vroegere Lochemse partijgenoten werden met rust gelaten; het toen nog geldende zogenaamde mon sterverbond Duitsland - Sovjet Rusland was hier natuurlijk ook debet aan: men ging er van uit, dat Stalin en Hitler door het ge sloten vriendschapsverdrag van 1939 nog steeds dikke vrienden waren. Aan de eerste gemeente raadsvergadering na 10 mei, te weten die op 10 juni 1940, mocht Ter Schegget- nog deelnemen. Toen echter op 29 juli voor de tweede keer vergaderd werd, was hij door het verbod niet meer aanwezig. In oktober 1941, dus vier maan den na de Duitse inval in de Sov jet Unie, werd Willem Jan gear resteerd. Hoe deze arrestatie plaats vond en wat er daarna ge beurde, wist zijn zoon Gerrit (overleden 22 december 1999), later gepensioneerd boekhouder, zich nog heel goed te herinneren. Hij wist ook, dat zijn vader gedu rende de periode dat hij op non- actief was gesteld vaak overhoop lag met plaatselijke N.S.B.-ers en pro-Duitsers. Ook in dat opzicht liet Ter Schegget sr. zich gelden. Zijn zoon vertelde verder dat zijn vader inzake het illegale werk zeer voorzichtig te werk ging. Alles ging goed, totdat een geest verwant van hem uit Deventer gearresteerd werd; mogelijk door martelingen tijdens verhoren heeft deze namen genoemd, hetgeen ook aan Ter Schegget de vrijheid kostte. Op die bewuste oktoberdag in 1941 verschenen een Lochemse politiebeambte met drie burgers bij hem thuis en vroegen hem te spreken over een of andere land- bouwaangelegenheid. Ter Scheg get was op dat moment niet thuis, doch werkte als opperman in Barchem bij de firma Schot. Zijn dochter rook onraad en liet de mannen niet toe. Ze vroegen, waar haar vader werkte. Ze gaf voor dat niet te weten.Toen heeft men in de buurt geïnformeerd en wel bij Lenderink, de doodgraver. Deze goede man gaf, niets ver moedende, het werkadres van Willem Jan. Zijn zoon vertelde verder, dat zijn zuster haar vader via hotel Schoonoord inmiddels telefonisch op de hoogte had ge bracht van het bezoek. Ter Scheggets fout is geweest, dat hij van zijn werk rechtstreeks naar huis kwam. Hij zag weliswaar kans om nog wat bezwarend materiaal weg te moffelen, maar de politieman en de drie mannen in burger (die later Gestapo-agen- ten bleken te zijn geweest) had den zich blijkbaar in de buurt ver dekt opgesteld, want niet zodra had Ter Schegget zijn boeltje ver stopt of het huis werd omsingeld en de bewoner gearresteerd. In eerste instantie werd hij naar de marechausseekazerne aan de H. Mulierlaan gebracht, om van daaruit naar Deventer te worden vervoerd en vervolgens naar de gevangenis te Arnhem, waar hij drie maanden werd vastgehou den. Daarna volgden drie maan den Scheveningen (Oranjehotel) en drie maanden in het concen tratiekamp (strafkamp) te Amersfoort. Zijn zoon, noch zijn dochter hebben hun vader na zijn arrestatie ooit weer gesproken. Wel werden brieven uitgewisseld met gecensureerde inhoud. Eind 1942 werd hij vanuit Amersfoort naar Duitsland overgebracht (concentratiekamp Neuengam- me). Zolang hij in Nederland gevangen zat, hebben de familie en vrien den hem van diverse pakjes goe deren en rookwaar voorzien. Men wist hier zelfs niet, dat hij in Neuengamme zat. Dit hoorde zijn zoon Gerrit, die op de drukkerij De Tijdstroom werkzaam was, van zijn baas, directeur N. Scheen, op dat moment loco-bur gemeester van Lochem. Bij de gemeente was namelijk dat be richt binnengekomen. De enige, die hem in het concentratiekamp Amersfoort vlak voor zijn vertrek naar Nazi Duitsland gesproken heeft, was Marinus Welbergen, ook een geestverwant van Willem Jan. Welbergen was als gijzelaar opgepakt, omdat een aanslag was gepleegd op de spoorbaan bij Deventer. Ter Schegget had Wel bergen verteld, dat zijn geestver want Gerritsen uit Deventer "morgen" zou worden gefusil leerd en dat hijzelf diezelfde dag naar Duitsland zou worden overgebracht. Wanneer dat pre cies geweest is, is dus niet be kend. Begin januari 1943 werd zijn zoon Gerrit bij de Lochemse politie ontboden en die vertelde hem het treurige nieuws dat zijn vader op 1 jan. 1943 in het concentratie kamp was overleden. Ter Scheg- get jr. wist zich ook nog te herin neren dat, toen hij het overlijdens bericht in ontvangst had genomen, hij tegen de gelukkig niet al te foute Lochemse politieagent ge schreeuwd had: "Overleden? Vermoord zul je bedoelen!", een emotionele uitbarsting van haat, zo als een ieder zich dit zeer ze ker goed kan voorstellen. Na de oorlog ontving zijn zoon het officiële doodsbericht van de hier mee belaste instanties. Ook Ko ningin Wilhelmina betuigde via een hartelijke brief haar deelne ming. Een tragisch levenseinde van iemand, die het met de minderbedeelden uit onze stad gedurende de grauwe en armoe dige jaren dertig zo goed ge meend had en voor wier lotsver betering hij zo vaak op was gekomen. 15 Bionnen: A. Diepeiink, Lochem in oorlogstijd, 1985 Weekblad Extra, januari 1991 Raadsverslagen Lochem 1935/1937 Interview van J. Klein Egelink met G. ter Schegget jr., eind 1990 Land van Lochem 2003 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2003 | | pagina 15