Hartelijke groeten uit Lochem (4)
CeesJan Frank
Voor deze vierde aflevering van "Hartelijke Groeten uit Lochem" stelde een van onze leden,
de heer Tijhoff uit Laren, een oude ansichtkaart uit 1902 ter beschikking. De trots van de
burgemeester.
Deze keer is het geen
vakantiegroet, maar een
berichtje van een Lo-
chemse burgemeester aan zijn
collega in Apeldoorn. Een uniek
tijdsdocumentje met een bijzon
der verhaaldat van de trotse bur
gervader en zijn vernieuwde re
sidentie, waarmee hij zijn "rivaal"
met een knipoog de ogen uitsteekt.
Ansichtkaart "Zijgevel en Ach
terzijde van het Stadhuis te Lo
chem", poststempel: 18 augustus
1902.
Ansichtmodel nr. 33262, uitgave
H.G. Lovink, fa. J.H. Scheen
Collectie: H. Tijhoff, Laren.
Geadresseerde: Burgemeester
Tutein Nolthenius, Apeldoorn.
Op de fotozijde staat de volgende
tekst:
"Hierboven vindt Gij een afbeel
ding der residentie van Uw Col
lega te Lochem."
Een kaartje van burgemeester tot
burgemeester dus. Hoewel hij zijn
naam op het kaartje niet ver
meldde, is de afzender de Lo-
chemse burgemeester Tjepke
Haitsma Mulier (1847-1921), die
in 1902 al 22 jaar burgervader van
Lochem was. Pas in 1914 legde
hij zijn ambt neer. De Lochemse
bevolking eerde hem toen met een
herinneringsbank op het pleintje
in de toenmalige Marialaan, die
in 1915, bij de onthulling van de
bank zou worden omgedoopt in
Haitsma Mulierlaan.
De afbeelding op de ansicht
kaart toont ons het Lochemse
stadhuis, gefotografeerd kort
na de ingrijpende restauratie,
die in 1900 was voltooid. Bur
gemeester Haitsma Mulier was
kwam met een zeer welkome
subsidie. Onder leiding van
gemeente-opzichter G. Olthoff
werden de werkzaamheden
opgestart. Er volgde niet alleen
een uitgebreid bouwtechnisch
herstel van het gebouw, ook
werd het interieur ingrijpend
gerenoveerd en nieuw inge
richt. Men liet zich hierbij in
spireren door de situatie, zoals
die in de zeventiende eeuw
moest zijn geweest, maar paste
deze aan de moderne eisen van
in 1894 een van
de voorstanders
geweest van her
stel van het eeu
wenoude stad
huis, dat aan het
einde van de ne
gentiende eeuw in
erbarmelijke
staat verkeerde.
Er werd advies
gevraagd bij de
Maatschappij tot
Bevordering van
Bouwkunst, die
via een onder
zoekscommissie,
bestaande uit de
bestuursleden C.
Muysken, A.C.
Bleys, V.G.A.
Bosch en J.A.
Mullock conclu
deerde, dat het
gebouw waarde
vol genoeg was
om tot herstel
over te gaan. Ook
maakte ze het
plan voor de ge
deeltelijke recon
structie van de
zeventiende-
eeuwse toestand.
Dat hierbij enkele opvallende
vergissingen werden gemaakt
is beschreven in deel 8 van
"Monumenten in de gemeente
Lochem. Het Stadhuis" in
Scholtampt van Lochem, nr. 46,
april 1999.
Het definitieve besluit tot de
uitvoering van het plan werd in
1898 genomen. Er was een
flinke lening noodzakelijk om
het kostbare project te kunnen
volbrengen. De Spaarbank
32
zijgevel eti jWilerzijde van hel Siadthuis de Xochem.
-
Land van Lochem 2003 nr. 2