fr lo November 18oi. IV1E IJ AV S- E N A V E It T E N T I E-B L A IK N°. 40. KALSIMSKOOP ZWOLLEDEVENTER, ZUTPHEN, APELSïOORW. I>u blad verschijnt geregeld alle Zaturdageo. De prijs ?ao het abonnement is voor Zwolle, Deventer. Zutphen en Apeldoorn 73 cent in de drie maanden oreral elders franco per post87'/joenl. Alle post kantoren uemeu bestellingen aan. De prijs der AdvcrtentiCn ie van één lot vijf regels 50 cent, eo 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 55cent zegelregt bij ,edere plaatsing. De AdvertentiCn moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer lijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad "bestemd moeten franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjbbrk Wii.u.vk; Deventer, A. Ter Gurre; Zutphen, J. 11. Mcllirb; Apeldoorn, B. Gurrirg. IETS OVEBÏ HE J4GTWET. Van onzen onvermoeiden minister van Binnenlandsche Zaken hebben wij nu laatstelijk weder een ontwerp van wet ontvangen op het stuk der jagt en visscherij. Ongetwijteld is dat ontwerp bij alle liefhebbers reeds bekend, en men niag aannemen, dat het over 't algemeen, behalve welligt bij eenige bevoorregtenbij een ieder bijval vindt. Daarin toch zijn de beginselen gelegddie in een beschaafd land niet langer ontbreken mogenhet beginsel dat een ieder over zijn eigendom mag beschikkenen geene privilegiën van stand meer gelden. Men weet, dat reeds in 1818 de voor treffelijke Kemper een wetsontwerp op de jagt, op gelijke beginselen steunende, bij de toenmalige Tweede Kamer wist te doen aannemenmaar dat door de toenmalige Eerste Kamer die er waarschijnlijk eene omverwerpende theorie in bespeurde-, werd afgestemd, liet is (lus al weder voor onze dagen bewaard gebleven ook in dat opzigt het licht te zien doorbreken en de ware beginselen te zien zegevierenongetwijfeld toch heeft men van onze tegen woordige Eerste Kamer geene daad van barbaarschheid en Vandalisme te wachten, gelijk die van de Eerste Kamer, welke de kroon van Willem 1 beschermde ken... op luisterde?? Wij willen volstrekt niet in eene uitvoerige ontwikkeling van het ontwerp der Jagtwet treden maar wij willen alleen aantooriendat het grondbeginsel van art. 041 van het Burgerlijk Wetboek, hetwelk het regt om zich het wild of de visschen toe te eigenenuitsluitend aan den eigenaar toekent van den grondwaarop zich het wildof van het water waarin zich de visch bevinden, in dit wetsont werp ongeschonden is bewaard. Het bevreemdt zeer door de Arnhemsche Courant, in haar nommcr van 13 dezer, het tegendeel le hooien aan voeren En waarop steunt bet bewerendat bet aangewezen grond beginsel uit het oog zou zijn verloren Alleen op de bepaling van Art. 1 van bet ontwerp, lui dende: «leder, die zijn grond of de gronden van anderen, waarop bij jagtregt beeft, bejaagt, of zijn vischwater of dat van anderen, waarin hij tot visschen is geregtigdbe- vischt, moet voorzien zijn van eene daartoe betrekkelijke akteop de eerste vordering te vertonnen aan de ambtena ren met het toezigt op de jagt cu visscherij belast." Ter wijl voorts in art. G de prijs dier jagt- en vischakten wordt bepaald. Hieraan vindt de Arnhemsche Courant aanstoot. Zij kan het niet rijmen, dat het jagt- en vischregt een dadelijk uit vloeisel van het eigendomsregt zou zijn maar de vergunning om dat regt uit te oefenen afhankelijk zou wezen van het koopen eener akte. Ei lieve, eigendomsregtzegt het Burgerlijk Wetboek, is het regt om over eene zaak op de volstrektste wijze te be schikken. Gij raoogt uw goed