II October 1831. NIEUWS- M ADVERTENTIE-BLAD N°". 41. BBC3g MM| i»« Êle uieuwe GeMieeuteradeM» KALE1D0SK00P KWOIXE DEVENTER ■■-■y--..I Dil blad verschijnt geregeld alle Znlurdngen. 0« prijs vao bet abonDement is voor Zwolle, Deventer Zülphcn eu Apeldoorn 75 cem io de drie maanden overal elders franco per postST/joenl. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advertenli&i is van dén tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor e.keu meerderen regel, be halve 55eent segelregt bij iedere plaatsing. Thans kan men eerst zeggen, dat de nieuwe gemeentera den, uit regtstreeksche keuzen voortgesproten, in werking treden. Het onderzoek der geloofsbrieven toch is door hen eigenlijk niet in hunne kwaliteit van gemeenteraadmaar slechts als een jury geschied; het is niet anders dan een voorloopig onderzoek der wederzijdsche volmagten die ten doel heeft elkanders wederkeerige bevoegdheid te doen erken nen. Zóó ziet men ook een congres van diplomaten begin nen met de uitwisseling hunner wederzijdsche volmagten al vorens zij de eigenlijke onderhandelingen aanvangen. De Gemeenteraden hoewel in de eerste plaats geroepen om uitspraak te doen over de geldigheid der geloofsbrieven en over alle geschillen, welke te dier zake of over de verkiezin gen zelve oprijzen zijn echter geene regters in het hoogste -ressort. Een termijn van acht dagen wordt in de eerste plaats, door artikel 33 der Gemeentewet, aan den niet-toe- geiatëneaan elk lid van den raad, en ook aan den burge meester, zelfs al is hij geen lid van den raad gegeven om bij Gedeputeerde Staten bezwaren tegen de beslissingen van den raad in te dienen; terwijl, in de tweede plaats, gelijke termijn openstaat voor Gedeputeerde Staten om ambtshalve tusscheubuide te treden, ingevolge het bepaalde bij artikel 35 der Gemeentewet. Voorts schrijft artikel 38 voor dat deze termijn zal moeten worden afgewacht, alvorens de nieuw benoenule leden hunne betrekking aanvaarden terwijlui- geval geschilpunten over de benoeming in honger beroep, hetzij bij Gedeputeerde Statenhetzij van hunne uitspraak bij den koning, zijn aanhangig gemaakt, de eindbeslissing daarover moet zijn afgeloopen. Verreweg de rueesle benoemingen van leden der Gemeen teraden zullen evenwel geene aanleiding tot eenig geschil punt hebben opgeleverd, en alzoo is thans het tijdstip gebo ren dat althans de meeste gemeenten zich in eene regtstreeks gekozene vertegenwoordiging, in <*en regtstreeks gekozen be stuur mogen verheugen. Wat mag men over 't algemeen van die nieuwe besturen verwachten? Zullen zij wezenlijk nut aanbrengen en zich op gunstige wijze van hunne voorgangers onderscheiden? Bij dc beantwoording dezer vragen komt natuurlijk het eerst de zamenstelling der nieuwe gemeentebesturen in aanmerking. Niet van de instellingen maar van de werkkracht der perso nen met de uitvoering belast, hangt voor een zeer groot ge deelte het te verkrijgen voordeel af. Om nu te willen beweren dat de nieuw verkozenen elk op zich zelf beschouwd, zoo veel verdienstelijker, bekwamer en ijveriger mannen zijn dan de aftredende raadsleden, wier plaats zij innemen, dit ware ongerijmd, dit ware ooregt doen aan de persoonlijke eigenschap pen van over 't algemeen achtingswaardige menschen. En toch neemt dit niet weg, dat zij, die thans door regtstreek sche keus tot het gemeentelijk bestuur zijn geroepen, om voor ten bepaald aantal jaren onder het oog hunner kiezers, den hun opgedragen last te vervullenoneindig sterker prikkel tot krachtsinspanning zullen gevoelen zich zeiven op ten ge- ZÜ'ffPHEN, APELBIOORN. De Adverientifin moeien vóór Vrijdag middag tfier uur ter Drukkerij ie Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor (lil blad bestemd moeten franco geschiedenhetzij door bemiddcliug dor Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J- Tjkenk Willink; DeventerA. Ter Gum.nb; ZutphenJ. 