I WÈÊM. in o3b Verklaren wij verder, dit Proces-verbaal, des gevorderd wordende, met eede te zullen bevestigen, op dato voor- Aldus in waarheids-kennis opgemaakt •schreven (Was get.) H. G. Knoop?. H. Goorkate. >De ondergeteekende II. J. Bueters,, Mr, Steenhouwer en Metzelaar, wonende te Deventer, mede door den lieer »G. J. Roosegaarde verzocht tot opneming der in bovenstaand i Proces-Verbaal bedoelde muur, doch uithoofde van bezig- heden daarin op gisteren verhinderd zijnde, verklaart, na sop heden gehouden inspectie van dien muur, vergeleken smet het bestek, zich volkomen met den gcheelen inhoud »van het door de Ileeren H. G. Knoops en H. Goorkate, »daarover opgemaakt Proces-Verbaal, te kunnen vereenigen. Zulphenden 24 December 1851. (Get.) H. J. Bueters. Aanvullingen en opheldering lol het verslag der Raadsvergadering van den 12 dezervoorkomende in de Zutph. Cour. van den 13 No. 50. De Vergadering werd geschorst niet eenige oogenbhkken maar ruim 5/« uursom de in orde bevonden Geloofs-brieven des 11 eer en Nieuwenhw'js na te zien en rapport te dresseren. Met builengewonen aandacht hoorde men uit dat rapport der commissie, bij monde van den Wethouder van Lo ben seis dat bezwaar was gerezen, of er ook zedelijke dwang bij de verkiezing had plaats gehad. De Heer Tadama Lid der com missie, gaf bij de discussion over de toelating te kennen, dat ZEd. (die uiterst consciencieus in sommige verkiezings-zaken schijnt te zijnmen denke slechts aan diens taalkundige beschouwing over het woordje: vonder anderenin het door de meerderheid verworpene protest tegen de Stemming van 23 September 1.1.) dat ZEd. zich op het punt der mora liteit werkelijk in gemoedc bezwaard gevoelde: de motie ven voor deze bezwaren van ZEds. gemoed hebben we echter niet gehoord. Maar zij het ons vergund te observeren dat wij 't liever gezien haddenindien de Raadbij zoo duister vermoeden, loijaal gebruik had gemaakt van zijne bevoegd heid tot onderzoek, in Art. 123 der Gemeentewet toege kend; terwijl men in de Aanteekening op die Wet van Boissevainpag. 92, leest dat Cormenin zegt:'3 men behoort slechts toetegeven aan geloofwaardige aanwijzingenwant partijzucht is vindingrijk en bijgeloovig." Verder gelieve men wel te observerendat het den lieer N. hoogst aange naam moest zijn toen zijne Candidatuur zeer sterkdoch op zeer Grondwettige wijze werd bevorderd door hen diezon der bijoogmerken, gaarne onpartijdige, burgerlievende en cordate mannen in den Raad zien. Pe meer lief had men alzoo de gerezen bewaren onderzocht gezien, daar ook geene roeping-verzakende kerkelijke machinatiën, geene heersch- zuchtige aristocratie, geene deurwaarders, boden noch dus genaamde veldwaehterij ZEd. trouwens ten dienste staanen ook meenen wij te mogen verzekeren dat ZEd.evenmin door zulke hulpmiddelen, als door dwang of tegen betaling zich Stemmen zoude hebben willen verwerven. Neen alléén in 't besef van burgerpligt heeft de Heer N.even als zijne politieke vrienden, nog dezen lastpost op zich kunnen nemen. Gaarne gclooven wij dus, dat de Heer N. den zuiverings-Led in reinen gemoede, onder het opsteken der beide vooiste vingeren van de REGTERhand zal afleggen endat ZEd. ook nimmer, met of zonder hand op het hart, de belangen der Gemeente uit eigenbaat, noch partij- of believings-zucht zal iscariötteren. Omtrent het afwerken van den muur aan de Nieuwe stads poort luidt, wel is waar, het rapport van Heeren Burge meester en Wethouderen: dat het werk, hetwelk door den Heer Roosegaarde een schandelijk werk genoemd werd, in het geheel geen