staan te moeten zitten was voor hem ondoenlijk. De rechtsgang Door het een en ander was Van Buuren zodanig op de hoogte van het bewijsmateriaal dat hij bij de terechtzitting in Zutphen tijdens zijn requisitoir de rechtbank als het ware kon 'meenemen' op de weg die de verdachte en slachtof fer hadden afgelegd en aldus de 'voorbedachte raad' ,vereist voor het misdrijf van, 'moord 'tot in details kon construeren. Officier van Justitie mr. H. van Buuren zei over Jan Willem in de rechtszaal: "Een vreemde moord zonder bloed. Een moordplan met een voorwaarde. Als Aaltje van hem had willen afzien en niet op een huwelijk had gestaan, zou zij nu nog in leven zijn. Maar Aaltje wilde niet terug. Zij hield van hem. Zij dacht vat op hem te hebben, nu er een kind moest komen. Zij droomde van trouwen en moederschap. Door dat vast houden bezegelde zij haar eigen doodvonnis." Jan gaf toe dat hij op die fatale woensdag avond in augustus sa men met Aaltje naar de brug waren gefietst. Hoe hij haar over de leuning had gewerkt en ver volgens haar fiets er achteraan had gegooid. Op één punt bleef hij ontkennen, het vaderschap van het ongeboren kind. Jan mompelde: "Het kind was niet van mij." De president van de rechtbank, Mr. A.H. van der Giessen, die te voren iedere aanwezige met klem had gewaarschuwd dat elk teken van emotie zou worden onderdrukt en op onmiddellijke verwijdering kon komen te staan, werd boos en bulderde hem toe: "Maar het is aan de hand van de bloedgroepen wetenschappelijk vastgesteld. Als u dat maar weet." Jan Willem kreeg het laatste woord, zijn ogen stonden dof, zijn wangen waren niet meer zo vol en blozend. Hij vroeg stame lend: "Clementie, ook voor mijn ouders". De rechtbank accepteerde de bewijsvoering van de officier van justitie voor de moord op Aaltje. Op vrijdag 15 maart 1963 veroor deelde de rechtbank te Zutphen Jan Willem voor 15 jaar gevange nisstraf De voormalige postbode berustte in het vonnis en ging niet in hoger beroep. Na de rechtsgang Tijdens zijn gevangenschap stuurde Jan Willem regelma- tig een kerst- en nieuwjaarskaart naar mr. Van Buu ren. Deze liet mij in een brief weten: "Hij had daartoe geen reden van ei gen belang, omdat ik bij een eventueel gratieverzoek dat hij overigens bij mijn weten nooit heeft ingediend, zoals te verwachten was, negatief zou advi seren." Wel zorgde Van Buuren er voor dat Jan Wilem zijn straf dichter bij Lochem kon uitzitten, daar dat een regelmatig familiebezoek zou vergemakkelijken. Op 22 oktober 1963 werd Jan overgeplaatst naar de gevange nis in Breda. Op 8 oktober 1970 ging hij in het oosten van het land wonen en op 2 december 1971 vestigde hij zich definitief in een klein dorpje in de buurt van zijn vorige woonplaats alwaar hij op 25 juli 1995, op 61 jarige leeftijd, overleed. De rust keerde langzaam in Laren terug. De jaren verstreken, menig huidige Larense inwoner is niet op de hoogte van het leed dat 40 jaar geleden zich heeft voltrok ken. Het graf van Aaltje is het enige wat in Laren herinnert aan die tijd. Dankwoord Voor medewerking aan dit ver haal ben ik bijzondere dank verschuldigd aan mr. H.van Buuren met wie ik een korte doch interessante cor respondentie heb gehad de voormalige commandant van de Rijkspolitie Lochem de heer O.J. Reijnders met wie ik een uitvoerig interview heb gehad. V.l.n.r. de officier van Justitie, mr. H. van Buuren, Jan Willem, rechter mr. M.J.W. Holleman, president mr. A.H. van der Giesen, rechter mr. H. André de la Porte en de raadsman mr. C. den Besten. Bron: GOC (1963). Documentatie Arjen Dieperink

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2002 | | pagina 19