woord was bevestigend. Reijnders "had zijn twijfels en bedenkingen over de mogelijk heid van een ongeval". Daarop besloot de officier van justitie tot het instellen van een opsporings onderzoek, waarbij ook de recher che van het toenmalige district Doetinchem der Rijkspolitie in de persoon van adjudant Veld hoen werd betrokken. Iedere week berichtten de twee heren Van Buuren over de onder zoeksresultaten. Dr. Zeldenrust uit Leiden werd ingeschakeld om op het lichaam sectie te verrichten. Hij kon geen enkel spoor van geweldpleging op het lichaam van het slachtoffer ontdekken. Uiteindelijk had de rivierpolitie na enige tijd dreggen de fiets van Aaltje opgevist. De verkering tussen Aaltje en de postbode was in het dorp Laren een bekend gegeven. Zeer kort nadat het lichaam werd ontdekt, werd Jan Willem door de politie gehoord. Hij had voor zichzelf een alibi opgesteld. De politie stelde een nader onderzoek in en na en kele vragen links en rechts in de samenleving toonde het alibi snel barsten die om meer vragen riepen. Volgens de verklaring die Jan Willem in eerste instantie aan de politie gaf, zou Aaltje een ontmoeting hebben met iemand uit de omgeving van Zutphen bij het NS station Laren. Tegenover zijn bevriende dokter had hij hetzelfde verhaal verteld. Die persoon zou Hans heten en op een groene Sparta bromfiets rijden en tevens de verwekker van het kind zijn. De politie stelde een onderzoek in doch kon nergens een Hans vinden. Daarnaast vergeleek men de door de postbode opgegeven tijden met die van de personen die het slachtoffer op 22 augustus had den gezien. De afstand NS station Laren (afspraak met Hans?) en de brug (plek van het misdaad) werd zorgvuldig gemeten en bleek 7,5 kilometer te bedragen. Gezien de opgegeven tijden en de afstand tussen deze twee punten kon men deze nooit binnen 15 minuten met de fiets overbruggen. Dus "Hans" kon niet bestaan. Ook verklaarde Jan Willem dat hij een optreden van de zang- en muziekvereniging zou hebben bijgewoond. Doch de dirigent van het zangkoor had toevallig op zijn horloge gekeken toen zijn vereniging de muziektent verliet. Die tijd klopte niet met die welke Jan Willem had opgegeven en daaruit trok de politie de conclu sie dat hij nooit beide verenigin gen gehoord kon hebben. Het net rond Jan werd op deze wijze steeds nauwer aangehaald. Mr. Van Buuren voorzorgsmaat regelen "gezien de positie als postbode, die in het algemeen groot vertrouwen van de plaat selijke bevolking had en de te verwachten deining rond zijn ar restatie en de gevolgen voor zijn persoon", is door Van Buuren -" in overleg met de adjudanten Reijnders en Veldhoen, het tijd stip van aanhouding vastgesteld, opdat de verantwoordelijkheid daarvoor duidelijk bij de officier van justitie beruste." Op 29 september vierde Jan Wil lem nog feest met zijn vrienden in de Exelse Tol. Hij liet weten dat politie hem de moord in de schoenen wilde schuiven. "Dat zaakje begint me te vervelen", aldus de Larense postbode. Maandag 1 oktober 1962 22.30 uur. De verdrinking van Aaltje werd in het bijzijn van de gearres teerde Jan Willem, tegen wie de politie een sterke verdenking koesterde, gereconstrueerd. Die zelfde nacht bekende Jan Willem de moord op Aaltje. Bij onderzoek is gebleken dat de bloedgroep van de vrucht gelijk was aan die van Jan Willem. Het psychologisch onderzoek bracht aan het licht dat de post bode "zijn gevoelsleven onder drukte, zoals dat zo dikwijls gebeurt in besloten plattelands gemeenschappen. In zijn leven was weinig plaats voor morele overwegingen. In een toestand van vertwijfeling gaat voor hem alles wat waarde heeft ten on der". Toen Aaltje vertelde dat de omgang gevolgen zou heb ben, zag hij dat als een aanslag op zijn vrijheid. Zich gebonden voelen aan één persoon en in de tredmolen van het burgermansbe- Station Laren (Gld) alwaar volgens de eerste verklaring van de postbode Aaltje en Hans een afspraak hadden. Ansichtkaart 1920, Documentatie Arjen Dieperink

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2002 | | pagina 18