schandelijk werk is» maar dat het gebiek eeniglijk in eene misrekening te zoeken is, dat de muur overigens goed is afgewerkt en de ongelijkheid der steenen aan de binnenzijde meer nut dan onooglijkhcid aanbrengt. De mondelinge debatten, hierover gevoerd, luidden ten deelc echter eenigzins anders: immers dadelijk na de lezing van het rapport verklaarde de Heer Roosegaarde, dat zoo danig rapport getuigde, óf van de verregaandste personaliteit jegens hemóf dat bet de diepe onkunde van zaken der JHeeren Burgemeester en Wethouderen verraaddedat die muur is een slecht werk en geenszins overeenkomstig het Bestek; dat de escouzijnsehe deksteen is van zeer slechte kwaliteit dat ZEd. den Raad en alle ingezetenen uitnoodigde om dat schandwerk te gaan bezienzich alle nadere bewijzen reser verende. Nu bekende de Burgemeester ook mondelings, dat de muur niet, luidens den woordelijken inhoud des Besteks, aan beide zijden glad was afgeweekt, doch voerde het ver rassende argument aan: dat die, zoo als hij nu is, sterker zoude zijn en zulks onder bijvoeging eenec bouwvallige ge schiedenis van den' ouden muur. Ons geheugen schiet echter te kort om die naar eisch te kunnen médedeelen. Hierop wérd door een paar Raadsleden bemerkt, dat zoodoende en aan dergelijke afwijkingen toegevende, geen aannemer ooit aan 't Bestek gebonden is en ook het willekeurigste werk straffeloos zoude mogen opleveren. Een ander Raadsliddie den muur werkelijk nagezien had, vóór dien, door behoorlijke afwas- schingwat opgeknapt was, verklaarde dien te zijn: een geraeene muur." Na nog ecnigc vruchteloos aangevoerde bedenkingen, zeide de Heer R.zich toch te moeten ver heugen, dat door zijne interpellatie thans de werken, die met 1- September reeds voltooid hadden moeten zijn, en in het laatst van November nog in zoo hopeloozen toestand ver keerden luidens het rapport, geheel ten einde waren ge- bragt. De bekende meerderheid ofschoon niet allen of onge noegzaam met het werk in kwestie bekenddoch ten deele berustende in de geloofwaardigheid van Heeren Burgemeester en Wethouderen, verklaarde ten slotte de door HunEd. ge- gevene inlichtingen aan te nemen. Het vervolg hierna. Ach, ach, die opene deuren! Gemeentcraads -Vergadering le Apeldoornden 23 December 1851 s middays ten 12 uur Afwezig de LedenEikendal, Uyldenbogaard cn Brouwer. De no tulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Wordt in omvraag gebragt ol* de Raad zich kan vereenigen niet de voorloopige bepaling van Gcp. Stalen, betrekkelijk de jaarwedde van de Weth. waarover in de vorige vergad. dc stemmen staakten. Zulks wordt ont kennend beantwoord met 6 legen 2 stemmen (die van den Voorzitter en bet Lid Berghorst.) Alsnu overgaande tot de beraadslagingen over de jaarwedden van Burg., Wctli., Secret, en Onlv.gelijk dc Raad die zouden verlangenwordt daarover liet woord gevoerd door de Leden Pannekoek, Ankersmit, Liese, YencmauBoks en Berghorst. flet voor stel der beide eersten om dc jaarwedde van den Burg. op f 725 le lateu wordt met 7 tegen 2 stemmen (die van de beide Wethouders) aangenomen. liet voorstel van het Lid Ankcrsmit, om den Onlv. eene wedde van 250 toe le kennen, wordt niet 7 tegen 3 stemmen (die van den voorz. en dc beide Wctli.) aangenomendat van het zelfde Lid om de Welli- ieder f 50 toe tc kennen met 5 tegen 3 stemmen (die van den Voorz. en de Leden Pannekoek en Woudenberg) aangenomen; dat van hetzelfde Lid, in overeenstemming met liet Lid Liese, om den Secret, f 450 toe te leggen, wordt verworpeu met 8 tegen 2 stemmen (die van de