wpn^dJ^ït#&fLj)dten zij bij volstrekte verhin- uit te brengen. De staat heeft evenzeer fict *feg£ 'on> 'vaïr,$f£i burger de vervulling van zijn I» ligt als k i e z$iy le als die van elke andere, die het algeméén htdang^ vai^nem vordert. Het is reeds meer malen gebleken hoe van/'eérie enkele stem de uitslag eener geheele keuze lnhüug^iedcv stelde zich dus voor, dat zijne stem de zaak teri goede of ten kwade kan beslissen. A an zooveel te meer belang is 't dan ook goede keuzen te doen, althans zoover 't den mensch gegeven is hierover, naar dc mate zijner kennis, te oordcelen. Men onderzoekezon- der ii'genomeriheid of vooroordeel, zijn geweten, en late zich ook in deze gewigtigc zaak hierdoor leidenzoo zal men ten allen tijde gerust en ruet vertrouwen op zijn werk kun nen terugzien. Vraagt men ons nu naar de resultaten van zulk een ge moedelijk onderzoek dan dringt zich in de eerste plaats en vóór alles aan ons op, dat de te kiezen personen hartelijk en opregt de tegenwoordige orde van zaken moeten toegedaan 7.ijnMet onze nieuwe Grondwet hebben wij een geheel ander regcringstelsel gekregen; het ligt nog in ieders geheu gen hoe levendig de strijd daarvoor en tegen geweest is. Teregt wordt echter door 't algemeen begrepen, dat alleen van de trouwe handhaving en ontwikkeling dier nieuwe principes het duurzaam en wezenlijk volksgeluk te verwachten js. Kiest dus vooral mannen, die als opregte voorstanders dier beginselen bekend zijn die ze ook in 't Gemeentewezen zullen toepassen en in fcverking brengen. Door mannen van andere gezindheid te kiezen ('l zij ze zich openlijk ais zooda nig doen kennen, 't zij ze de nieuwe staatsinrigting als een fait accompli aannemen, zonder er van hui te mede in te stemmen, en slechts om daardoor te beter hun verloren terrein te herwinnen) zoudt ge moedwillig het goede onzer tegenwoordige instellingen verlammen, en alle maatschappe lijke verbetering belemmeren en tegenhouden. Hoe bekwaam deze mannen ook zijn, hoeveel nul ze onder de vorige rege ring ook mogen gedaan hebben in het tegenwoordige stelsel passen zij niet; hunne bekwaamheid zou hier slechts te groo- ter schade veroorzaken. Daar overigens onze staat meer democratisch is geworden (dat wil zeggen, meer volksgezindin zoover dit tegenover 't belang van enkele bevoorregte standen staat), daar dus vooral van handel en nijverheid de bloei en voorspoed van 't algemeen verwacht wordt, zorge men ook zooveel mogelijk inenschen die de belangen van deze kennen en behartigen in den raad te brengen. Wij vragen het met vertrouwen, waar over het aanleggen of verbeteren van gemeentewegen, waterleidingen, middelen van vervoer, markten enz. enz. zal gehandeld worden, wie is daar gewenschler, dan zij die bij ondervinding den invloed hiervan op de algemeene welvaart kennen? Maar wat meer is, het stedelijk belastingstelsel moetvolgens dc wet, herzien worden. Van wie kunt ge nu met den meesten grond verwachten, dat dit niet langer voornamelijk op handel en nijverheid zal drukken; maar ieder naar zijn vermogen er in dragen? Het spreekt van zeiven, dat wij hierom geene andere standen willen uitslui ten. Integendeel achten wij het zeer wenschelijk, dat de Raad specialiteiten van allen aard telle, mits zc niet tegen onze algemeene vereischten strijden. Het zal wel niet noodig zijn te zeggen, dat alle verschil van godsdienstige belijdenis hier geheel buiten aanmerking moet blijven. Wie de meeste vereischten voor Raadslid in zich vereenigt, zij dc geliefdste kandidaat, om 't even tot welke godsdienstige gezindte hij behoort. De Raad is niet geroepen om als zielenherder op te treden