de to.ek^^^^ri^cr regering^-dat de ontdekkingsreis naar een
ministervaïp h^dne gunstig is afgeloopfjw N V él rnag men
zeggen t als' wij; onze mini *W; yan^Bliitfeb 1 a n d s c h e Zaken
van financiën en van Oorlog ^aaii^beitmi^n mogen, clan zal
de rest van zelf wel komen; ïtv gelóóf xjjal men zich op den
duur kon bedriegen. Eene -Regering mag niet eenzijdig blij
ven, mag niet in ééne rigting groole vorderingen maken,
terwijl zij in eene andere rigting achterlijk blijft. En dit was
tot dus ver het geval. Het is pligt en roeping der regering
in elke rigting gelijken tred te houden, de algemeene belan
gen des lands, in elk vak van bestuur, gelijkelijk te bevor
deren. Het is niet genoeg eenige voortreffelijke ministers te
hebben, maar een voortreffelijk stel van ministers; eene za-
inenhangendceene goede raad van bestuur en regering.
Profecae over BSoMgaraje.
Uit Weepen is gemeld van 24 oct. «lot organisatie van
het schoolwezen en van de eeredienst in Hongarije zal hier
in het begin der aanstaande maand een synode gehouden wor
den waaraan al de hongaarsche bisschoppen deel zullen ne
men." Alzoo vooreerst, het schoolwezen gaat daar vóór de
eeredienst. Zeker, de rigting van begrippen in de jeugd is
meer waard dan de geldelijke oileranden waartoe in verschil
lende hoeken der kerken bereidwillige gelegenheid wordt ge
geven. Ten anderen de bisschoppen gaan er naar W-een en
niet naar Pest. Wel-is-waar is Pest de hoofdstad van het
land waarover de synode wordt gehouden; maar. men kan
niet weten; er mogten almee hongaarsche duiveltjes spoken
door de hoofden ol harten van hongaarsche bisschoppen ze
krijgen dan bij Schwartzenberg een' heilzamen rieui onder 't
hart (misschien wel riemen die ook bruikbaar zouden zijn
voor paardekoopers). In de derde plaats, tot organisatie van
het schoolwezen in Hongarije kan het met bisschoppen wel
af. Ketters zijn daar niet bij noodig. 't Heeft daar iets
van den kosteiijken lijd van Charles X in Frankrijk. Der
halve, wanneer de hongaarsche schooljeugd zal zijn opge
groeid tot handelende menschen kan in Hongarije eene dito
verwarring beleefd worden als thans in Frankrijk. De geest
eener natie laat zich niet leiden als een sleperspaard. Als de
opgroeijenden bemerken, dat hunne opvoedeis hen bij den
neus haddendan leeren zij niet alleen veel weder af van
hetgeen hun was ingeprent, maar dan springen zij ook ge
deeltelijk over naar tegenovergestelde kanten. Dan botsen
allerlei uitersten tegen elkander; onwetendheid en kamerge
leerdheid, woestheid en schijnheiligheid, opschik en naar
geestigheid, geweld en kuiperij. Dan blijft er weinig "'her
berg over voor echte menschelijkheid.
Dc weg" maar den jury*
Opmerkelijk zijn de artikels der Arnh. cour. no. 215 enz.
aangaande geldigverklaring door den Hoogen raad van natu
ralisation bij koninklijk besluit onder de grondwet van 1315.
Ons dunkt er vaDdat, hoemeer onze regterlijke magt ne
vens de wet ook iets anders op het oog houdt, hoemeer zij
den inhoud der wetten plooit naar hetgeen wel weuschelijk
zoude zijn of eenmaal door gezag of geweld beklonken is
des te minder de ingezetenen gewaarborgd zijn die aan gezag
of geweld mogten mishagenen des te vroeger wij rustige
nederlanders zullen roepen om invoering van den jury.
De herhaalde stemmingen en herstemmingen schijnen bij
zonder te werken op den dichtader der Nederlandsche kiezers.
Zoo is er althans ééne nuttige zijde aan het regtstreeksch kies
stelsel te vinden, mijnheer Groen! -Hoeveel te meer moeten
wij geen prijs stellen op dat dichterlijk voordeel, sedert het
koninklijk Nederlandsch instituut, helaas! ten grave is ge
daald? - sedert die glorierijke instelling door een harer eigene
zonen vermoord is.
Maar wij wilden hier geene lijkrede op het instituut hou
den doch alleen vermelden hoe de Nederlandsche dichtader
zwelt door de verkiezingen. Zoo werd ons bij zekere, dezer
dagen gehouden, herstemming over twee kandidaten, een
stembiljet vertoond, dat, onder de roos, van de eene hand
in de andere ging. De dichterlijke kiezerkunstenaar had daarop
eene teekening vervaardigd voorstellende de worsteling van
eene uil met een salamander. Het bijschrift luidde:
t> Deze uil der uilen is de eerste kandidaat,
De tweede 't sprekend beeld van dezen salamander!
Wat zijn wij tocli met zulk gespuis gebaat?
Dies stem ik voor den een' zoo min als voor den ander.''
