arbeidsdienstplicht te vervullen. Door twee kaderleden, aanhan gers van de "Nieuwe Orde", werden de toekomstige arbeids mannen op station Lochem van de stoomtrein gehaald. Die ka derleden waren "onderhopman nen". Meteen al werd er gebruld "opstellen allemaal in de rij, drie aan drie formeren. En stilte." Er werd verzocht een lied aan te heffen (de echte arbeidsdienst liederen moesten nog geleerd worden). Dat liep gemakkelijker tijdens de tocht van ongeveer twintig minuten naar het kamp. Het gros van de nieuwelingen had weinig animo om te zingen. Op deze grauwe januariochtend werd - wie het initiatief daartoe nam is onbekend - het lied "Wij willen Holland houden, ons Hol land fier maar klein" aangeheven. Daarop kwam toen weinig com mentaar van de "hoppies"! Toen de nieuwelingen, in het kamp aangekomen, in hun bur gerkloffie in een lange rij stonden te wachten op hun eerste maaltijd in kamp 321 N.A.D.-Ampsen, serveerde de kok erwtensoep. Het burgerpak werd al gauw verwisseld voor een groen sol datenpak met het embleem van de N.A.D. en een kepie zoals voorheen de soldaten droegen van het Nederlandse leger. Ook de beruchte puttees ontbraken niet bij de gewone arbeidsman. Het kader droeg meestal mode luniformen met laarzen en een pet, met natuurlijk de nodige emblemen erop. Evenals de vorige lichtingen mochten de jongens, behalve voor hun werk, het kamp de eerste vier weken niet verlaten. Men moest eerst in de leer en dat was voor de meesten - die weinig moesten hebben van de Nieuwe Orde - een hele toer. De training, min of meer op Duitse leest geschoeid, was zwaar. Als altijd marcheren, vallen, op staan, liggen en salueren. Bed den opmaken was een compleet ritueel. Leren eten met mes en vork, ochtendgymnastiek, vlag- genparade, enz. Na vier weken elke woensdagavond en zondag vrij van dienst, mits men geen straf had. 's Zondags mocht men bezoek van thuis ontvangen; ouders, vrienden en kennissen kwamen de jongens vaak bezoe ken en brachten dan van hun toch al schaarse rantsoen wat aanvul ling mee op het kamprantsoen. Kwamen soms verwanten niet opdagen dan werd het door an deren ontvangen voedsel eerlijk verdeeld, aldus onze zegsman. Bovendien - en dat gold ook voor deze nieuwe groep - werden veel jongens die na vier weken Lo- chem gingen verkennen door de Lochemers vriendelijk bejegend en niet zelden uitgenodigd. Ook de boerenbevolking in de om geving van het kamp stelde zich gastvrij op. Het eten was volgens onze Limburger wel goed maar te weinig voor iemand van 18 jaar. Een mager ontbijt van een half kuchje met wat boter, warm eten vaak bestaande uit boerenkool met worst of kapucijners. Mocht men niet uit dan kon men naar de kantine. Er werden in die pe riode ook veel lezingen gehouden door een der kaderleden over het leven en de gewoonten van onze voorvaad'ren, o.a. over de roemruchte oude Germanen. De jongens deden hun best om het allemaal te begrijpen. Alweer volgens onze arbeidsman van toen werden vooral in dat laatste jaar de zaken gesaboteerd door anti's om er uitdrukking aan te geven dat men "echt Nederlan der" was. Bepaalde N.S.B. kaderleden probeerden het leven voor som migen ondraagl ijk te maken. Onze zegsman is bekend dat een van de jongens wegens lijdelijk verzet door enkele kaderleden zo gepest werd dat hij op de ziekenzaal terechtkwam waar hij is overleden. Dat was een zekere Piet Siefkens uit Rotterdam. De morgen na zijn overlijden moes ten alle jongens op de appèlplaats aantreden. Daar maakte hopman Ariëns - een goede die al eerder genoemd werd - het overlijden bekend. Veel van zijn kame raden konden hun tranen niet bedwingen. Individueel verzet, ver van huis en haard, tegen de onderdrukking. Het laatste volle jaar van oorlog en bezetting werd spannend en emotioneel. Iedereen verwachtte nu elk moment de invasie en daarmee de verlossing van de na- tionaal-socialistische overheer sing. De leiding van de N.A.D. echter bleek nog vol goede moed, óók die in Ampsen. Op 21 maart 1944 werd door de jongens van Ampsen en de vrijwillige meis jesarbeidsdienst van de Cloese een lentefeest gehouden. Toen op 21 maart, de dag waarop de lente begon, na een maartse bui de zon doorbrak, trad de Arbeidsdienst aan op een akker nabij de Koe dijk. Overal waren de boeren al bezig op de akkers om te zaaien. De aangetreden arbeidsdienst demonstreerde met een symbo lische handeling zijn verbonden heid met werkend Nederland. Met hun spaden stonden de man nen in twee groepen opgesteld, de meisjes van het A.D.M.-kamp tussen hen in. In aanwezigheid van enkele genodigden en een aantal belangstellende jongelui overhandigde burgemeester Van Elten hun, namens de burgerij, een versierde bak met zaad. Hij hield daarbij een toespraak, waarin hij de Arbeidsdienst het zaad der gemeenschap noemde, dat naar hij hoopte zou uitgroeien tot heil van Nederland en Eu ropa. 's Morgens was er al een sportfeest geweest, gevolgd door een feestmaaltijd van N.A.D. en A.D.M. in kamp Ampsen. Daar zaten ook een aantal genodigden aan, onder wie de burgemeester en zijn echtgenote. 's Avonds was er een gemeenschapsavond in de Schouwburg. Zoals altijd was ook deze keer de zaal versierd 13 Land van Lochem 2002 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2002 | | pagina 13