en te leeren op welke wijze de Godheid behoort geëerd en gediend te wor den; maar om de stoffelijke en zedelijke belangen der ge meente te behartigen voor zooverre die voor alle godsdien stige gezindten dezelfde zijn. Wat het kiezen van vorige Raadsleden betreftwij zouden dit vooral zoo spaarzaam mogelijk wenschen. Deze toch waren gewoon onder geheel andere instellingen en omstan digheden tc handelen; zullen zij zich even opregt, even wil lig, even bekwaam naar de nieuwe orde van zaken schik ken? Zullen zij geen bevangen geest in den nieuwen Raad medebrengen? Zullen zij geen gevaarlijken invloed daar uitoefenen; te sterker, wijl ze aanvankelijk met den loop der zaken beter bekend zijn en dus op de vergadering en de nieuwe leden eene nadeelige overmagt zouden verkrijgen? Wij zouden dus in geen geval leden van den vorigen Raad verkiezen, dan van wie we stellig weten, dat zc de tegen woordige staatsinstellingen van harte en ter goeder trouw zijn toegedaan. Het kiezen van leden der ie of 2e kamer achten wij in cccn geval wenschelijk. Deze betrekkingen zijn belangrijk genoeg om een geheel mensch te vorderen terwijl de gedu- i i ige en lange afwezigheid niet anders dan lastig en schadelijk oor de belangen der Gemeente zijn kan willen uitsluiten. Integendeel, daar hier de belanden der Gemeenten meer ter sprake komen, mecnen wij °dat het grootelijks zijn nut kan hebben, zoo die daar waardiglijk vertegenwoordigd worden. Eene belangrijker vraag is het of de Burgemeesters tot Leden van den haad behooren gekozen te worden? Na riin overleg meenen w,j van neen. Immers, in de eerste plaat», verzwakt men het Gemeentebestuur daardoor eigenwillig met één lid. Neemt men aan dat het vol getal leden noodig of wensche lijk is, dan zal in dit geval een schadelijk krnchtverlies ont staan De burgemeester zweert reeds als zoodanig, dat hij de belangen der gemeente met al zijn vermogen zal voorslaan en bevorderen; wat zou men dus van hem' als Lid van den Laad meer kunnen begeeren? Bovendien zou hij als manda- ai is ces onings in zeer delicate en moeijelijke omstandighe den kunnen komen, waar hem opgedragen was een last uit e voeren of eene zaak te bevorderen waarbij de belangen van Kijk en Gemeente met elkander in strijd waren. Meent men dat de Burgemeester die altijd op de meest gewenschte wijze zal weten te vereenigen, dan ware er geheel'geen Raad noodig, of zou de Burgemeester dien althans zelf 't best kun nen kiezen. W'j gelooven dat ccn Burgemeester, die zijne roeping juist waardeert, verre van zijne met-verkiezing min of meer als eene beleedigiog te beschouwenhiervoor integendeel dank baar zal zijnen deze cumulatie evenmin zal begeeren of wenschelijk achten. Buiten die toch is hij voor zich zeiven viijer en onafhankelijker, en verhindert hem niets in de onbeperktstc mate de belangen der gemeente met al zijn ver mogen voor te staan en te bevorderen (l). \V ij meenen hiermede genoeg gezegd te hebben om in en kele trekken tot goede keuzen te wijzen. Kiest gij in dien geest, dan beschouwen wij ook deze regtstreeksche verkiezing als een heil'voor land en gemeente, waardoor gij krachtiglijk zult medewerken het geluk van het algemeen en dat van uzelven te bevorderen, en waarop 's Hemels zegen met ver trouwen mag verwacht worden! Voor sommige kleinmocdigendie vreezen dat door dc bekendheid hunner keuzen hun schade of onaangenaamheden konden berokkend worden, herinneren wij, dat de stembil- letten vooreerst ongeteekend moeten ingeleverd worden; terwijl zij voorts de vrijheid hebben die door vrouw of kind of ie mand anders te doen invullen. De geachte redactie van