^62 BRIEFK V de bloeiende gemeente aan. Zo werd een flinke Gemeente Secretarie ingericht, kwam er een nieuw lokaal voor de Ge meente-ontvanger en kon de burgemeester voortaan be schikken over een behoorlijke burgemeesterskamer. A. Sta ring beschrijft in De kroniek van Lochem het fraaie vernieuwde ring te Zutfen, en aangeboden door het Verfraaiings-Gezel- schap Op dit schoorsteenstuk kan men een tijdvers lezen, waarvan de letters I, V, X, L, C, D en M samen het jaar van re novatie 1899 vormen: "Als Burgertrouw haar steun vindt in de Spaarbankskas Luikt thans het Stedehuis, toen 't v\ t. Vj.'t ->x interieur van het Lochemse stadhuis: "Bezienswaardig is de raadzaal, voor welke zoveel mogelijk de oorspronkelijke stijl nagebootst is: als zoldering heeft men gekregen twee zware moergebinten, waarop de kinderbalken rusten, donker bruin getint; terwijl beneden, de lambriseering met gouden lijstjes afgezet, en het behang sel aan den muur van imitatie leder in dezelfde kleur als deze zoldering, aan het geheel een deftig en stemmig uiterlijk ge ven. Inzonderheid werken daartoe mede, de beide kope ren kroontjes, midden in de hoofdbalken opgehangen. De groote schouw bleef in denzelfden vorm behouden; zij werd voorzien, beneden met te geltjes en een haardplaat uit de zeventiende eeuw; boven, met een schoorsteenstuk, getee- kend door den Heer W.C. Sta- haast vervallen was In vroe ger geest weer op, een Phoenix uit zijn asch De plechtige heropening van het stadhuis vond plaats op maandag 8 januari 1900, in een buitenge wone bijeenkomst van de Raad. Bij deze gelegenheid werd een herinneringsteen ingemetseld met de namen van burgemeester Haitsma Mulier, de wethouders en raadslieden die tot de restau ratie hadden besloten. Lochem had weer een raadhuis, waarop het trots kon zijn. En bur gemeester Haitsma Mulier stak zijn ingenomenheid met de nieuwe aanwinst niet onder stoe len of banken! Trots toonde hij het vernieuwde onderkomen aan zijn Apeldoornse collega, Henri Paul Jules Tutein Nolthenius (1861 1930), die van 1897 tot 1910 bur gemeester van Apeldoorn was. Ook hij had net de verbouwing van zijn raadhuis achter de rug. In 1898 legde hij de eerste steen voor de grootscheepse renovatie en vergroting van het uit 1842 daterende Apeldoornse raadhuis. Beide burgervaders waren de nieuwe eeuw dus ingegaan met een flinke verbouwing achter de rug en resideerden in een fris op geknapt onderkomen. Dat schiep natuurlij k een band Nu, meer dan hon derd jaar later, is het Lochemse stadhuis nog altijd een van de beeldbepalende histo rische gebouwen in de binnenstad. Het Apeldoornse raad huis staat er ook nog steeds, op een promi nente plek aan zowel het Raadhuisplein als i de Markt. Het om vangrijke gemeente lijke apparaat past echter al lang niet meer in deze oude gebouwen. Prestigieuze uitbrei dingen werden gerea- liseerd, onder de hoe de van weer andere, ongetwijfeld trotse burgemeesters. Heeft u een oude ansichtkaart met bijzondere geschreven tekst? Wij zijn erg benieuwd. Misschien verdient uw exemplaar een plekje in deze rubriek. De redactie heeft al enkele inzendingen ontvangen en zal deze in een van de ko mende afleveringen van Land van Lochem opnemen. 33 Bionnen: C.J. B.P. Frank, "Monumenten in de gemeente Lochem (8). Het Stadhuis", in: Scholtampt van Lochem. Tijdschrift van de Historische Vereniging Lochem- Laren, nr. 46, april 1999-1, p. 25-27 J. Klein Egelink, 'Eerbetoon aan enen markante persoonlijkheid", in: Belvédère, 7e jaargang, nummer 2, 1997, p.13-16 A. Staring, De kroniek van Lochem, Lochem 1932 (herdruk) T. Steeman, Apeldoorn voorbij. Schetsen uit het verleden van Apeldoorn en Het Loo, Apeldoorn 1996, p.60-65 Land van Lochem 2003 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2003 | | pagina 33