11. Melmkk; Apeldoorn, B. Gun«ikg. heel ander standpunt geplaatst zullen achten dan zij die vroeger voor hun leven door een gesloten kiezerscollegie wa ren benoemd. Dezelfde man die vroeger lid van den raad was, zal zich, zoo hij thans werd herkozen, m veel naau- wer band tot de kiesbevoegde burgerij en tot de ingezetenen in 't algemeen gevoelen, dan toen hij voormaals, door een toevallig zamengebragte vergadering, voor geheel zijn leven was aangesteld om de belangen der gemeente waar te nemen. De mensch, hoe goed zijne bedoelingen zijn mogen; behoeft een prikkel van buiten, die zijne veerkracht opwekt en le vendig houdt; geheel aan zich zeiven overgelaten verdooft bij hem al spoedig alle ijver, alle energie. De goede bedoelin gen mogen blijven bestaan; zij blijven onvruchtbaar, gelijk de bodem, die niet telkens en ter regter tijd wordt omge roerd. Weliigt zijn er echter menschen, die uit eigen karak ter genoegzame energie ontwikkelen, uit eigen geest genoeg zaam zelfvertrouwen en kracht putten, om elke aansporing^ eiken prikkel van buiten te kunnen ontberen. Zoodanige menschen zijn echter uitzonderingen, en zullen dit wel in den re«el blijven. En wat kunnen enkelen van dat soort, indien zij al gevonden worden, uitngten m collegiën waar van de groote meerderheid tot apathietot werkeloosheid gelijk afgeloopene uurwei ken, is vervallen. Wij voor ons, houden vast aan de overtuiging, dat de nieuw gekozene gemeentebesturen oneindig meer werkkracht zullen ontwikkelen dan de vorige; met zoozeer omdat zij uit een ander personeel zijn za.nengesteld - hoezeer ook dit na- 1 ..óinot-maar omdat de wnze hunner tuurlukerwnze veel aiuoet i»<^1 v j benoeming 'een prikkel bevat, een morele,, drang, die hen beletten zal tot die apathie te vervallen waaraan onze vonge besturen, als aan eene epidemische ziekte, bij voortduring leden. Èn hoezeer wordt die prikkel, die morele drang met verhoogd coor de openbaarheid, waaraan al hunne woorden en al hunne daden voortaan ondciworpen zuilen zijn? - Onder het scherpziend oog des lastgeveis zeiven de taak te verritten wekt zeker de phgtsbetrachUng u, veel honger mate op, stelt de verantwoordelijkheid m veel strafte,- klem dan wanneer men eene builen hun weten en bulten hun toedoen opgedragen taak in het volslagen duister afwerkt. Iteeds m onze jeugd leerden wij uit de z.nnjke fabels van Esopus de kracht kennen van hetgeen het oog des meesters vermag. llle cum venerit centum qui liubet oculos als de meester komt d,e honderd oogen heelt, dan gaat a les goed, dan doet elk zijn plint ln onze holhindsche, praktische en mcnsch- kundige spreekwoorden hebben wij dat denkbeeld overgeno men. Het oog des meesters maakt de koe vet, - zegt men teregt en hoe alledaagsch en plat dat spreekwoord ook schij nen0 moge, er- ligt een gezonde zin in opgeslotendie op regeringszaken even als op de meest huishoudelijke belangen ten volle van toepassing is. Zoo er dus wezen mogtendie alleen verbetering en heil zoeken in eene volstrekte verandering van personeel en die meenen dat daar, waar de personen dezelfde zijn gebleven, ook noodwendig de zaken denzelfden gang moeten blijven

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 1