volslagen
«öv." gemis van eenen catologus. Ieder weet, dat ecne
ecnigïins uitgebreide bibliotheek zonder een oordeelkundige»
en regclmatigen catalogus niet anders is dan eene onvrucht
bare wildernis; nu had het Instituut wel eene boekenlijst,
maar zoodanig ingcrigt dat zij wel het antwoord schijnt te
wezen op de prijsvraagHoe kan men op de onbruikbaar
ste en onoordeelkundigste wijze eenen catalogus van boeken
inrigleri?
Hoezeer nu het Koninklijk Instituut onder de nutteloosste
aller nuttelooze inrigtingen mogt gerekend worden alleen
goed om de ijdelhcid en de dwaasheid te voeden, heeft toch
zijne opheffing onder de hecren van het Trippenhuis en hunne
vrienden eene vreeselijke opschudding te weeg gebragt. Men
weet dat de professor"hoezeer zelf lid van het Instituut,
reeds in het vorig jaar het subsidie tot op f 6000 vermin
derde hoe toen reeds hartverscheurende jammei toonen door
het Instituut en door hen die eenmaal lid daarvan hoopten
te worden, werden aangeheven; hoe een onbekende, oni de
zaak althans nog één jaar in stand te houden, eene gift van
4000 ten beste van het Instituut inzond en hoe op de
tegenwoordige begrooting ook slechts f' 6000 voor die zaak
wierd uitgetrokken. Dit laatste feit nu gaf aanleiding tot
ellenlange beraadslagingen in eene algemeene vergadering
van alle de klassen van het instituut, over de vraag voorna
melijk of men elk. individueel zijn ontslag zou vragen, ingeval
het subsidie niet werd verhoogd dan wel de opheffing van
bet Instituut zelf van den Koning zou verzoeken. Tot ilit
laatste werd beslotenen een adres te dien einde aan den
Koning gerigt.
In den regel is men tevreden als aan een verzoek wordt
voldaan; ook de leden van het instituut zouden dus, ware
hun aanzoek opregt geweestreden tot tevredenheid hebben
met het koninklijk besluit van 26 October. Waar zij wilden
hun adres slechts laten dienen als een dwangmiddel ten
einde een verhoogd subsidie op de begrooling te doen bren
gen om daarmede hunne beuzelarijen die niemand koopen
wil, aan den man te brengeu. De professor'' liet zich even
wel door zoodanige bedreiging in geenen deele afschrikken
maar, hoezeer wetende een aantal halve en schijngeleerden
legen zich tc zullen innemen, besloot liever eene nuttelooze
uitgaaf van de begrooling te weren dan ten koste van 's lands
geld hunne ondersteuning te koopen. Daarvoor komt hem
eere toe. Alleen heeft hij behouden hetgeen wezenlijk nut
kan hebbeneene academie voor wis- en natuurkunde
wetenschappen, wier toepassing op het dagelijksch leven,
op nijverheid en alle bestaanmiddelen meer en meer invloed
verwerven. Zoo kan men ten minste bewijsbaar nut voor
eene op de begrooling gebragte uitgaaf aantoonen. Laten
wij dus de gekwetste en teleurgestelde ijdelhcid vrij uit laten
jammeren en huilenen prijzen wij de zucht om 's lands
"eld alleen nuttig aan te wenden.
Vcpkacziug: vau Wethoisder*» tc GroenSo.
Motto Sine ij-a nee studio
Het zij eer ik begin mij geoorloofd vooraf te protesteren
tegen elk vermoeden van vijandelijke bedoeling, onverschillig
omtrent wie. Ik wil daarom geenszins ontveinzen, dat, bij
de benoeming van Wethouders voor deze Gemeente, de
onverdiende miskenning en uitsluiting van een algemeen ge
acht en regtschapen Man, op mij, en ik mag zeggen op aile
weidenkenden in deze Gemeente, eenen hoogst pijnlijken in
druk gemaakt heeft. Hij toch had deze belangrijke betrek
king, gedurende ecne reeks van jaren, met eere, onberis
pelijk, en in het laatst bijna geheel alleen waargenomen;
daar de meer dan tachtigjarige Burgemeester, hoe verdienste
lijk overigens, en de andere insgelijks hoog bejaarde en meestal
ziekelijke oudere Wethouder, zonder overdrijving, gerekend
konden worden, huns ondanks, bijna impotent te zijn.
Hoezeer dus deze harde en onverdiende mishandeling
buitengewoon stuitend en ergerlijk geweest is, zoo zoude ik
echter hierin alleengeene genoegzame redenen gevonden
hebben, mij, ongeroepen, met deze eenigzins crapuleuse
zaak te bemoeijen indien ik niet vooral dezelve, als op het
naauwst verbonden zijnde met het overal in de Gemeente-wet
praevalerend principe: n geen verantwoording aan zich zeiven
van een onbetwistbaar algemeen belang achtte te zijn.
Ik heb gemeend dit vooraf te moeten laten gaanen wil
er nu tevens nog bijvoegen dat ik niet geloof mijne volmagt
te overschrijden, wanneer ik, als tolk van het algemeen,
met vertrouwen en bepaaldelijk verzeker, dat de heer J. H.