den Kalcidoskoop wordt verzocht om aan het volgende, over de verkiezing van de raadsleden te Deventer, in haar veel gelezen wordend blad eene plaats te willen inruimen: Bij vroegere verkiezingen is er veel geklaagd over het zoogenaamde veldwachterendat is: dat veldwachters en ook meerdere aan gemeen tebesturen en andere authoriteiten ondergeschikte personen werden be last met bel aanbevelen van candidaten niet alleen, maar zelfs niet het invullen van stembriefjes, zoodat het grootste gedeelte der kiezers zelve niet eens wisten op welke personen zij gestemd hadden ja dat zij de zelve niet eens kenden. En daar ik iuij verleden woensdag oin andere zaken bij ccn kiesbe- vocgde alhier ter stede bevond, en deze mij de vraag deed waarom hij nu een stembriefje had ontvangen en niet in het vorige jaar, zoo gaf ik hem hieromtrent de noodige inlichting, namelijk dat het toen de verkiezing van leden voor de staten generaal en voor de provinciale sta ten, doch dat het nu dc verkiezing van leden voor den stedelijken raad gold, terwijl toen kiezers waren die ƒ30 belasting betaalden, terwijl nu dc betaling van f 15 voldoende is om kiezer te zijn, doch op mijne vraag op welke plaats het stembriefje moest ingeleverd worden, het zij op liet Raadhuis, op de Stadswaag of in de Pontsteeg, zoo kreeg ik tot mijne verwondering het volgende antwoord: «Dat weet ik niet, ik had dc brief pas ontvangen of mijn buurman H. kwam die afhalen »cr: zeide dat de notaris-klerk M. dc invulling van het stembriefje wel «zoude verriglen," verklarende men tevens dat niet gevraagd en ook niet opgegeven was op wie men gestemd of welke namen" men ingevuld wilde hebben. Nu dacht ik dadelijk aan het zoogenoemde veld wachterenen kwam willekeurig het denkbeeld bij mij op of nu ook soms niet belangheb bende particulieren dat werk in praclijk zouden kunnen en willen bren genzoodat ook nu met dc verkiezing van raadsleden weder verkeerde handelingen in het werk gesteld zouden kunnen worden. En daar ik het bij de eerste volgens de nieuwe gemeente-wet tc doene keuze van leden voor den raad der stad Deventer van zeer groot belang acht, dat men goede keuzen doet, en alzoo burgers kieze die het goede willen, die kennis van zaken hebben en die tevens kracht van handelen bezitten om het goede in het leven te roepen en tot stand te brengen, en het kwade te doen verdwijnen, en alzoo tie vele ophan den zijnde veranderingen in de stedelijke verordeningen ten goede Ie kunnen helpen regelen, zoo acht ik het oogenblik thans daar dat dc welgezinde burgers niet slil blijven zitten, maar op eene welvoegelijke wijze bet hunne aanwenden urn alle ter sluips. in het werk weslehl wordende verkeerde handelingen tegen te gaan, waarvan, zoo als van zelve spreekt, liet begin moet zijn om alle vrees voor mcnschen, waar die nog mogt bestaan, af tc leggen. Ik noodige dus anderen uit om mijn voorbeeld tc volgen, waarmede ik vertrouw dat wij onze medebnrgers geen ondienst zullen doen, na melijk om publiek te maken dc gevallen, die hun bekend mogten' wor den en het vermoeden raogten opleveren dat men misbruik kan of Mil maken met het invullen van stembriefjes voor onkundige kiezers. (1) Wjj spreken hier in 't algemeen, en ofschoon wij de Burgemees ters van die plaatsen, voor wier orgaan wij ons blad meer bijzonder houden, de hoogste achting toedragen en van hen wel het minst mis bruik dier dubbele betrekking vrcezen houden wij ons echter van dc Deden vai provinciale Staten zouden wij echter geenszins juistheid onzer beschouwing in principe overtuigd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1851 | | pagina 2