He cfigaaa1. s 'S-'[ Spoedig zal de neef dezelfde behoefte gevoelen idipide °01^ de behoefte aan oorlog. En als men nu weet, dajr Lode wijk Napoleon persoonlijk niets liever, verlangtdan den roem van zijn oom ook in dit opzigt op zijde te streven dat hij zich zelve voor een bekwaam krijgsoverste houdt-, als daartoe opgeleid door den Zwitserschen generaal Dufour; dat de bepaling der constitutiedie den president het commando over de troepen ontnam, hem een gruwel was dan zal men beseffen, dat een man die toont voor niets terug te deinzen, het voeren van oorlog volgaarne als een middel zal aangrij pen om zijn gezag te handhaven. Wij houden niet van voorspellen, maar gelooven1852 stort Frankrijk en Europa in anarchie of in oorlog. Wie 's avonds eenen brief van de post haalt, en nieuwsgierig is of belang heeft om hem aanstonds op straat te lezen maai bij eene lantaren niet zien kan, of de lantarens bij (altijd onopzettelijk) ongeluk uitgegaan vindt, en in de buurt geenen goed verlichten winkel ziet waar hij gratis bij lezen kan; die behoeft toch in ons naar den geest verlicht Nederland niet verlegen te staan. Hij spreekt slechts den eersten knaap aan die hem tegenkomt of voorbijloopt. Dien knaap, al ol niet schoolgaande, zal hij altijd bereid vinden om hem eene vriendelijkheid te bewijzen. Hij zet den knaap overeind op eenen paal of vensterbank, en opent zijnen brief bij den ci- gaar van dien knaap. Deze heeft dan de beleefdheidzoo hard te trekken dat hij er mijnheer lezen kan. Hoe heerlijk steekt die knaap af bij de thans vermolmde tabaksmannetjesdie op de pothuizen onzer voorvaderen jaar-in jaar-uit aan goudsche pijpen lurktenen vlak voor de ta bakswinkels, geenen ouderwetschen duit aan waarde ver- smookten tot rook en onwaarde! De schim van Willem I moet er hoofdpijn van krijgen, als zij overziet, hoeveel waardedie thans als cigarenrook (vroeger sprak men van wierook) ten hemel stijgt, zijne schuld niet zal helpen uit delgen. Onze aristocraten rooken nog, als van ouds, in 't geniep. Nooit rooken zij in tegenwoordigheid van anderenvooral niet van vrouwen. De openbaarheid heeft daar bij de groote meer derheid verbetering in aangebragt. In den aanvang onzer 19de eeuw verfden jonge heeren geurige parfums af tot drie uren in den wind. Met den voortgang onzer verlichting dampen wij ieder onder den neus. De aristocraten deden vele din ger» vorJteftrd. F)ij gevolg deden zij alles vetkeerd, en moeten wij ons vooral wachten, hen in hunne geniepigheden na te volgen. De echte vrijheid vertoont zich daarin, dat wij ner gens wachten, of ons eene oudvaderlandsche pijp wordt ge presenteerd, maar een vlammetje uit den zak halen en er fiks den cigaar bij aansteken. Alleen in de ruime lucht zou die schoone vrijheid te schraal zijn. Zij versiert ons veel meer in den modewinkel, terwijl de dames handschoenen koopenof op een concert, of in deu schouwburg te Kampen. En zoo er nog nufjes van beider kunne zijn die van ciga- ren den neus optrekken, is het zooveel beter, elkander dood te schieten als het vee te Parijs, dan elkander te bedain- pen? Dus! 1 Waarom dampen onze schoonen niet mee? Dat staat haar immers even vrij als ons. En kwamen die schoonen al dam pende iemands huis binnenloopen't zou alleraardigst gevon den worden. Waarom zouden wij dan vlegels zijnals wij precies het zelfde doen? Wij komen op voor de vrijheid en willen evenmin slaven van den cigaar zijnals van het borrelglas. Daarom zal de cigaar dampen of niet dampen en branden of niet branden naar het ons, als vrije ncderlanders, gelusten zal; even als de kolendamp onzer kagchelpijpen en de wasem langs onze stoepen ieder begroeten zal die er met zijnen neus in loopt. Wij vernemendat het de commissie der Overijsselsche kanaalmaatschappijmet de grootste inschikkelijkheid niet Leeft mogen gelukken, met de gemeente Raaltc, over de onteigening der landen en het getal bruggen een accoord te treffen. Dit is betreurenswaardig, daar het kanaal dan bij de laaste huizen van het dorp zoude komen, en nu welligt langs eene vroeger uitgebaakte rigting uur van het dorp, daar de grond minder van onteigening zal kosten, en de landeigenaars welligt niet zulk een groot getal bruggen be- geerem Was deze laatste pogÏDg der commissie gelukt, dan had zij het genoegen gehad, om in weinige dagen de geheele streek lands van Deventer tot aan het kanaal van Zwolle komende in Dalmsholte, bij minnelijke schikking te koopen. «MSC=J Men schrijft uit 's GravenhageDHet tijdstip waarop de wetsontwerpen, houdende wijzigingen in ons belastingstelsel bij de Kamer in beraadslaging zullen komenis nog niet te bepalen, doch zal bezwaarlijk vóór de maand Maart kunnen plaats hebben. Ofschoon de commission van