gaan van de K.N.F. - toen nog Nederlandse Federatie van Har monie- en Fanfaregezelschappen - een artikel naar aanleiding van de koninklijke onderscheiding die Bijnevelt op 31 augustus 1939 ontving: Met grote voldoening is in Federatieve kringen ver nomen, dat op 31 Aug. de be kwame dirigent van Advendo Lochem Koninklijk is onder scheiden met de gouden me daille in de Huisorde van Oranje Nassau. Het artikel beschrijft Bijnevelt als een zeer geacht dirigent die Advendo gemaakt heeft tot een van de allerbeste muziekkorpsen in de Nederlandse Federatie. Ie dereen herinnerde zich nog het schitterende optreden van het muziekkorps op het concours in Borculo in 1939. "Ondanks zijn hoge leeftijd (de muziek houd jong) is de heer Bijnevelt een vitaal orkestleider en zijn mu zikale loopbaan is er dan ook naar geweest om hem te maken tot een allround musicus. In 1888 verliet hij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag als violist, hoboïst en harmonisering en hij vond al gauw een betrek- king in het Concertgebouw Or kest in Amsterdam. Hier werkte hij vijfjaar als tweede hoboïst, met een onderbreking van ongeveer een jaar, waarin hij met een opera gezelschap uit Parij s, onder leiding van De la Fuente, een tournee naar Saigon maakte. In zijn laat ste jaar bij het concert gebouworkest speelde hij viool en eerste hobo. Daarna vertrok Bij nevelt naar Arnhem, waar hij drie jaar lang eerste hobo speelde in de orkestvereniging. Ook was hij hoboleraar aan de Arnhemse Muziekschool. Terug in Amster dam speelde hij eerste hobo in het Nederlandse Opera-orkest, onder Kees van der Linden. Ook het buitenland trok. Zo was hij in Glasgow hobosolist in het Scottish Orchestra. Zijn carrière bracht hem ook in New Castle en Lon den waar hij op tentoonstellingen optrad en als soloviolist in het Londense Savoy Hotel. In Parijs volgde hij enige tijd hobolessen bij de beroemde George Gilet; terug in Londen trad hij zeven jaren lang als hobosolist op in Queens-Hall en in de Royal Opera, Convent Garden. In 1904 vertrok hij naar Boedapest, waar hij maar liefst twintig jaar als hobosolist fun geerde in de Koninklijke Opera en het Philharmonisch Orkest. Na zijn Europese omzwervingen keerde Bijnevelt in 1924 terug in Nederland. Hij besloot zijn erva ring te steken in een aantal dilettantenverenigingen, zoals Euphonia te Eibergen (vanaf 1925), waarvan hij dirigent werd. Later volgden andere muziek verenigingen. Eind jaren dertig stonden naast het Lochemse Advendo ook Crescendo te Neede, De Diepenheimsche Har monie, en Advendo te Nijverdal onder zijn leiding. Het is duidelijk dat Martin Bij- nevelt naast een goede musicus ook een zeer bekwaam pedagoog was. Hij leerde leden van zijn or kest niet alleen de noten onberis pelijk spelen, maar bracht hen vooral het muziek maken, begrij - pen en liefhebben bijHij stond op getrouw bezoek aan de repe tities, leidde met eindeloos geduld jonge blazers op en was onver biddelijk wanneer iemand niet mee kon. Zo kon hij amateurs moeilijke muziek uit het klassieke repertoire leren spelen. (wordt vervolgd) 29 Bronnen: Archief Muziekvereniging Advendo Gemeentearchief Lochem Het MaanbladOfficieel Orgaan NedFederatie van Harmonie en Fanfare gezelschappen, diverse jaargangen H.J. ten Broeke en H. Steenblik, Aeolus 1863-1860, in: Grepen uit de geschiedenis van Lochem, Lochem 1983, p. 72-77 Mondelinge informatie van D. Nijenhuis uit Veenendaal Land van Lochem 2003 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2003 | | pagina 29