om in een bus te reizen. In 1914 waren hier grote manoeu vres in de Achterhoek en zagen we de eerste vliegmachines. Ze daalden op de Goorseweg in een weide en moesten met mankracht weer de lucht in. Er draafden en duwden verscheidene stadsgeno ten achter, tot de propellers aan sloegen en de machine de lucht in ging. Eén vloog er echter niet lang en niet hoog. Een eindje verder kwam hij namelijk in een boom terecht. En de hulpen kon den hun petten weer opzoeken, die door de wind van de propel lers waren afgerukt. Bestrating en riolering Goede oude tijd. De bestrating van de binnenstad was ook nog niet alles. Er waren stinkende goten aan weerskanten, dan een klinkerpad van ongeveer 60 cm en het middenvlak had Brabantse keien (vierkante stenen, ongeveer 10 cm in het vierkant). Riolering was er niet, maar overal stonden stadspompen. Natuurlijk had ook iedere keuken zijn eigen pomp, waar je met een zwengel het water naar boven bracht. Stadsomroeper met vis Verder had je een stadsomroeper, Evert met de panne, een ronde koperen pan waar hij op afstan den drie harde slagen op gaf en den volke verkondigde dat de ijsbaan geopend was, of dat er vis aan de afslag was. Hij liet die vis zelf komen en verkocht die dan 's avonds bij het schaarse licht van de antieke lantaarn, die nu nog op de markt op de zelfde plaats staat. Een aantal geïnteresseer den stond er omheen als Evert de deksel van de vismand haalde en de mand omkeerde. Een stuk of tien, twaalf vissen lagen daar dan, meestal schol, schelvis of spie ring. Met een aanwijsstok tikte hij tegen de vis en dreunde bij afslag op, bijvoorbeeld 70-69 68-67 enz. tot er één riep "mien" en dan zei Evert: "Achter is veur"(die achteraan stond was het eerste). Paasvuur, kermis Met Pasen ging het in optocht naar de Paasberg waar het paas vuur ontstoken werd, een oud hei dens gebruik om de winter op de vlucht te jagen en het voorjaar in te luiden. Tegenwoordig is dat paasvuur op de Koedijk een surrogaat van vroeger. Er waren vier grote jaarmarkten: Meerten Keur, Meimarkt, Herfst- markt en Kermis. Met Maarten Keur gingen wij met een stuk krijt de straat op en mocht je alle meisjes, vooral boerinnetjes een streep met dat krijt over de rug doen, de betekenis hiervan was, dat die meisjes dan volwassen waren en met het "jongevolk" uit mochten gaan. Kermis was een afkorting van kerkmis. De hele markt stond dan vol spe len en kramen, koekkramen en snuisterijen. Een moderne variant hiervan is er nog altijd, maar het is wel anders. Nu, in 1975, kost bijvoorbeeld een rit in de draaimolen 35 cent, in 1900 (mijn jeugd) kostte het 1 en met opgestoken haar 2 cent. Nu gaat alles elektrisch, toen met handkracht. De draaimolen werd getrokken door een paard, dat om de 5 of 6 uur verwisseld werd. School De leerplicht werd in 1900 wet telijk van kracht. Voor die tijd was het vrij of je al of niet naar school ging. Je begon met een lei en griffel, later met een schrift en een pen die geregeld in de inktpot gedoopt moest worden. De inktpot zat in de bank op het voorblad, een heel geknoei. Ook was er een Bewaarschool waar j e vanaf drie jaar mocht ko men. De onderwijzeressen waren meestal niet gediplomeerd. Ik ging er ook heen, maar de leerstof was niet veel bijzonders. Ze wer den in de volksmond "boksen- binders" genoemd. De klein tjes moesten vaak naar de WC, vandaar. Op de markt, waar nu het Post kantoor is, was een jongensmulo. Die leerlingen moesten eerst ont groend worden. Dat ging op de markt onder de pomp. De meisjes gingen naar de Meis jesschool, die nu (in 1975, red.) nog gebruikt wordt als kleuter- crêche. De meisjes kregen daar onderricht in talen, borduren e.d. Verder was er geen gelegenheid tot het volgen van voortgezet on derwijs zoals nu.Een vak leerde je wel bij een baas. Ontspanning en bruiloften Veel ontspanning was er niet in die dagen. Twee keer in de winter was er Nutslezing, vaak gege ven door ds.Horst, waar de da mes naar toe gingen met een stoof en een breikous. Er waren twee uitvoeringen van de plaatselijke comedieverenigingen en één van de gymnastiekvereniging Brinio, met bal na, waar we heerlijke oude walsen, Duitse polka's e.d. dansten. In de huishouding ging het so berder toe dan nu. Het eten was eenvoudig: als brood kreeg je meestal roggebrood met een sneetje witbrood. Margarine was onbekend. Wie het betalen kon at roomboter en anderen aten smout, dat is varkensvet. Beleg kwam bijna niet voor. Stroop of suiker en als hartigheid een plakje kaas (16 cent per ons) of mager spek. Rookvlees of ham kwamen op tafel als je ziek was en een enkele boer gaf met een bruiloft ham of kaas. Bruiloften werden bij de bruid thuis gegeven.Eerst nodigden jon ge mannen uit de familie of buurt de gasten, met een roos aan de pet en een traditioneel uitnodi gingslied. De buren verzorgden die dag de bediening van de con sumpties (koffie, bier en jenever) en bij het eten. Dan ging je aan tafel en vaak was er geen tafel laken of bordje. Twee speellieden met accordeons en een diep bord liepen rond de tafels en de aan- zittenden deden een gave in het bord voor de muziek. Er werd buiten gedanst en later op de deel. 27 Land van Lochem 2002 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2002 | | pagina 27