weerbaarheid en mondigheid en
hun betrokkenheid bij actuele
maatschappelijke ontwikkelingen
te vergroten. Ook legde zij inter
nationale contacten en organi
seerde ze buitenlandse excursies.
Voor meer praktische cursussen
zorgde zij eveneens, zoals voor
lichting over sanitair in verband
met de aanleg van waterleiding
op het platteland.
Dit vormingswerk onder de boe
rinnen werd van des te groter
belang, toen vanaf het begin van
de jaren '50, te beginnen bij het
rivierengebied, met overheids
steun in heel Gelderland een reeks
ruilverkavelingen met daaraan
gekoppeld streekverbeterings-
projecten werden doorgevoerd.
Doel was het opheffen van de
grote achterstand op het platte
land op velerlei gebied. Door haar
werk was ook Berta Vorkink hier
bij al vroeg actief betrokken. De
nagestreefde veranderingen wa
ren zo ingrijpend, dat uitsluitend
landbouwtechnische voorlichting,
zoals tot dan toe gebruikelijk was,
onvoldoende werd geacht. Voor
zien werd dat de maatschappe
lijke gevolgen van deze verande
ringen groot zouden zijn en
onvermijdelijk weerstanden zou
den oproepen. Van de boeren
werd verwacht dat ook zijzelf
grote bedragen zouden investe
ren. Omdat de eigen middelen
daartoe niet toereikend waren,
zou met vreemd vermogen moe
ten worden gewerkt. In de
meeste boerengezinnen was men
dit van oudsher niet gewend. Bo
vendien had men er in het rivie
rengebied geen vertrouwen in dat
de tot dan toe te drassige kom-
gronden door de voorgenomen
verbetering van de ontwatering
inderdaad geschikt gemaakt zou
den kunnen worden voor inten
sieve bewerking. Duidelijk was
dat ook in mentaal opzicht het
nodige moest gebeuren. Het
werd de taak van een nieuwe tak
van voorlichting, de agrarisch-so-
ciale voorlichting, om het zelfbe
wustzijn en welbevinden van de
agrarische bevolking te bevorde
ren en daarmee haar bereidheid
tot veranderen te vergroten. Ook
de overheid zag de noodzaak hier
van in en stelde aan alle agrari
sche standsorganisaties, en later
ook aan de landarbeidersbonden,
fondsen beschikbaar om deze
voorlichting te organiseren.
De Geldersche Maatschappij van
Landbouw stelde voor dit werk
in 1955 Berta Vorkink aan van
wege haar ruime ervaring en
omdat het bestuur haar kende
door haar secretariaatswerk voor
de Bond van Plattelandsvrouwen,
waarmee het nauwe contacten
onderhield. Gunstig was ook dat
ze al bekend was in het rivieren
gebied. Zij werd een der eerste
agrarisch-sociaal voorlichtsters in
Nederland en kreeg alle vrijheid
om aan dit nieuwe werk inhoud
en uitvoering te geven. Eenvou
dig was dat niet omdat deze vorm
van voorlichting en tevens
mentaliteitsbeïnvloeding de no
dige weerstanden opriep. Ook
voor Berta Vorkink zelf veran
derde veel. Had zij tot dan toe vrij
solistisch gewerkt en zich vooral
gericht op de vrouwen, nu werd
haar werkterrein verbreed tot de
gehele plattelandsbevolking en
kreeg zij te maken met allerlei
commissies, waarin vaak mannen
de boventoon voerden en de juf
frouw uit Arnhem met enige ach
terdocht werd benaderd. Door
haar kennis van zaken en betrok
kenheid maakte deze scepsis ech
ter snel plaats voor waardering.
Spoedig kreeg zij voor haar werk
assistentie van enige huishoud-
consulentes, voor elk streek-
7
Berta Vorkink tijdens de feestelijke bijeenkomst ter ere van haar afscheid bij de
Geldersche Maatschappij van Landbouw in 1975 (foto: Recatie-archief BWG,
Gelders Archief, Arnhem).
Land van Lochem 2003 nr. 2