge had voor de archiefvorming en daardoor voor de vindplaatsen van die archieven. En dan moet ik beginnen met de oudste geschie denis. Het Sint Walburgskapittel De 12e eeuwse kerk van Lochem heeft misschien toebehoord aan de graven van Zutphen. In ieder geval bezaten zij in 1059 tienden van deze kerk. De Hof te Lo- chem, gelegen in de oude stad, was eveneens een bezit van de heren, later graven van Zutphen. In 1134 zou de kerk met bijbeho rende tienden door gravin Irmgard geschonken zijn aan het eveneens door de graven van Zutphen ge stichte kapittel van de Sint Wal- burgiskerk te Zutphen. Een kapit tel is kortweg te omschrijven als de gemeenschap van geestelijken verbonden aan een bepaalde kerk. Verbonden aan een kathe drale kerk had het kapittel het recht om de bisschop te kiezen. De leden van een kapittel wer den kanunnik genoemd. Kapittels konden uitgroeien tot machtige instellingen met veel bezittingen en rechten. De kerk van Lochem met de bijbehorende goederen was zo'n bezit. Het kapittel zal in het Lochemse geval ook het col- latierecht hebben gehad: het benoemingsrecht van de pastoor, de parochieherder. Met dit Zutphense kapittel komen we op de eerste belangrijke groep bron nen voor de oudste schriftelijk overgeleverde geschiedenis van de kerk van Lochem, namelijk het archief van het Walburgskapittel van Zutphen.1) Recentelijk zijn de oudste oorkon den uit dit archief gepubliceerd door de heer Ed Harenberg 2), de Gelderse oorkondenspecialist. Dit kapittel is verder van belang voor de geschiedenis van de kerk- patroon Sint Gudula.3) Zij werd ook vereerd in Zutphen. Voor haar was er een speciaal officie (litur gische dienst of breviergebed) in de Walburgiskerk.4) Dat ze in Lo chem populair was blijkt uit de door Feike Reitsma gepubliceerde lijst van personen in Lochem die haar naam droegen. Het kapittel archief wacht nog op voltooiing van de inventarisatie, zoals helaas wel vaker met de oudste archie ven het geval isMaar het zal, ook gelet op de andere bezittingen van het kapittel in Lochem, ongetwij feld nog veel nieuws bevatten over de middeleeuwse geschie denis van stad, scholtambt en kerk van Lochem. De kerkhervorming betekende in geestelijk opzicht een radicale breuk met het verle den, maar in materieel opzicht is er sprake van een zekere conti nuïteit, ook al was de roomse jus ervan afgehaald. Wat betekende de Reformatie voor de Lochemse kerk en de kerkorganisatie? De pastoor en de dominee De pastoor had twee taken: de zielzorg voor de parochianen en de zorg voor de relikwieën. Zijn functie was een afgeleide van die van de bisschop. Maar de pas toor was bij wijze van spreken ook een alleenheerser. Hij was bijge volg ook de belangrijkste archief vormer. Het archief van een ka tholieke parochie is nog steeds in belangrijke mate dan ook een pas toorsarchief. In Lochem was het niet anders, want de pastoor en de gezamenlijke priesters of vica rissen verbonden aan de Sint Gu- dulakerk vormden ook zelf ar chief. Het belangrijkste bestand deel daarin vormen de stukken met betrekking tot de verwerving van goederen door de pastoor en gezamenlijke priester/vicarissen van de kerk en enkele vicariën of altaarstichtingen. Dit middel eeuwse en 16e eeuwse archief van de Sint Gudulakerk bevat maar liefst ruim 130 stukken uit 8 Land van Lochem 2003 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2003 | | pagina 8