voorstellers); en daarop dat van bet Lid Berghorst, om dc wedde op f 400 te laten, aange nomen met 6 tégen 4 stemmen (die van den Voorz., de Weth. en Ankersmil). Liet Lid Liese stelt voor om bij adres, den koning be kend te maken met bet gevoelen der meerderheid van den Raad, opdat Z. M. daarvan kennis drage, ingeval Ged. Staten bij hun gevoelen moglen blijven volharden, en daarop 'sKonings goedkeuring vragen en wordt daartoe na eenige discussiën besloten met 6 tegen 4 stemmen (die van den Burg., de Weth. en Berghorst); en lot de Commissie tot liet ontwerpen van hetzelve, benoemd dc Leden Ankersmit, Pannekoek en Liese. Laatsgemelde verlangt daartoe dadelijk over le gaanen ten dien einde dc vergad. voor eene wijl te schorsen; doch op voorstel van den Voorz. wegens dc nog veelvuldige werkzaamhedenzal de afloop der zitting worden afgewacht. De in de vorige vergad. benoemde Commissie, ter zake der kamer van Kooph. cn Fabr.doet rapport bij monde van den Voorzitter, waaruit blijkt dat de gemeente lieerde in geen geval eene zoodanige kamer verlangt, cn dat Epe wel genegen zoude ïijn tot eene combinatie, maar voor alsnog daartoe geen besluit genomen beeft, weshalve wordt in bedenking gegeven, om ook dezer zijds nog lot geen besluit te komen, maar dat van Epe af te wachten. Wordt met algemcene stemmen goedgekeurd. De instruciie voor den Secretaris wordt niet enkele wijzigingen met algemcene stemmen aan genomen; daarbij is onder anderen bepaald, dat de Secretaris zich ter secretarie zal bevinden en voor de ingezetenen le spreken zijnvan 1 April lot 30 Sept. voormiddags van 91 uur en 's namiddags van 46 uur, en van 1 Oct. tot 31 Maart des voormiddags van 9—2 uur. De Voor zitter rapporteert wegens de in de voorlaatste vergad. onbeslist geble- vene verpligting, lot bet onderwerpen der aandeelen van de Negoliatie a 4 pet. aan de registratie, dat bij 's Konings besluit van 13 Maart 1850 No. 73 bepaald wordt, dat de registratie van die stukken, binneu zekere termijnen, onverpligt is. Wordt gelezen Prov. besluit van 17 Dec. No. 13, waarbij bepaald wordt dat de vroeger vastgestelde reis kosten voor Leden van Gemeentebesturen, zijn komen te vervallen; en mitsdien besloten tot bet ontwerpen van een nieuw tarief te dier zake, en daartoe in Commissie gesteld, de Weth. llacfort en de Leden Woudenberg en Boks. Prov. besluit van 17 Dec. No. 18, als hier niet van toepassing zijnde, omdat de Burg. tevens eerste ambtenaar van den Burg. Stand is, wordt voor notificatie aangenomen. Wordt gelezen een extract uit de notulen van Ged. Staten van 17 dezer, be helzende eenige aanmerkingenter zake der Legesop de dezerzijds vastgestelde Begrooting, cn waarbij tevens bij voorraad wordt goedge keurd, dat, wanneer de jaarwedden meer mogtcn bedragen, dan daar voor uitgetrokken is, men liet ontbrekende zoude kunnen overschrijven, van No. 29 (onvoorziene Uitgaven) op No. 1 (Jaarwedden). Wordt be sloten dat omtrent dc aanmerkingen de wijze van beschouwen van den Raad aan Ged. Staten zal worden tc kennen gegeven, en met hunne bepaling omtrent de eventuele overschrijving genoegen genomen. Wordt gelezen een brief van het Bestuur der Ordermark, waarbij wordt te kennen gegevendat die Mark f 20 wil betalenvoor afkoop van het onderhoud van de brug over dc Leigraaf achter llollhuizenhet welk met 4 tegen 2 stemmen wordt goedgekeurd; zijnde 4 Leden die medeëigenaren van de Ordermark tynbuiten stemming gebleven. Het Lid Liese komt alsnu terug op xijn voorstel, om nog staande deie

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 3