1943 burgemeester van Ruurlo,
L. te Veldhuis, groepsleider der
N.S.B. te Lochem, G.B. van Velt-
hoven, vendelcommandant van
de W.A. - hij was vóór de oorlog
vele jaren jeugdherbergvader van
de Lochemse jeugdherberg 't
Locheym"- en W. de Vries,
streekleider van de Nationale
Jeugdstorm. Zoals vermeld was
Wilhelmus Gerrit Reinders, ge
boren op 21 mei 1910 te Arnhem,
de eerste commandant van het
N.A.D.-kamp te Ampsen. Hij
kwam in 1941 naar Lochem en
vestigde zich hier voorgoed op 14
april 1942. Reinders was geen
N.S.B.-er, maar voor een instel
ling als de Nederlandse Arbeids
dienst had hij alle begrip. Dit
begrip komt duidelijk tot uitdruk
king tijdens een interview dat hij
gaf aan een van de redacteuren
van de toenmalige Lochemsche
Courant, naar aanleiding van het
afscheid van de eerste groep vrij
willigers in november 1941.
Op donderdag 20 november,
daags na de gemeenschapsavond,
werd om twee uur 's middags als
afscheid van de Lochemse bevol
king een mars door de stad ge
houden. Bij de Schouwburg werd
door enkele autoriteiten het de-
filé afgenomen van de eerste vrij
willigers die in mei van dat jaar
waren opgekomen.
Een tweede ploeg vrijwilligers
treedt aan
Op maandag 8 december 1941
kwam een nieuwe groep vrijwil
ligers op, eveneens behorende tot
de 3e afdeling van het 4e hoofd
korps. Een week daarna kwam er
nog een aanvulling, waarna on
geveer 125 jongens tot arbeids
mannen werden gevormd gedu
rende hun diensttijd van 5%
maand. Het betrof hier de laatste
vrijwilligers. Bij de volgende
opleiding, een half jaar later,
waren de jongens die opkwamen
arbeidsdienstplichtig. De jongens
die tot die groep behoorden kwa
men uit alle delen van het land.
De meesten hadden na het door
lopen van de lagere school een
vak uitgeoefend. Pas in januari
1942 verschenen ze in de Loch-
emse straten. In de eerste maand
na hun opkomst mochten de kna
pen - behalve dan met het Kerst
en Nieuwjaarsverlof - het kamp
in Ampsen niet verlaten. Dat was
om aan het kampleven te wennen
en de eerste opleiding te volgen.
"Een goed optreden als arbeids
man in het openbaar diende ge
waarborgd te zijn" zo werd de
jongens voorgehouden.
De Nederlandse Arbeids
dienst wordt algemeen ver
plicht
Op 1 april 1942 verscheen het
officiële arbeidsdienstplicht-
besluit, waarin werd bepaald dat
alle jongeren die in dienst waren
bij de overheid of bijzonder on
derwijs genoten, b.v. aanstaande
studenten, zes maanden moesten
dienen in de arbeidsdienst. Eind
september 1942 kwam de afkon
diging dat alle mannen die acht
tien jaar werden, verplicht waren
zes maanden een opleiding te
volgen in een van de kampen,
zoals het kamp Ampsen bij Lo-
chem. Zo toonde Lochem, waar
men al in 1942 had kennisge
maakt met de jongens in hun
groene pakken, tot en met augus
tus 1944 het beeld dat in de vrije
uren en in weekeinden de straten
zich vulden met jongemannen die
vertier zochten. Dat vonden zij
bij de Lochemse meisjes, in de
cafés, de bioscoop of bij
Lochemse families die vaak me
delijden hadden met de jongens
die verplicht moesten opkomen.
Het kamp Ampsen telde meestal
per lichting zo'n 100 tot 150
arbeidsmannen, inclusief het ka
der. In de loop van de bezetting
doken veel opgeroepenen onder.
De jongens die wel opkwamen
namen het niet meer zo nauw,
vooral in het laatste jaar van de
oorlog, toen duidelijk werd dat
de Duitsers de oorlog zouden
verliezen. Dat gold natuurlijk niet
voor dat deel van hen dat
pro-Duits was of nationaal-so-
cialistisch dacht, en ook niet voor
het kader.
Een pluspunt was natuurlijk voor
velen dat, zolang men in de
arbeidsdienst was, men geen op
roep kon krijgen voor verplichte
arbeid in Duitsland. Die oproe
pen werden n.l. sedert 1943 rond
gestuurd. In het kamp Ampsen
waren 4 of 5 barakken opgetrok
ken waarin 100-150 man kon
worden ondergebracht. Er waren
4 groepen; een groep bestond
meestal uit 30 tot 50 personen.
Verder was er een ziekenboeg,
een fourierskamer, een admini
stratie, een kantine en natuurlijk
een kaderbarak. De commandant
14
Mars door Lochem van de mannen van de Nederlandse Arbeidsdienst, eind 1941,
langs de huizen van "Bella Vista" Stationsweg, Graaf Ottoweg.
Land van Lochem 2002 nr. 1