droeg vaak zo'n geval. Dat ver
anderde pas voor oude vrouwen
in het midden van onze eeuw,
voor de jongere generatie wel
iets eerder. En tegenwoordig is
er geen verschil meer, tenminste
op zekere hoogte. En dan de
broekenmode voor de vrouw. Dat
was toch zeker iets dat in die be
ginperiode wel heel streng en als
onvrouwelijk begroet werd. Een
spreekwoord zei ook vroeger al:
"Nou, dat is der eene, den hef de
bokse an." Het gaat niet meer op
want wie loopt er tegenwoordig
niet in een broekpak? Er is veel
vraag naar, want ze hangen bij
ritsen in de confectiewinkels.
Naar goed, ik zou van vroeger
vertellen.
Oude gebouwen
Ik heb het nog niet over de oude
gebouwen gehad die ook nog in
Lochem te zien zijn. Het oudste
huisje, nu schuurtje, staat aan de
bleek. Als je over de sloezenkolk
loopt, te bereiken vanaf begin
Tramstraat, langs de oude stallen
van Beijers, ook van de andere
kant langs de gracht, vanaf de
Burg. Leenstraat. Dat huisje moet
al van 1500 zijn en het werd ge
bruikt als een afzonderingshuisje
voor lijders aan boze zweren.
Lochem was niet groter dan bin
nen de grachten. Een ziekenhuis
was er niet, en dan werden lijders
aan die besmettelijke ziekte uit
de gemeenschap gedaan. Ze
moesten zich dan maar samen
troosten daar. Ik denk dat het
lepra was waar ze aan leden. Ik
hoop dat ze het oude huisje niet
slopen. Men weet zo weinig van
oude tijden. Ook in de hoek aan
de kleine markt zijn nog een paar
mooie oude gevels, bv. het huis
waar nu de bibliotheek in geves
tigd is bezit een mooie trapgevel.
Nu is het gerestaureerd, maar de
oude trant is nog goed kenbaar.
De tegenwoordige bibliotheek
was heel vroeger de spaarbank,
bewoond door de conciërge. Ook
ons gemeentehuis is lang niet
j ong meer, maar het blinkt nu niet
uit door mooie oude stijlen. Het
poortje aan de grote markt zijde is
er in veel later jaren aangebouwd.
In de vorige eeuw waren onder
het gemeentehuiscellen, waar
lui die een klein vergrijp hadden
gepleegd, opgeborgen werden.
Mijn vader was in de leer bij een
schoenmaker, die tevens voor
brood en koffie moest zorgen
voor de gevangenen. Bij afwezig -
heid van de baas moest mijn va
der dit verzorgen. Maar hij vond
er niets aan. Enkele gevangenen
waren stropers en houtdieven
die mijn vader wel kenden. Dan
zeiden ze: "Wie zingt heel hard,
dat wie neet heurt als de schuif op
de deur wordt geschoven." Dat
was het naarste geluid.
Dan is er verderop nog het mooie
oude huis, bewoond door C. Lan-
geler. Hij noemt het zelf altijd
"Het saksisch Monument". In
dat straatje ernaast kun je nog
de oude manier van metselwerk
zien, hele dikke houten balken er
door. Wie van oude bouwkunst
houdt, kan hier zijn hart ophalen.
Hygiëne
Met de hygiëne was het in die
oude dagen ook nog treurig
gesteld. Het was b.v. zonde om
wollen goed te wassen en zo hield
men een borstrok, die met het
kouder worden aangedaan werd,
's winters maar aan, want wassen
daar werd hij niet beter van. Het
hield denk ik ook verband met de
geringe keuze van wolwasmid
delen. De wol werd zo hard als
een plank. En men vond het ook
zo allang goed. Mijn man moest
in zijn dienstjaren als knecht bij
een baas bij iemand slapen die
zes weken de halve slip van zijn
hemd had gehad en als hij de
sokken uittrok bleven ze rechtop
staan. Dat was hygiëne omstreeks
1900. Een enkel herenhuis had
een badkamer.
Badhuis
In het volkshuis (nu gesloopt)
in de Rivestraat, kon je een bad
krijgen voor een klein prijsje en
daar werd door velen gebruik van
gemaakt. Dat volkshuis was in
1892 gebouwd door de bekende
architect Berlage.
Er was een tekenzaal waar les
werd gegeven in bouwkundig
tekenen, een bibliotheek. een
zaal voor de weinige toneelver-
eni-gingen en voor repetities
van muziekverenigingen. In het
begin en in de laatste jaren van
de vorige eeuw was dat alleen
de mu-ziekvereniging Aeolus
en later kwam ook de arbeiders-
vereni-ging Advendo, die zich
tot op heden nog handhaaft, en
hoe! Enkele mensen voelden in
die oude tijd ook al wat voor li
chaamsoefeningen en zo werd er
door enkelen "Brinio" opgericht,
maar dat was ook in de vorige
eeuw, omstreeks 1885.
Omstreeks 1902-03 ging ik naar
de Remonstrantse Zondagschool,
maar wat schrik, toen op een zon
dagmorgen ons hele kerkje in de
as werd gelegd. Het kerkje was
gesticht door enkele vooraan
staande burgers die zich van de
N.H.kerk afscheidden en onder
leiding van Mr. Sickens van de
Cloese en anderen kwam dat tot
stand. Mr. Sickens bewerkte zijn
pachters tot overschrijving naar
de Remonstrantse Kerk en zo kon
er na verloop van tijd een predi
kant beroepen worden. Het kerk
je werd herbouwd en omstreeks
1908 weer in gebruik genomen.
Sindsdien is het nog eens geres
taureerd en werden de mooie
glas in lood ramen er uit gehaald
en grotere ramen met blank glas
in geplaatst. Zonde van de oude
mooie bouwtrant. Ook het interi
eur was verouderd en er werden
moderne stoelen in geplaatst.
Mijn keus is het niet. Tegen
over de kerk, hoek Pillinkstraat,
stonden drie onbewoon
baar verklaarde woningen, een
zieke plek in het straatbeeld waar
iedereen zich aan ergerde. Geluk
kig zijn deze woningen nu afge
broken en is er een open ruimte
voor in de plaats gekomen. Ook
de boerderijen die binnen de
kom lagen zijn nu wel zo goed
als opgeruimd. De boerderij in
de Emmastraat is verdwenen en
20
Land van Lochem 2003 nr. 1