de aankoop geadviseerd hadden en zij keurden de spuit volledig goed. Het was een tweewielige motorbrandspuit, gedreven door een 8-cylinder Ford-motor van 85 PK met een capaciteit van 2000 liter per minuut bij aanvoer van open water. Bij aansluiting op de waterleiding kon het volle vermogen niet bereikt worden doordat de aanvoercapaciteit niet voldoende was, tenzij men zou aansluiten op meer brand- kranen. Daarvoor zou men naar uiteengelegen punten in de stad de aanvoerslangen moeten leg gen. Eerst werd op de Markt gedemonstreerd met aansluiting op de waterleiding en één pers leiding. De waterstraal van 35 mm ging tot op het dak van de kerk. Daarna werd de spuit bij de thans verdwenen katholieke school gezet en daar met gracht water gevoed. Nu kon hij op volle kracht werken en de straal spoot over de gracht en de wal tot op het dak van het toenmalige St. Gudulagesticht. Vervolgens werd aan alle vier watermonden een slang gekoppeld en spoten vier stralen in de lucht van res pectievelijk 35, 28, 18 en 8 mm. Bij deze demonstratie bleek dat de spuit meer presteerde dan de specificatie aangaf. Behalve dat er een nieuwe brand spuit kwam werden wijzigingen aangebracht in de leiding van de Lochemse vrijwillige brandweer. De heer F.G.Nieuwenhuis had ontslag gevraagd als ondercom mandant. In zijn plaats werd benoemd de brandmeester van de stoomspuit de heer D.J. van den Brink. De heer A.J. te Has- seloo, adjunct-commandant van de stoomspuit, werd bereid ge vonden zijn plaats in te nemen en werd prompt bevorderd tot brandmeester. Als brandmees ters van de motorspuit gingen fungeren de heren J. te Hasseloo en G.J. Eertink. J. te Hasseloo was tot dat moment brandmees ter bij de slangenwagen III; hij werd opgevolgd door de heer P. Meereboer, manschap bij het piket. Algemeen commandant was en bleef de heer G. Olthoff. Deze werd in ieder geval terzijde gestaan door een goed team van vakbekwame medewerkers, op wie hij te allen tijde kon rekenen. Lochem met zijn toen ongeveer 5500 inwoners kon bogen op een uitgebreide brandweervoor ziening: een motorspuit, een stoomspuit, vier slangenwagens, elk voorzien van een brandladder, voor de bevolking van onze stad een zeer geruststellende gedachte in die donkere dagen van oorlog en bezetting. Vrijwilligers werven Om die inwoners een beetje ver trouwd te maken met de nieuwe uitrusting werd besloten, deze ook aan de bevolking te tonen tijdens een demonstratie op de Markt. Op de achtergrond speelde bij de leiding echter de gedachte vooral jeugdige personen te inspireren om zich vrijwillig te melden, want het sprak vanzelf dat de nieuwe motorspuit het nodige personeel vereiste. De brandleiding vond dat veel jongeren van ongeveer 20 jaar als hun plicht dienden te beschouwen om mee te helpen, leven en eigendom van hun stad- genoten zoveel mogelijk tegen brand te beschermen. Vandaar dat via de plaatselijke pers jon geren werden opgeroepen zich vrijwillig te komen melden, liefst zo gauw mogelijk, opdat begon nen zou kunnen worden aan hun opleiding. De jongeren waren echter niet erg enthousiast, het liep in geen geval storm. De jeugd van Lo chem van toen was wel te por ren voor een brandweerdemon stratie op de markt met liefst zo veel mogelijk sensatie. Ook het bekijken van de nieuwe brand spuit vond ze wel de moeite waard, maar de ambitie om zelf de gelederen te komen versterken was gering. Voor de tweede maal werd een oproep geplaatst in de Lochemse krant voor vrijwil ligers. Aarzelend en schoorvoe tend begon dit vrijwilligerskorps nu een beetje op gang te komen. In totaal kreeg men 14 personen bijeen: P. Schoenmaker, Chr. Hof stee, S.L Pasman(?), G.J. Brin kerink, Mr. P.C. Loopuyt, J. Olt- hoff, J.H.L.Voortman, H. Braak- hekke, N. Scheen Jr., J. van Don gen, A. Gerritsen, J.W. Hassink, H.G. Postel en A.J. Reerink Jr. Samen met de lucbtbescher- mingsmanschappen heeft de Lochemse brandweer de hele oorlog door uitstekend gefunctio neerd. Gelukkig waren er weinig bominslagen of andere calami teiten, maar men kan niet anders zeggen dan dat in die moeilijke en woelige tijd óók ter zake van brandgevaar en luchtaanvallen Lochem paraat was! Bronnen 25 Prop, G. De historie van een kleine Landstad Lochem, Lochem 1958 (p.112, 139) Staring, A., De kroniek van Lochem: Wetenswaardigheden. Lochemsche Couranten- en Handelsdrukkerij 1932, 2e druk (p. 21 t/m 26) Leggers Lochemsche Courant 1907, 1915, 1924, 1939, 1940 (archief gemeente Lochem) Notulen raadsvergadering Lochem november 1905 (archief gemeerte Lochem) "Ordre en Reglement op 't stuk van Brandt" (oud-archief gemeente Lochem 1756) Resolutieboeken 1693, 1694, 1695, 1701, 1728, 1730, 1786 (oud-archief gemeente Lochem Reglement reorganisatie Lochemsche brandweer 1800 (oud-archief gemeente Lochem) Archief van A. Dieperink, J. Klein Egelink en weekblad Extra. Land van Lochem 2002 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2002 | | pagina 25