Gerrit Swart: 65 jaar vakmanschap Marjan Houpt Na 65 jaar kan hij veel verhalen; bijna een leven lang een loopbaan als schoenmaker. Op 15 september jl. werd Gerrit 79 jaar en vond het toen wel mooi geweest... We zitten op een herfstige middag bij hem rond de eettafel. Met een haarscherp gehengen voor data en detail vertelt hij over die lange periode in zijn leven. Eigenlijk werd Gerrit schoenmaker bij toeval. Hij zat nog op school (bij bovenmeester W.G. van de Hnlst van de jengdboeken) maar het was nog steeds crisistijd. En ondanks zijn mooie rapportcijfers van alleen maar zevens en achten, moest hij van school af om te gaan werken. Zijn oom, die een schoenmakerij had, zei: "Een schoenmaker heeft in elk geval altijd half te eten" en wilde hem wel als leerjongen aannemen. Gerrit was nog net geen 15, dns werd hem door de toenmalige Arbeidsbenrs hiervoor speciaal een ontheffing verleend. De foto's bij dit artikel zijn van Marjan Honpt en Fokkelien von Meyenfeldt. En zo begon zijn loopbaan op 1 september 1938. Van het maken van schoenen kwam toen nog niet veel; het was meer vegen en schoonmaken, maar zo had hij tenminste wel genoeg te eten. Daarna werkte hij nog bij diverse schoenmakerijen in Utrecht. Toen een van zijn bazen van een an dere politieke kleur bleek te zijn, moest Gerrit van zijn vader daar dezelfde dag nog vertrekken. "Zo ging dat in die dagen". Meteen de volgende dag had hij alweer ander werk, tot hij in 1943 als dwangarbeider naar Duitsland werd gestuurd. Ruim twee jaar werkte hij in Bremen bij de Reichsbahn (huidige Bundes- bahn), waar hij kolenwagens moest repareren. Oorlog In dit kamp zat 4000 man. Zwaar werk en weinig te eten, maar Gerrit had het voordeel dat hij in middels al enkele jaren ervaring had opgedaan in zijn vak, en zo werkte hij 's avonds bij in de schoenmakerij van het kamp, sa men met mannen die vanuit heel Europa waren gehaald. Volgens Gerrit waren de Russen de beste ambachtslieden; prachtige laar zen konden zij maken! Hier leerde Gerrit heel veel over het vak en niet minder belangrijk, zo kon hij ook wat extra te eten krijgen, waardoor hij ondanks alles deze jaren nog redelijk doorkwam. "En ach, als je dit vergelijkt met hoe anderen het toen hebben gehad, dan was het daar toch niet zo slecht". Na de bevrijding door de Engel sen kon hij eindelijk weer naar huis in Jutphaas. Maar dat ging niet zo eenvoudig. Over deze af stand van 230 km deed hij twee maanden, vooral ook omdat de IJssel toen nog "dicht zat", bleef hij weken steken in Deventer. Eindelijk thuisgekomen was hij van plan eerst maar eens drie maanden uit te rusten. Maar na drie dagen had hij daar al genoeg van en was meteen alweer aan het werk in een snelschoenma- kerij. In 1946 zocht hij zijn oude baas in Utrecht op om daar alsnog een getuigschrift te vragen: "Onder getekende G. Th. Geurtsen, Schoenmaker. L. Smeestraat 61 Utrecht verklaart hierbij, dat Gerrit Swart ruim 3 jaar bij hem is werkzaam geweest. Hij heeft zich doen kennen als een volijverig werker en is steeds eerlijk geweest. Zijn vertrek was doordat hij naar Duitsland moest".... Drukte na de oorlog Na vijf jaar oorlog was de vraag naar schoenen enorm; met 12 mensen in de werkplaats van deze snelschoenmakerij werd 70, 80 en soms wel 90 uur per week gewerkt, ook 's nachts. De prijzen van een paar schoe nen varieerden toen van 99 cent tot f 7,50. De snelheid van de productie kwam de kwaliteit niet ten goede; in de werkplaats werd wel ge zegd dat je zo'n schoen maar be ter met twee handen op kon pak ken, anders viel hij uit elkaar. "Dat noemden wij ook geen schoenen, maar voetbekleding". Gerrit wilde echter meer de am bachtelijke kant op en zo vond hij een advertentie in het Vakblad waarin een schoenmaker werd gevraagd bij de Fa. Swaters te Lochem. Uit 12 sollicitanten werd hij gekozen door de vader van de laatste eigenaar. Het feit dat me vrouw Swaters ook uit de buurt 11 Gerrit Swart, zomer 2003. Land van Lochem 2003 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2003 | | pagina 11