Zóó wordt verdienste miskend! was de algemeene kreet,
toen de verblikkende noch verbloozeride Staatscourant dezer
dagen het verpletterende berigt mededeelde van de opheffing
van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen
Letterkunde en Schoone KunstenOf er al werd gesmaald
op die prachtige instelling, het was niet dan jalousie,
dewijl zij de wetgeefster was op het gebied van kunst en
wetenschap, dewijl zij, in het bezit van alle wijsheid en
kennis, ja van het monopolie van geleerdheid en kunstzin
hare orakelspreuken rondslingerde, waarmede zij onwetenheid
en wansmaak vermelde. - Zoo er nijdige stemmen opgingen,
die deze koninklijke inngtmg eene liaauwe naapen van dè
franscne academie noemden, waarmede knninrr r i
a u- -.li* i Kunmg biodcwnk, op
een dag da h,j mets beters te doen wist, ons land verrikte -
en de schatkist verarmde, - dan ,s dit niet anders dan het
venijn, uitgespuwd door gekwetste ijdelheid, verkropte spijt
en waanwijze opgeblazenheid uit nijd, omdat zij/die Jo
spreken, niet tot leden van het Instituut werden benoemd. -
Zoo eindelijk de inhaligheid en de gierigheid vragen durven,
wat nut dan toch wel dat Instituut «nnr r
subsidie van ƒ10,000 >s ja.rs uit >5 Uds schX™^
natie heeft verschaft, dan kunnen wii i
k f wlJ aanstonds wnzen op
het uitstekend rapport, en de verbazend geleerde beslissing
waarmede het Instituut onlangs het rekwest begroette van het
onbeschaamde ,uW - dat weerwil van vroegere deug
delijke uitspraken, waarbij het tot het vrouwelijk geslacht
werd verweren, nogtans zijne mannelijkheid in Nederland
wilde staande houden, hn dan vragen wij, i, het der natie -
geene f 10,000 s jaars waard jat zoo onbeschaamde pogin
gen officieel worden gefnuikt, en wij nu, „p het gezag van
het Instituut, ,n gerustheid des gewetens, kunnen vergelden
«de dienst ons bewezen, en vooral niet «ten dienste" -
maar ter dienst' onzer vrienden ons bereid verklaren'
tiet besluit tot opheffing van dat onwaardeerbaar instituut
IS gecontrasigneerd door - Thorbecke. Het zal zijnen naam
tot eeuwige schande strekken zoolang de gedachtenis aan de
verdiensten van het Instituut levendig blijft in het geheugen
van eiken Nederlander! b o
Hoe lang schat gij dien termijn wel?1' vroeg mijne
oude huishoudster, die mij over den schouder had ®eMuurd,
terwijl ik dit ter neder schreef. En het mensch durfde er
bijvoegen: «Ik roep aan mijnheer Thorbeckebravobravissimo
toe; al weder eene tand van dwaasheid en verspilling uit
trokken i b o
De Daily News schrijft over Kossuth's komst o. a. het
volgende: De komst van Kossuth in Engeland heeftj.de
denkwijze en geestdrift doen kennen van dien grooten mid
denstand aan wiens bloot bestaan vreemden tot op dit oogen-
blik hadden kunnen twijfelen. Er zijn zoo vele dingen
die men in het buitenland slechts langzaam kan begrijpen.
Het verdict der Barclaysche brouwers was echter volkomen 1
duidelijk. Dat getuigde van de denkwijze onzer arbeidende
klasse. En thans, nu de vreemdeling ziet, hoe de stedelijke
corporatiën van het koningrijkde vergaderde burgers van
Londen en Westminster, van BirminghamManchester, Leeds
en Liverpool optredenen adressen aan Kossuth den ban
neling, vaststelllen thans zal men tot de overtuiging gera-
ken, dat de Engelsche middenstand, niet minder dan de
Engelsche arbeiders een warme sympathie koestert voor den
strijd om de vrijheid, en voor de offers van dien strijd,
gelijk wijzelf er in onze geschiedenis hebben leeren vereeren.
En het Engelsche liberalismus bepaalt zich niet tot de ge
noemde klassen alleen. Ook velen uit onzen adel haten de
millitaire heerschappij en schoon niet allen zoo luid hunne
stem verheffenals lord Gladstone den moed heeft gehad
het te doen, zoo kan evenwel het buitenland daarvan ver
zekerd zijn, dat in Engeland geene volksklasse wordt gevon
den, die de gevoelens koestert, welke de steeds de waarheid
verdraaijende retrograde en on-Engelsche organen haar toe
dichten."
Het graven van een kanaal, door hetwelk de Marue met'*
den Rijn verbonden wordtis eene der belangrijkste onder
nemingen van onzen tijd. Hetzelve heeft op eene lengte van
314,896 Ned. ellen 180 si uizen welke het verval van ruim
471 ellen noodzakelijk maakt. Het opent voor Nederland en
België eenen waterweg tot in het hart van Frankrijk, en
eenen uitweg voor de voortbrengselen der oostelijke provin- i
ciën van dat land, terwijl het vier der schoonste departemen-
ten doorsnijdt, als dat van de Manie, van de Moeselvan
de Meurthe en van den Nedcr-Rijn. Frankrijk verkrijgt
hierdoor langs het Donaukanaal eene verbinding met Hon
garije en de Zwarte zee en met Zwitserland zoodra in dat
land het ontworpen plan van kanalisatie door eene verbin
ding van onderscheidene inlandsche meeren langs de Aar zalrt
tot stand gekomen zijn.
Woordcu vasi ceaa1 filoïilaEBdcr a ei IVoord-Amerika,
bij gelegenheid, van den scheepswedstrijd te Coives
tusschen Amerika en Engeland.
Is een Hollander. Zeeuw of Fries niet vernederd, wanneer
hij bedenkt, dat de Nederlandsche naam in den kamp te Co-^