dus verkoopen, verhuren, al wat gij wilt; dit is een dadelijk gevolg van het eigen domsregt; het is dus even ongerijmd dat gij ter zake van het koopen en verkoopen uwer goederenter zake van het verhuren uwer paaiden en rijtuigenaan een patentregt wordt onderworpen. Het eigendomsregt brengt mede, dat gij vrijelijk de goederen uit uw magazijn moogt verkoopen maar toch moet gij uw patent op de eerste aanvrage aan de commiezen vertoonen. Waarom zou dat anders wezen ten aanzien der jagt- akten Omdat het bedrijf van jagen en visschen belast wordt; omdat de uitoefening van dezen tak van het eigendomsregt, even als het koopen en verkoopen aan eene belasting wordt onderworpen. Wordt daarom het grondbeginsel van art. 641 Burg. Wetboek geschonden? Wij kunnen het niet inzien. Zoolang ons vaderlandwegens zijne groote behoeften aanzienlijke sommen jaarlijks van de ingezetenen moet vor deren, is niets natuurlijker en regelmatiger, dan dat elk bedrijf, elk middel van inkomst of van procreatie van rijkdom naarmate het meer of minder oplevertmeer of minder in de publieke lasten helpe dragen. Jagt en vis scherij nu is buiten twijfel evenzeer een middel van pro ductie als elke andere tak van nijverheidwaarom zou dan dit middel niet evenzeer eene bate voor de schatkist mogen afwerpen. Bovendien schijnt jagt en visscherij ook uit dien hoofde aanleiding tot eene zeer billijke belasting te geven omdat zij voor velen, voor de meesten welligt, niet anders zijn dan eene zaak van weelde en van tijdverdrijf. Men houde daarbij in het oog, dat het provenue van de jagt cu de visscherij, liet wild en de visch, geheel onbelast zijn, terwijl b.v. het vleesch aan accijns is onderworpen waarom zou inen dus niet dadelijk bij de verkrijging van het wilden den visch een matig regt mogen he Hen? Wij zien daarin niets beleedigend voor het gehuldigd eigendomsregtalthans niet meer dan daarin, dat de slager, die krachtens zijn eigendomsregt zijn os mag dooden te dier zake eerst patent, en dan nog accijns moet be talen De Arnhemsche Courant dwaalt dan ook ten cenen male van den regtcn weg afals zij zegt »De schatkist kan de opbrengst der jagt- en visch-aktcn niet missen. Mag die reden echter zooveel gelden, dat zij het beginsel, waarvan de wetgever uitgaat, vernietigt en omstoot? Mag men, aannemende en erkennende, dat jagt en visscherij eigenaardige gevolgen en bevoegdheden aan het reot van eigendom inhalerende zijn, mag men alsdan de uitoefening dezer ééne bevoegdheid, bij uitzondering van alle andere uitoefeningen van eigendoms-bevoegdheidaan de voorwaarde eener bijzondere schatpligtigheid binden?" Zoo veel woorden zoo veel dwalingen. Juist omgekeerd zouden wij vragen: Waarom zou men, bij uitzonderingde uitoefening van dien tak van het eigen domsregt, welke in jagt en visscherij bestaat, geheel onbe last laten, terwijl ter zake van de uitoefening \an eiken anderen tak van' het eigendomsregt, onder den eenen of anderen vorm, een regt wordt geheven? Bebouwt gij uwen grond gij valt in de grondlastenverkoopt gij uwe waren lij wordt patentpligtig 5 verkoopt gij uw vast goed, gij betaalt het regt van overgang; maakt gij gebruik van uw paard gij valt in het personeel; bedenkt wat gij wilt; in het gelukkige Nederland kunt gij geen stap verzettengeene zaak" verkrijgen of vervreemden of gij komt op de eene of andere wijze met den fiscus in aanraking. Waarom zou dan hij 'de groote behoeften der schatkistde jagt en

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 1