ge ingehaald was, trakteerde de
boer op koffie, brood en jenever.
Dat gebruik heette stoppelhane.
Klokkenluiden
In Lochem werd elke morgen
om 8 uur de klok geluid, ook 's
middags om 12 uur en 's avonds
om 9 uur. Ik vond het als kind een
angstig gebeier. Ook bij brand
luidde de klok, maar dan kwam er
een zware klok bij, de brandklok.
Het blusmateriaal was ook droe
vig. Met handspuiten, water uit
de grachten en leren emmers die
van hand tot hand gingen, pro
beerde men de brand te blussen.
Dat klokluiden is nu vervangen
door een sirene en er kwam een
grote nieuwe brandweerkazerne
met een vaste ploeg in uniform.
De toren werd nu verrijkt met
een carillon, geschonken door
de heren Naeff, drijfriemenfa
brikanten alhier. Ieder half jaar
ongeveer werden de liedjes die
erop stonden verwisseld. Het
carillon bracht een hele levendig
heid mee. Ik denk dat het na het
verbouwen van de spits kwam,
dat was omstreeks 1900. De spits
werd hoger en er was nu ruimte
voor de klokken. In de oorlog van
40-45 hebben de Duitsers ze uit
de toren gehaald. Maar gelukkig
zijn ze weer terug gehaald en nu
is het weer voor elkaar en elke
marktdag wordt op het klavier
heel hoog in de spits, gezellig
gespeeld.
Spelletjes
De kinderen hadden ook meer
speelruimte dan nu. Wij speelden
verstoppertje en andere spelen
om de Grote Kerk. Je kon knik
keren of hinkepad spelen op
straat, ballen op straat tegen je
oudershuis. Er kwam hoogstens
eens een paard en wagen langs.
Als het 's zomers erg droog was
kwam er een sproeiwagen door
de straten. Dat was een soort
tankwagen met over de volle
breedte een buis met gaatjes aan
de achterkant waar het water
uit sproeide. Wij liepen als kind
graag achter die wagen in de
waterstralen, lekker koel en natte
voeten maken. En 's winters, als
het tenminste gevroren had, reed
men schaats op het Molengrond,
een ondergelopen weiland, nu
grotendeels bebouwd. Je moest
lid zijn van de IJsclub. Er was
een tent voor saliemelk, 2 cent
een kommetje en er was een
baanveger met een spraakgebrek.
Hij vroeg bijvoorbeeld.: "Bun ie
rid van de iesbane, anders gooi
ik oe een ratte veur de veute".
Als attractie werd er tot slot een
teerton aangestoken, maar dan
viel de dooi in.
Muziek
Op de kleine markt voor café
Zwijnshoofd stonden vroeger
twee prachtige kastanjebomen.
En als het een mooie zomeravond
was, gaf de oude muziekver
eniging Aeolus daaronder een
concert. Wat genoten mijn stad
genoten daarvan, want er was
zo weinig te doen. Degene die
zelf geen instrument bespeelde,
had ook geen muziek in huis. Ik
weet nog dat, omstreek 1900, in
het huis naast café Zwijnshoofd,
hoek Ei., een zekere familie
Nieuwenhuis woonde, die er een
wijnhandel in dreef. Zij waren de
eersten in Lochem die een gram
mofoon hadden. Er stond zo'n
grote hoorn op waar de muziek
uit kwam. Met mooie zomer
avonden zette men dat instrument
voor het open raam en dan was
het zwart van het volk voor dat
raam om dat wonderding te zien
en te horen. Er kwam een blik
kerig geluid uit, maar dat gaf niet.
Het was wonderlijk dat zoiets
bestaan kon.
Ook weet ik nog dat mijn buur
vrouw een keer kwam aanwippen
en zei: "Ie zult het wel neet ge-
leuven, moar ik hebbe de klokke
in Engeland eheurd." Dat was de
radio. Je geloofde het ook niet.
In 1926 kregen wij al radio, mis
schien de tiende in heel Lochem,
want iedereen kwam bij ons
luisteren. Het ding liep op batte
rijen en die potten werden iedere
keer opgeladen. 't Was allemaal
nog zeer primitief en stond in de
kinderschoenen. De TV deed on
geveer twintig jaar geleden zijn
intree, maar toen verwonderde
men zich al niet meer over de
technische wonderen. Telefoon
was ook iets waar men vroeger
niet zo gauw mee vertrouwd was.
Mijn vader werd eens opgebeld
uit Zeeland - de aansluitingen
waren in hoofdzaak bij café's - en
hij kwam stomverbaasd thuis. Hij
kon maar niet begrijpen dat hij
een stem uit Zeeland had gehoord
en zo duidelijk, "net of e veur
mie stond". Die goede oude tijd
is niet meer.
Waterleiding
Ongeveer 50 jaar geleden in de
jaren 20, is hier waterleiding ge
komen en was je verplicht die te
nemen. Men kon toch voor water
niet betalen, dat was te gek. Maar
wat een gemak is het toch. Zelfs
heet water kun je tegenwoordig
zo uit de kraan tappen. Met de
wasdag ging het ook anders.
Vooral in de boerenstand was
het schande om elke week te
wassen, een bewijs dat je geen
linnengoed in de kast had. Een
rijke boer bijvoorbeeld waste om
de zes weken of nog langer. Dan
kwamen buurvrouwen helpen en
werd de hele week aan de was be
steed. Het inweken gebeurde wel
met witte as, die eerst verzameld
werd en dan met groene zeep.
Met kerstavond moest alles net
jes opgeruimd zijn en niets buiten
het erf slingeren. De volksmond
zei: dan kump Derk met de Beer.
Schoolfeest
Ik herinner mij nog zo goed ons
jaarlijkse schoolfeest. Vooral in
de hoogste klassen werd daar
voor die dagen veel werk van
gemaakt. We gingen wel met
extra trams naar Barchem, deden
daar spelletjes op een weide en
kregen als traktatie koffie met
suiker en kaneel. Dat heette dus
kaneelkoffie. Verder waren er
kleine ontbijtkoeken waarvan
ieder kind er dan één kreeg. Daar
21
Land van Lochem 2002 nr. 2