rapporteurs die ontwerpen van wet met den meesleu ijver en spoed hebben behandeld, zijn zij uit den aard der zaak zoo omslagtig en ingewikkeld dat, in verband met de veelvuldige andere bezig heden der Kamer, eene vroegere afdoening niet wel mogelijk wasja zelfs deze zaak nog verder gevorderd isdan men uithoofde van een en anderhad mogen verwachten." Hoe langer de deuren open zijnhoe meer men sommigen moet bewonderen die het jaren lang achter de grendels en sloten, met onverflaauwden moed, hebben volgehouden: Aanvullingen tot het Verslag in de Zutphensche Courant, over de Raadsvergadering van 24 November 11. Omtrent den verkoop der geliefkoosde IJpenboomen werd bemerkt, dat de aankondiging alleen in de opregte Haarlem- sche en schaars gelezene Zutphensche Couranten voorkomt; terwijl pnbliciteit, vooral ook in Overijssel, ten dezen hoogst noodzakelijk is; bij welke discussiën tevens ten sterkste bleek hoezeer meer handeldrijvende en industriële elementen in den Raad ontbreken. Men wensehte dezen verkoop in meer algemeen gelezene bladen, de Nieuwe Rotterdammer, het Handelsblad de Arnhemsche Courant eu Kaleidoskoop te zien geannonceerd. De Burgemeester repliceerde hieropzeer ge vatdat het maar eene voorloopige annonce was! (Maar wij vragenwaartoe dan zulke beperkte voorloopige aankondi gingen, of vallen de vrijzinnige bladen minder in den smaak? Gelukkig ZutphenGij gebenedijde onder de steden en kost bare parel aan de kroon des Behouds!) Omtrent het Regle ment op het openen en sluiten der poorten (eigenlijk open- blijven der poorten) zijn de redenen verzwegenwaarom dit in handen eener Commissie is gesteld. In het Concept name lijk, had men, volgens de opheldering van den Burgemees ter, zeer behoedzaam ingelascht: adat de Commandant de «poorten niet weer zoude mogen doen sluiten, dan na alvo- rens den Raad de daartoe leidende motieven te hebben me- «degedecld." (Wat heeft zoo'n Bestuur al niet aan 't hoofd; doch weten wij niet, wie in den Raad eigenlijk met de za ken van oorlog is belast, en de Gemeentewet zwijgt er van). Verder nog eene dergelijke slimmigheid, nopens op te leggen boeten aan de portiersals die geld mogten vorderen van de passerenden bij. nacht, (voor het openen der niet-geslotene poorten?) Na de inlichtingen van den lieer Thooft wilden zich echter vele der anders nog al volgzame Raden aan beide artikelen niet wagen. Eiudciijk en ten laatste het gemotiveerde voorstel van den Heer Roosegaarde, toen het publiek bijna weg was: dat er eene commissie uit dan Raad mogt worden benoemd, om alle de vernieuwingen en herstellingen aan de stads-gebouwen naauwkeurig op te nemen en na te zien, en zulks naar aan leiding van een bij Z.Ed. ontvangen dreigbrief van den met- seiaarsbaas A. Gerritsen, waarin deze zich tevens als bouw meester van den beruchtcn muur enz. aan de stads fabriek bij de Nieuwstadspoort kenbaar maakt, en den Heer R. tot het herroepen zijner gezegden, omtrent de slechte construc tie wilde noodzakendoor welke dreigementen wegens een uitgebragt advies iu Rade, de heer R. natuurlijk den gehee- Ien Raad gecompromitteerd zag en dus ernstig op het ge vraagde onderzoek aandrong. Ecnigc Raadshecrcn echter, benevens de Burgemeesterdie de verdediging van het slechte werk opnamdoch later toegaf dat het niet volgens 't bestek was volbragt, concludeerde: dat het maar een particulier ge schil tusschen den metselaar A. Gerritsen en den Heer R. betrof, die verklaardezonder gezegden brief, welligt nooit te zullen hebben gewetenwie dat broddelwerk had uitge voerd; daar diens naam, noch als aannemer, noch als borg, in het Contract voorkomt. Verder gaf de Heer R. te kennen, dat de werklieden in diezelfde fabriek met verkleumde han den en voeten zaten te arbeidenin een lokaal gedeeltelijk zonder roedjes of ruiten in de ramenwaarvoor eenige los aangebragte planken hen voor weer en wind geenszins be veiligdenterwijl volgens 't bestek alles reeds met 1 Sep tember in orde had moeten zijn doch zulks werd door den Heer. Burgemeester alsmede even bevallig geilludeerd. De be noeming der begeerde Commissie bleef dan ook bij meerderheid der bekende stemmen achterwege; doch werden Burgem. en Weth. uitgenoodigdna genomene inspectie, aan den Raad nader rapport te doen. En wat zeide na afloop hiervan nu het publiek? Niets bepaalds, want het gesprek liep da delijk over groote Heeren, die hunne brakken en drijfhon den zoo lang streelen en verzorgen, als ze hun dienstig zijn. Ach, ach, die opene deuren! Men schrijft uit Parijs 7 December: De heer Thiers is in vrijheid gesteld. De vrijlating van den heer Roger is^even- eens bevolen. Te vergeefs heeft men naar papieren gezocht

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2