Hcjijskes, zeer stellig niet ais Wethouder zoude zijn gepas
seerd geworden indien de benoeming der Wethouders even
zeer van de Kiesgeregtigden had afgehangenals de keuze
van leden voor den Raad, misschien zeJfs, om dit in het
voorbijgaan nog aan te merkenzoude zulk eene ruimere
bevoegdheid der Kiezers, wel zoo consequent zijn geweest,
in den geest der vrije verkiezingen, doch er kan hier
natuurlijk geene sprake zijn de lege facicndomaar alleen
de lege facto; mijn schrijven vloeit dus vooral voort uit de
begeerte om een punt van algemeen belang te zien opgehel
derd hoewel ik gaarne beken dat het mij aangenaam is
tevens een woord van hoogschatting te hebben kunnen toe
wijden aan iemand, die onverdiend, diep gegriefd en verguisd
is. en daarom ook het verder Lidmaatschap van dm lUad
heeft afgewezen en nu ter zake
In No 3 van het nieuwe Weekblad Gemeente stemop
de eerste bladzijde, tweede kolom onder aan, in het stuk
getiteld: Overzigt van de belangrijkste werkzaamheden door
Burgemeester en Wethouders, ingevolge de bepalingen der
Gemeente-wet te verrigtenis, onder anderen als zoodani"
opgenoemd d de handhaving der politieover de plaatselijke
vervoermiddelen
Lr is in deze Gemeente tot een' der beide Wethouders
door den Raad verkozen, iemand, welke stalhouder en On~
dernemer van diligences is; nu rijst van zelve de vraa"
»Kan, in den geest van de wettelijke bepalingen voor de
"Wethouders, (zie de Gemeente-stem) om de policie uit te
D oefenen over de plaatselijke vervoermiddelen," als zoodanig
gevoegelijk fungereneen persoon, die, tegelijk wel- en
stalhouder zijnde alzoo zich zeiven zoude moeten surveille
ren op zich zeiven (indien daartoe termen bestonden,) straf
bepalingen toepassenin één woord aan zich zeiven verant
woordelijk zijn? Kan zoo iemand in waarheid gecenseerd
wordenover datgeen wat hem zóó van nabij aangaat en
waar hij alleen een zoo direkt belang bij heeft, een deugdelijk
en streng toezigt te zullen houden? En, al ware hij
zulk een fenix van abnegatie, (des neen,) is het dan boven
dien met hetgeen overal eldersten dezen ais principe in
de Gemeente-wet wordt aangenomen niet in uitgemaakte en
aperte tegenspraak en strijd
ik veronderstel niet dat iemand mij zal tegenwerpen: »dat
»in dit geval de andere Wethouder deze zorg wel zal op zich
«nemen,'' want dan zoude ik gelooven hem temogen vragen:
»o/ dit nu ernstig gemeend warcV en hem met een onzer
oude schrijvers toevoegen: Dal is met de luijden gegeckt
Wanneer toch heeft men ooit vernomen, dat, (om een
banaal spreekwoord te gebruikenzekere vogels elkander de
oogen uitpikken?
En zou dus bij mogelijk verzuimin het gegeven geval
van openbare vervoermiddelenwaarvan zoo oneindig veel
voor het welzijn en soms voor het levenvan inwoners eri
anderen kan afhangen, niet hoogst waarschijnlijk casu quo
de vicieuse zaak zoetelijk blijven voortsukkelen en verergeren
daar het toch inderdaad een angstig vermaak zou zijn voor
den Burgemeester en anderen Wethouderop Hun Edel
Achtbare Collega eene Strafwet te moeten toepassen!
Ik herhaal dat geene animositeit tegen den bedoelden Wet
en slat-houdermij gedreven heeft; bij overvloedige aanleiding
tot menigerlei glosses, heb ik er mij geen enkele gepermit
teerd en hem als Lid van den Raad zeer geschikt achtende
zelf als zóódanig mijne stem gegeven als Wethouder echter
beschouw ik hem om zijne maatschappelijke betrekkin" ten
eenen male verwerpelijk.
Ten slotte de Leden van den ouden Raad zijn op céne
uitzondering na, (wegens ziekte en ouderdom,) allen her
kozen; het is omnibus oi lippis notum et tonsoribusdoor
welke znachinatiën Deze oude Raad nu weder gemakkelijk
zittende, heeft kunnen goedvinden, tegen de hoop en ver
wachting aan, van de groote meerderheid der Kiezers, als
Wethouder uit te sluiten een' zijner waardigste Leden en
tevens een zijner waakzaamstehinc illac lachrgmae! of
bestonden er welligt nog andere tenebreuse redenen van
miskenning, die het, om der lieve vrede's wille, beter is
niet op te rakelen?
Hoe dit zij zóóveel is zeker, dat er een benoemd is,
op welken ten minste, (zijne waarde of onwaarde overigens
daargelaten eene présumptie van incompatibiliteit van
Betrekkingen schijnt te drukken indien nu de Gemeentestem
in het opsommen van de voornaamste wettelijke verpligtingen
der Wethouders, met heelt gedwaald, zoo als van die «gids
der Gemeente besturen' niet mag voorondersteld worden
zou er dan in de approbatie dier keuze door de Gedeputeerde
Staten van Gelderland niet behooren te worden gedifficul-
tcerd
Moge ik gedwaald hebben, dan zal eenebescheidene teregt-
wijzing mij aangenaam zijn.
S. No. i851
v. D. Jz.
Uit Zwolle meldt men, dat bij de Provinciale Staten van
Overijssel het plan bestaat, oin den dankdag voor het gewas,
welke in die provincie jaarlijks op den eersten woensdag der
maand november wordt gehoudenaf te schaffen of te ver-